Wanda Bommer - Boom


Femke Guldenmond praat tegen twee potjes gevuld met gekookte rijst. In de
krant heeft ze gelezen dat water een component bevat die reageert op
positieve en negatieve energie. Deze potjes rijst moeten dat bewijzen. Op
het ene potje staat 'ik haat je', op het andere 'ik hou van je!'. Elke dag
spreekt Femke, volgens instructie, beide potjes toe met woorden die hatelijk
dan wel liefdevol zijn. Binnen drie weken moet de rijst in het haatpotje
beschimmeld zijn, terwijl de liefdesrijst glanzend wit blijft. Waarmee
aangetoond zou zijn dat woorden wel degelijk fysiek pijn kunnen doen.
Dit alles gebeurt als Femke logeert in haar ouderlijk huis. Ze is een aantal
weken over vanuit Bonaire waar ze woont. Er is duidelijk veel gebeurd.

Wat er gebeurd is, vertelt het boek vervolgens in korte stukken, die telkens
vanuit het perspectief van één van de andere leden van het gezin Guldenmond
de gebeurtenissen beschrijven. Zo is daar Bart Guldenmond.

"Getrouwd. Al lang. En een goed huwelijk ook, voor de duidelijkheid. Bekroond met twee prachtige dochters. Zesentwintig jaar werkzaam bij Drukkerij Servaas".

Bart heeft een droom over het popsterretje Selena. Een droom waarin hij jong,
stoer en dynamisch is. Een droom waarin hij haar verleidt. Een droom die hij
achterna gaat, probeert te verwezenlijken.
Barts vrouw, Agnes, is intussen bezig de laatste klussen af te maken in het
nieuwe appartement van haar jongste dochter, Lieke.

"Niet dat (Agnes) ontevreden was, of ongelukkig. Maar het enthousiasme waarmee Lieke zich nu op haar eerste eigen woning stortte (...) maakte emoties in haar los waar ze niet op zat te wachten. Heimwee, spijt, het gevoel te laat te zijn, achter het net te vissen...Wat deed zij er nog toe in deze wereld?"

Agnes hangt gordijnen op in Liekes appartement en wordt dan geconfronteerd
met Boom, een jonge aantrekkelijke man, blijkbaar Liekes nieuwe vriend. Ze
voelt zich - haars ondanks - tot hem aangetrokken. Hij daagt haar uit, trekt
haar aan. Ze maken een afspraak en belanden bij elkaar in bed.
Intussen is Lieke op bezoek bij haar zus Femke, die al een aantal jaren op
Bonaire woont. Lieke heeft ook wat afstand nodig van Boom, aan wie ze
'verslingerd', 'verslaafd' geraakt is. De verhouding tussen de beide zussen
is ambivalent. Toch verloopt het contact tussen beide zussen nu tamelijk
goed.

Zo worden er in het boek een aantal lijnen uitgezet, die samen het web
vormen van de familie Guldenmond. Een web waarin Boom als een spin aan de
touwtjes trekt. Er worden gebeurtenissen in gang gezet, die niet meer te
keren blijken. Gebeurtenissen die Femke uiteindelijk in die kamer in haar
ouderlijk huis brengen, met haar potjes rijst.

"..de last van het zwijgen (was) te zwaar. Sindsdien zijn er geen geheimen meer te bewaren. Voor geen van ons".
 

Hoewel het even mis leek te gaan, vertoont uiteindelijk de rijst in het
haatpotje schimmel, terwijl de rijst die liefdevol benaderd was glanzend wit
bleef.

Aan het einde van het boek is het Lieke die daar over zegt:

"Je maakt een fout (...) Jij gaat ervan uit dat schimmel slecht is. Iets negatiefs (...) Ik begrijp niet waarop je dat baseert. Schimmel leeft tenminste. Dat kan je
over die volmaakte rijstkorrels van je niet zeggen".

'Boom' is een verhaal met vaart. Het verhaal neemt je mee, je blijft lezen.
Dat is geen geringe prestatie, want de gebeurtenissen zijn af en toe
onwaarschijnlijk - en misschien soms wat erg veel van het goede. Het
telkens wisselen van perspectief maakt het verhaal afwisselend. Anderzijds
had de keuze voor één of twee perspectieven misschien ruimte geboden om de
karakters in het boek meer uit te diepen. Nu blijft dat toch wat liggen -
verrassend genoeg misschien nog wel het minst bij Femke, die relatief gezien
weinig 'aan het woord' komt. Het rijstpotjes-verhaal dat als een rode draad
door het boek loopt, is mooi. Het geeft een richting van duiding van het
verhaal, zonder daarin te expliciet te zijn.

'Boom' is het debuut van Wanda Bommer. En ondanks het feit dat ze af en toe
uitglijdt over vergelijkingen die wat erg 'gewild' zijn (de blik in Booms
groene ogen is koel 'als bemoste stenen' en over de ogen van een ander
schrijft ze dat de irissen 'vloeibaar (zijn) als romige yoghurt') maakt het
zeker nieuwsgierig naar een volgende boek!

 


Manon
april 2008

 


Amsterdam, 2008
 

Ingezonden voor  de Academia debutantenprijs 2008/2009

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 16/04/08  Eisjen