Remco Campert



Het is me nu wel duidelijk, het bespreken van Mulisch' Ongerijmdheden was
een opstapje naar mijn liefdesverklaring voor Camperts Lamento (een lamento
is een klaagzang). We hebben er al eerder over geschreven maar ik zie het
niet terug in onze verzameling op de site.

Lamento

Hier nu langs het lange diepe water
dat ik dacht ik dacht dat je altijd maar
dat je altijd maar

hier nu langs het lange diepe water
waar achter oeverriet achter oeverriet de zon
dat ik dacht dat je altijd maar altijd

dat altijd maar je ogen je ogen en de lucht
altijd maar je ogen en de lucht
altijd maar rimpelend in het water rimpelend

dat altijd in levende stilte
dat ik altijd zou leven in levende stilte
dat je altijd maar dat wuivende oeverriet altijd maar

Langs het lange diepe water dat altijd maar je huid
dat altijd maar in de middag je huid
altijd maar in de zomer in de middag je huid

dat altijd maar je ogen zouden breken
dat altijd van geluk je ogen zouden breken
altijd maar in de roerloze middag

langs het lange diepe water dat ik dacht
dat ik dacht dat je altijd maar
dat ik dacht dat geluk altijd maar

dat altijd maar het licht roerloos in de middag
dat altijd maar het middaglicht je okeren schouder
je okeren schouder altijd in het middaglicht

dat altijd maar je kreet hangend
altijd maar je vogelkreet hangend
in de middag in de zomer in de lucht

dat altijd maar de levende lucht dat altijd maar
altijd maar het rimpelende water de middag je huid
ik dacht dat alles altijd maar ik dacht dat nooit

hier nu langs het lange diepe water dat nooit
ik dacht dat altijd dat nooit dat je nooit
dat nooit vorst dat geen ijs ooit het water

hier nu langs het lange diepe water dacht ik nooit
dat sneeuw ooit de cipres dacht ik nooit
dat sneeuw nooit de cipres dat je nooit meer

(Uit: Rechterschoenen, uitg. De Bezige Bij, Amsterdam 1992.)

http://tinyurl.com/5m6khc
Hier draagt Campert het gedicht zelf voor

en hier met begeleiding door Benjamin Herman:
http://tinyurl.com/5jud3c

Commentaar overbodig.

Vergelijk:

Ongerijmdheden [11]

Dat komt gewoon doordat zijn vader eens.
gewoon omdat zijn vader in zijn jeugd.
doordat zijn vader in zijn jeugd gewoon.
gewoon al in zijn jeugd zijn vader toen.

omdat zijn vader ooit eens tegen hem.
ooit gewoon eens in zijn jeugd hem tegen.
dat komt gewoon doordat zijn vader ooit.
gewoon hem in zijn jeugd toen ooit al eens.

ooit eens tegen hem en nooit zijn moeder.
nooit zijn moeder in zijn jeugd zijn vader.
gewoon toen tegen hem zijn moeder ooit.
nooit eens in zijn jeugd gewoon ooit vader.

Harry Mulisch (1927)
De gedichten
1974 - 1983
Uitgeverij De Bezige Bij
Amsterdam 1987


Ongerijmdheden heb ik tussen haken gezet omdat het niet de titel is van
het gedicht maar van de elf gedichten die de reeks Ongerijmdheden vormen.

Je kunt zeggen dat het een truc is om stamelend te schrijven, de zinnen in
het honderd te laten lopen. Bij Campert vond ik dat onafgemaakte in het
gedicht Lamento heel natuurlijk en veelzeggend, hier bij Mulisch blijf ik
meer het gevoel van een kunstgreep houden.
Het stamelen zou voor mij misschien meer natuurlijk lijken als de verteller
als ik-figuur een pijnlijke ervaring onder woorden moet brengen. Ik ga
proberen of dat wat kunstmatige verdwijnt als ik het gedicht vanuit een
ik-figuur probeer te lezen.

Dat komt gewoon doordat mijn vader eens
gewoon omdat mijn vader in mijn jeugd.
doordat mijn vader in mijn jeugd gewoon.
gewoon al in mijn jeugd mijn vader toen.
(...)

maar dat bederft weer iets anders, al weet ik nog niet wat.
Die indruk van kunstmatigheid wordt ook veroorzaakt door het spelen met al
die betekenissen van het woord 'gewoon' en vooral door het spelen met de
woordvolgorde in de zinnen. Eerst lees ik gewoon in 'dat komt gewoon' als
een bewering dat de zaak in het geheel niet gecompliceerd ligt . Het
'gewoon' in de derde en vierde regel van de eerste strofe wordt anders, er
komt verontwaardiging in door dat woordje 'al'. Verontwaardigd omdat de
vader er geen been in had gezien om een jong kind met dat ernstige te
belasten.
In de laatste strofe hebben die twee gewoons weer een andere lading. Het
laatste 'gewoon' gaat voor mij in de richting van hoe een vader zou moeten
zijn, gewoon vader. Terwijl zijn moeder gewoon deed?

Aan het eind wisselen ooit en nooit. Eerst is in verband met de vader steeds
sprake van ooit en hoort het nooit bij de moeder en dan wordt het aan het
eind opeens: 'gewoon toen tegen hem zijn moeder ooit
nooit eens in zijn jeugd gewoon ooit vader'.

Door dat 'tegen' denk ik dat er tegen hem iets gezégd is. Iets vreselijks.
Wat er gebeurd is, was juist niét gewoon maar ongerijmd. Dát het ongerijmd
was wordt zonder rijm verteld trouwens.

Een intellectualistisch gedicht? Ik merk tenminste dat ik het alleen maar
analyserend kan benaderen, terwijl Camperts Lamento mijn gevoel rechtstreeks
aansprak. Door hun verschillende aard laat dit koppel stamelgedichten mij
ook anders lezen.
F. vond dat een belangrijk punt: hoé er wordt gelezen. Dat is bij mij in
ieder geval iets dat mede door het gedicht wordt uitgelokt.

De andere 'ongerijmde 'gedichten in deze reeks zijn veel minder dramatisch.
Er zitten ook wel geestige bij:

[Ongerijmdheden 6]

ik kan zeker weer
terwijl jij rustig
kan ik zeker weer
alleen zodat jij rustig

meneer gaat rustig
en ik zal wel weer
zodat meneer rustig
en ik zeker weer

 

Jop

 

 




> Het is me nu wel duidelijk, het bespreken van Mulisch'
> Ongerijmdheden was > een opstapje naar mijn liefdesverklaring voor Camperts Lamento (een > lamento  is een klaagzang). We hebben er al eerder over geschreven maar ik > zie het > niet terug in onze verzameling op de site.
>
> Lamento


bedankt jop. ook voor de links.
wat prachtig is dit toch. :-)


Las eerst Campert, daarna Mulisch. Bij Campert hoor je het
geklaag zonder dat het gezeur is. Waarom, waarom gaat het
zoals het gaat? Mulisch, daarentegen, zal wel eens even (in
dezelfde stijl om het effect te vergroten) vertellen dat-ie
vindt dat de ander zeurt. Dat maakt het voor mij flauw,
gekunsteld, kinderachtig zelfs.

Het laatste vind ik dan wel weer leuk, de boosheid spat
eraf. Dan laat ook Mulisch zien dat hij wel wat kan :-)


> Ongerijmdheden heb ik tussen haken gezet omdat het niet de titel is
> van > het gedicht maar van de elf gedichten die de reeks Ongerijmdheden > vormen. > Je kunt zeggen dat het een truc is om stamelend te schrijven, de > zinnen in > het honderd te laten lopen. Bij Campert vond ik dat onafgemaakte > in het > gedicht Lamento heel natuurlijk en veelzeggend, hier bij Mulisch > blijf ik > meer het gevoel van een kunstgreep houden.

ik ervaar dat niet
ook deze van mulisch vind ik mooi
maar bij mij speelt mee dat de geschiedenis van mulisch en wat ik
weet van zijn vader en moeder mij voor hem inneemt.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Harry_Mulisch
die oorlog heeft de ouderen onder ons natuurlijk allemaal beïnvloed,
maar zover als die ingegrepen heeft in het leven van mulisch treft
mij iedere keer weer. ik kan me voorstellen dat hij daarover
stamelend schrijft

> Het stamelen zou voor mij misschien meer natuurlijk lijken als de
> verteller > als ik-figuur een pijnlijke ervaring onder woorden moet brengen. Ik ga
> proberen of dat wat kunstmatige verdwijnt als ik het gedicht vanuit
> een > ik-figuur probeer te lezen.

> Dat komt gewoon doordat mijn vader eens
> gewoon omdat mijn vader in mijn jeugd.
> doordat mijn vader in mijn jeugd gewoon.
> gewoon al in mijn jeugd mijn vader toen.
> (...)

> maar dat bederft weer iets anders, al weet ik nog niet wat.
> Die indruk van kunstmatigheid wordt ook veroorzaakt door het spelen
> met al
> die betekenissen van het woord 'gewoon' en vooral door het spelen
> met de
> woordvolgorde in de zinnen. Eerst lees ik gewoon in 'dat komt
> gewoon' als
> een bewering dat de zaak in het geheel niet gecompliceerd ligt . Het
> 'gewoon' in de derde en vierde regel van de eerste strofe wordt
> anders, er
> komt verontwaardiging in door dat woordje 'al'. Verontwaardigd
> omdat de
> vader er geen been in had gezien om een jong kind met dat ernstige te
> belasten.


ja, dat lees ik er ook in

> In de laatste strofe hebben die twee gewoons weer een andere
> lading. Het
> laatste 'gewoon' gaat voor mij in de richting van hoe een vader zou
> moeten
> zijn, gewoon vader. Terwijl zijn moeder gewoon deed?

het lijkt me heel onwaarschijnlijk dat zijn moeder in die
omstandigheden gewoon kon doen

> Aan het eind wisselen ooit en nooit. Eerst is in verband met de
> vader steeds
> sprake van ooit en hoort het nooit bij de moeder en dan wordt het
> aan het
> eind opeens: 'gewoon toen tegen hem zijn moeder ooit
> nooit eens in zijn jeugd gewoon ooit vader'.
>
> Door dat 'tegen' denk ik dat er tegen hem iets gezégd is. Iets
> vreselijks.

daar kan ik me wel iets bij voorstellen ja

> Wat er gebeurd is, was juist niét gewoon maar ongerijmd. Dát het
> ongerijmd > was wordt zonder rijm verteld trouwens.

grin
dat had ik nog niet gezien/gehoord

> Een intellectualistisch gedicht? Ik merk tenminste dat ik het
> alleen maar > analyserend kan benaderen, terwijl Camperts Lamento mijn gevoel > rechtstreeks > aansprak.

ik heb geen gescheiden ratio/gevoel. het is bij mij een complex dat
tegelijk aangesproken wordt

> Door hun verschillende aard laat dit koppel stamelgedichten mij ook
> anders lezen.

mij ook ik interpreteer dat remco campert het heeft over een dierbare die is
overleden mulisch klaagt aan dat de oorlog dit effect op zijn ouders en hem
heeft gehad. zo lees ik het. al noemt hij de oorlog nergens. maar dat
hoeft van mij ook niet. vind ik wel mooi eigenlijk dat hij dat niet
doet. kinderen uit een disfunctioneel gezin hebben allemaal hun eigen
oorlog achter de rug

> F. vond dat een belangrijk punt: hoé er wordt gelezen. Dat is
> bij mij in > ieder geval iets dat mede door het gedicht wordt uitgelokt.

> De andere 'ongerijmde 'gedichten in deze reeks zijn veel minder
> dramatisch. > Er zitten ook wel geestige bij:
>
> [Ongerijmdheden 6]
>
> ik kan zeker weer
> terwijl jij rustig
> kan ik zeker weer
> alleen zodat jij rustig
>
> meneer gaat rustig
> en ik zal wel weer
> zodat meneer rustig
> en ik zeker weer


deze vind ik zeker geestig
en herkenbaar ;-)

van die mensen die mij het bloed onder
nou ja door altijd gelijk te willen
en dan het verdomme nog zo
dat tenslotte zij rustig
en ik weer over de rooie
verdomme
stommerd die ik weer ben. ;-)


> van die mensen die mij het bloed onder
> nou ja door altijd gelijk te willen
> en dan het verdomme nog zo
> dat tenslotte zij rustig
> en ik weer over de rooie
> verdomme
> stommerd die ik weer ben. ;-)


Hé, eigen maaksel? Fraai.


ja als je zo begint
dan kun je net zo goed

dat is hetzelfde als
wanneer je anderzijds

maar dat betekent dan
zodat je dan ook niet

want als je dan ook dat
dan kun je net zo goed

ja als je zo begint
dan lust ik er nog tien

Harry Mulisch


Hihi, ik lig dubbel (nou ja, ik zit met een dikke grijns op mijn gezicht).
Ik moet eerlijk zeggen dat mijn eerste associatie bij Mulisch gedicht
Brigitte Kaandorp was! Die kan soms bij een conference ook zo lang doen om
uit d'r woorden te komen (expres natuurlijk) dat ik denk 'Verdomme mens, ZEG
nou es gewoon wat je wilt zeggen!'. Tja, en dat had ik dus bij het gedicht
ook...wurgneigingen ;-)


> Hé, eigen maaksel? Fraai.

jazeker
en het is idd een truukje
 

> ja als je zo begint
> dan kun je net zo goed
>
> dat is hetzelfde als
> wanneer je anderzijds
>
> maar dat betekent dan
> zodat je dan ook niet
>
> want als je dan ook dat
> dan kun je net zo goed
>
> ja als je zo begint
> dan lust ik er nog tien
>
> Harry Mulisch

LOL wat denk je? zou mulisch extravert of introvert zijn?


> Ik moet eerlijk zeggen dat mijn eerste associatie bij Mulisch
> gedicht Brigitte Kaandorp was! Die kan soms bij een conference ook
> zo lang doen om uit d'r woorden te komen (expres natuurlijk) dat ik
> denk 'Verdomme mens, ZEG nou es gewoon wat je wilt zeggen!'. Tja,
> en dat had ik dus bij het gedicht ook...wurgneigingen ;-)


LOL
volgens mij is de kunst van het cabarettièren juist om iets lang uit
te rekken, en dan pAts!, net op tijd de punchline
maat de timing verschilt per luisteraar.


Las eerst Camperts' Lamento. Alweer
ontroerd. Voor de zoveelste keer. Ik mailde al over de Campert-dvd die ik
recent kocht. Ook daarin leest hij Lamento (met muziek) en vertelt erover.

Mulisch' Ongerijmdheid verscheen op 't scherm. Jak!, was mijn reactie. En
had al geen zin meer er meer aandacht aan te besteden. 'Campert', dacht ik.
En 'daar hebben we Schierbeek'.

Campert en Schierbeek ontroeren mij soms heftig met hun 'minimal music'.
Maakte Mulisch een pastiche? Nee, hier geen mooie 'Schierbeek' - ik leende
m'n bundels uit.
 


Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 17/09/08  Eisjen

 
Woensdag Gedichtdag