Boekgrrls: Wat nu, Jolande? Deel 3



Babi Pangang

"Wil je nog bami?" vroeg Jolande. Cor die net een hap van zijn babi pangang had genomen, schudde van nee. Nog altijd was hij geïrriteerd hoewel zijn woede iets gezakt scheen te zijn. Toen ze had verteld, dat ze er helaas niet was toegekomen aan boodschappen doen, was het schuim op zijn lippen verschenen. Hij had wel iets van een Rottweiler met hondsdolheid zoals de klodders speeksel in het rond vlogen terwijl hij brieste: 

"En dan ga je me vanochtend vertellen dat je vandaag nou eens iets heel speciaals gaat maken! Ik heb genoeg van die slonzigheid van jou! Weet je wat het is met jou? Je hebt gewoon geen stijl, jij!" 

Driftig had hij met een papieren zakdoek zijn pas aangeschafte Van Gils-kostuum schoongeveegd. Jolande schepte wat bami op haar bord, hoewel ze nauwelijks een hap gegeten had en de stukken foei yong hai van haar bord drupten. Weer voelde ze de zachte handen van Giovanni over haar lichaam, handen die ze niks hoefde te vertellen, die zichzelf een weg baanden over paden waarvan zij het bestaan nooit had vermoed. Cor smakte. Waarom had ze zolang genoegen genomen met de kleine Cor, een Fiat Panda in de kanaaltunnel op zondagochtend, zo'n autootje dat slechts met de grootste moeite tot starten te bewegen was, dat nooit de vaart had die je wilde. 

"Oh ja," sprak Cor achteloos, "Dit weekend ga ik met Silvia Terschelling verkennen. Voor een uitzending in maart." 

Hij schrokte verder zonder haar reactie af te wachten. De supermarkt is tegenwoordig ook op zondag open, was de eerste gedachte die bij Jolande opkwam. Onmiddellijk stond ze in vuur en vlam. Ze bluste de brand door aan Cor te denken zoals hij 's morgens de badkamer uitkwam met alleen zijn onderbroek en sokken aan. Toch verdacht, die logeerpartij op Terschelling: anders reed hij altijd naar huis na een klus, al zat hij in Zuid-Frankrijk en moest hij er de volgende ochtend weer naartoe. Hij kon niet slapen in een hotel, beweerde hij. Bovendien hadden ze nergens All Bran bij het ontbijt en als hij dat niet kreeg, bleef hij de hele dag zwak. Meer dan eens had hij de tekst van de verpakking voorgelezen: dertig procent vezels! Wees fit en energiek! 

Ze keek op de klok: het was zeven uur, ze had nog een uur de tijd om naar de supermarkt te gaan. Wat zou ze tegen Cor moeten zeggen? Anders zette ze om half acht koffie, die zou hij nu moeten missen, en daar hield hij niet van. Ze kon niet zeggen dat ze terugging om haar boodschappen te doen, want dan zou hij op minachtende toon vragen waarom ze dat niet voor het eten had gedaan. Waarom ze altijd zo onpraktisch was. Ineens wist ze het. 

"Ik moet nog even maandverband halen," zei ze. 

Dat woord zou hij nooit in de mond nemen, laat staan dat hij zich afvroeg waarvoor ze het nodig had. Dat ze al vijf jaar niet ongesteld was geweest, zou hij zich vast niet realiseren. 

Nadat Giovanni zijn pasta met olijfolie had gegeten, stond hij op en liep wat heen en weer om zijn spijsvertering op gang te brengen. Een man van de liefde moet op alle details letten, zo wist hij. Hij beoefende topsport, steeds werd hij uitgedaagd om een volgende grens over te gaan. Nooit mocht hij de teugels laten vieren, zijn hele dagindeling was in een strak schema gevat. 's Ochtends om zes uur op, driehonderd push-ups, douchen, voor het ontbijt cornflakes met magere melk, en dan zijn goddelijke lichaam besprenkelen met de verleidelijkste geuren. Tegen de tijd dat hij daar mee klaar was, ging de winkel open. Meestal stapte er het eerste kwartier al wel een prachtige signora binnen, maar niet altijd gaf hij onmiddellijk toe. De spanning laten oplopen, zal ik, zal ik niet, ja, nee, toch maar niet, nog even wachten. Juist dat kleurde zijn dagen met alle kleuren van de regenboog en dan vooral de schitterendste. 

Beneden zag hij Anja van de vleeswaren wreed en driftig met een hakmes op een leverworst inslaan. Het was een wonder dat er keurige plakjes overbleven en geen bloederige stukken, zoals hij half en half verwachtte. Haar grijsachtige krullen bewogen vertraagd op en neer, alsof ze slechts met de grootste tegenzin in beweging kwamen. Onder haar gele schort droeg ze een lichtgroene legging. De randen van haar veel te kleine onderbroek waren duidelijk zichtbaar als hij haar van achteren bekeek. Giovanni schudde meewarig het hoofd. Deze vrouw had nooit liefde gekend, was nooit overmeesterd geweest door ware passie. Alle vonken stootten af op haar bleke, blauwgeaderde kilheid. Zijn blik gleed verder, naar Mieke van het brood. Hoe anders was zij. Haar hand aaide een stokbrood met een koesterende zachtheid, die elk moment kon exploderen in een eindelijk bevrijde woeste gretigheid. De lichte deining van haar borsten, ternauwernood verborgen in haar blouse waarvan de bovenste twee knoopjes geopend waren, waren daarvan een voorbode. In Mieke school de vamp die hij zijn hele leven zocht en zo vaak ook vond. Nu, dacht hij, nu is het moment daar.


Het was nog druk in de supermarkt. Voornamelijk jonge mensen liepen er, studenten, jong stedelijke professionals. Ze hadden het allemaal veel te druk en in hun haast stootten ze tegen Jolande aan. Als ze geluk had, mompelden ze een nauwelijks verstaanbaar sorry. Ze keek naar het glazen plafond. Zou hij daar nu zijn? Zou hij aan haar denken, zoals zij aan hem dacht? Een groter geluk dan bij hem zijn, steeds en helemaal, was niet mogelijk. Ze schuifelde verder en dacht, hier was het vanochtend, die seconde voor hij naast me stond, of nee, daar, daar voelde ik al dat hij zou komen, al kon ik er nog geen woorden aan geven. Bij de kaas bleef ze staan. Gouds jong, belegen, oud. Komijnekaas. En een stukje Brie, zowaar. Maar geen Gorgonzola. Ze tastte voorzichtig om zich heen. Zou het mogelijk zijn dat hij weer naast haar zou staan als ze opkeek? 

"Das geen stijl, wat u vanmorgen flikte, mefroutje,"  hoorde ze de snerpende stem van Wil naast zich. ""t komp wel uit de koeling allemaal, dat ete, zo ga je toch niet met de spullen van een ander om, dat wordt afrekene, mefroutje, betalen zul je, ut sou wat moois wese as iedereen er zomaar vandoor ging.." 

Ze liep verder zonder aandacht aan hem te besteden. Op zijn te korte beentjes huppelde hij met haar mee. 

"De klant is koning, ja, ja, maar dat moet die klant dan wel verdiene, vind u niet, ik seg altijd voor wat hoort wat en voor niks gaat de son op.zeg us iets terug, mefroutje, ik sta hier niet voor de kat z'n staart te prate." 

Hij greep haar linkerarm. Ze schudde hem woedend van zich af en zag niet hoe hij achterover viel tegen de rollen wc-papier die hij allemaal over zich kreeg uitgestort. Want haar blik was vastgeklonken aan de afdeling Brood waar Giovanni achter de toonbank stond en zich over Mieke boog in wat niet anders kon worden opgevat dan een hartstochtelijke omhelzing.

(wordt vervolgd)


Petra O.

 

Romantisch Vervolgverhaal
Deel 1: Een bedje spinazie
Deel 2: O Sole mio 
Deel 3: Babi Pangang
Deel 4: Slagroomsoesjes
Deel 5: Saucijsjes  
Deel 6: Een pak Always met vleugels
Deel 7: Gedeelde ossenstaartsoep
Deel 8: Telefoon
Deel 9: Joyeux Noel
Deel 10: Ware Liefde
Deel 11: Het Glazen plafond

Schitterend gedaan, Petra! Ik zit nog na te grinneken over de Fiat Panda. En zo'n prachige cliff hanger aan het slot... Dat was weer ouderwets genieten!

Leuk!!! Petra! Genieten weer. Heerlijk hoe je het Cormens er neer hebt gezet. Foei yong hai LOL. Ik ben benieuwd of Silvia een zus van Giovanni zal blijken te zijn.

net terug van vakantie en ik geniet volop, hahaha. Dit had ik niet willen missen. Complimenten voor jullie fantasie dames.

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 11/01/05  Eisjen

Terug naar top pagina