Willem Wilmink


SANDER

Voor een blinde jongen

Een lichaam dat op warmte wacht,
de zuiverheid van wenkbrauwbogen,
de lijnen van een mond, die lacht,
de wimpers boven meisjesogen,
je zult het zien, zo goed als ieder ander,
Sander.

De lieve lijnen van haar keel,
de witte parels van haar tanden,
je zult het zien in je gestreel
van je twee fijnbesnaarde handen,
je zult het zien, zo goed als ieder ander,
Sander.

Je voelt een haarlok, aait een oor,
en je tien vingers wachten even
en lopen dan brutaalweg door
tot de twee borsten die daar leven.
Je zult ze zien, intens als ieder ander,
Sander.

En als je wat verdwaald mocht wezen
en niet meer weet waar je moet gaan,
dan moet je 't brailleschrift maar lezen
rondom de tepels die daar staan.
Jij kent dat eigenlijk veel beter dan een ander,
Sander.

Met je twee handen en je mond
krijg je een antwoord op je dromen,
tot je die kleine driehoek vond,
die woning waar je thuis kunt komen
en waar je één kunt worden met die ander,
Sander.


Willem Wilmink
Uit: Moet worden gevreesd dat het nooit bestond? Bert Bakker, 1990


Toen ik naar meer informatie over 'Sander' van Willem Wilmink zocht, kwam ik
op de site van een jonge vrouw, Kim, die 17 jaar geleden een ernstig
auto-ongeluk kreeg, waarbij ze haar gezichtsvermogen verloor. Ze was toen
21.
Op haar site staan gedichten waar ze van houdt en bovenaan staat 'Sander'.
Zo helder als zij over haar leven van na het ongeluk schrijft, zo helder is
Wilmink in dit gedicht over een blinde jongen.
Ik wilde het al in een eerdere ronde uitkiezen, maar weifelde steeds. Ik was
bang dat het als tranentrekker, smartlap, gelezen zou worden, terwijl het in
mijn ogen een zuiver aangevoeld gegeven is, wat Willem poëtisch (?) en met
eenvoudige woorden verwoord heeft. Kennelijk voelde Kim het ook zo aan.
Het lijkt vaak of hij (te) gemakkelijk schrijft, vanwege de strakke
liedjesvorm die veel gedichten hebben. Hij heeft ook veel liedjes
geschreven. Hij beheerst de taal, speelt ermee zoals in het
tegenstellingengedicht quasi voor het Gastenboek van Charles d'Orleans.
De tweede strofe van Sander, met die pareltanden en fijnbesnaarde handen,
vind ik echter niet geweldig.
Zijn gedichten zijn gewoon te begrijpen, vaak kinderlijk eenvoudig, maar dat
wil nog niet zeggen dat ze oppervlakkig zijn. Wilmink kon zich enorm goed in
anderen verplaatsen en vooral in kinderen. Hij promoveerde in 1988 op
Hendrik de Vries, met 'Het verraderlijke kind, over enkele gedichten van
Hendrik de Vries'. Dat was ook een dichter die vanuit het kind gezien
dichtte.
Wilmink vertaalde ook gedichten, o.a. van W.H. Auden en Emily Dickinson.
Ik ben mede een fan van hem, omdat hij de mooderspraoke niet verloochende,
evenmin als zijn vrienden Herman Finkers en Harry Bannink. Er verscheen een
bundeltje gedichten
/versjes van hem in het stadsplat (van Enschede) met als titel Heftan
Tattat!

Over Willem Wilmink (1936- 2003), van Wikipedia:
'Wilmink werd in 1936 geboren in de Javastraat te Enschede in een
socialistisch geëngageerd gezin. Zijn vader was procuratiehouder in de
textiel. Na het behalen in 1954 van zijn eindexamen Gymnasium-? ging hij
Nederlands studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn kandidaats
studeerde hij ook Geschiedenis. Gedurende zijn studie schreef hij zijn
eerste gedichten en cabaretteksten. Hij publiceerde in de "Almanak van de
vereniging USA" en schreef teksten voor de studenten cabaretgroep "La Pie
Qui Chante" (De zingende ekster). In 1960 in het laatste jaar van zijn
studie werd hij leraar aan het Vossius Gymnasium te Amsterdam.
Van 1961 tot 1978 was hij universitair docent moderne letterkunde aan het
Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam. Wilmink had
in zijn jeugd harmonicales gehad en trad tijdens de feestavonden van zijn
vakgroep op met zijn trekharmonica en zong smartlappen of tekstbewerkingen
van Middeleeuwse liederen. Hij vertaalde onder meer de "Beatrijs" van het
Middelnederlands naar modern Nederlands. In 1988 promoveerde Wilmink aan de
Katholieke Universiteit Brabant met een proefschrift over de poëzie van
Hendrik de Vries. Hij was ook bekend als literair vertaler en bezorger van
gedichten van Emily Dickinson en W.H. Auden. In samenwerking met neerlandici
vertaalde hij het verhaal van de legendarische Ierse heilige Brandaan. Hij
leverde in samenwerking met de neerlandicus W.P. Gerritsen ook vertalingen
voor de bundel Lyrische lente, een bloemlezing van middeleeuwse poëzie. Een
aantal beschouwingen over middeleeuwse literatuur bundelde hij onder de
titel Mijn middeleeuwen. Ook schreef hij historische artikelen over
kathedralen en de herkomst en geschiedenis van het Belgische bier
Vanaf 1965 schreef Wilmink gedichten, essays, liedjes en proza voor de
literaire tijdschriften "Tirade", "Maatstaf" en "De Revisor". Zijn literair
debuut was in 1966 met de verhalenbundel "Brief van een Verkademeisje". Van
1968 tot 1970 was hij de poëzierecensent voor het dagblad "De Tijd" en van
1971 tot 1977 redacteur van het tijdschrift "Spektator".' en meer.

Leidje


dank voor een mooie tekst van wilmink en op de site van
kim ga ik later kijken als ik weer terug ben van een leuk uitje dat
ik heb vandaag.
het is een te zingen tekst, en ik vind dat die ook als zodanig
gelezen (gehoord eigenlijk) moet worden en niet beoordeeld moet
worden alsof het een hermetisch gedicht zou zijn. heb je ergens de
muziek ook kunnen vinden? mp3?

> De tweede strofe van Sander, met die pareltanden en fijnbesnaarde
> handen,
> vind ik echter niet geweldig.

klinkt wel lekker, maar ik ben met je eens dat die gevaarlijk langs
de smartlapgrens scheert. ;-)


Ik vind het een mooie keuze. Het is zeker geen tranentrekker of
smartlap. Ik vind het een gevoelig geschreven gedicht dat mooi weer
geeft hoe iemand die blind is toch kan "zien".


Mooi gedicht!
Wilmink kon zo bedriegelijk eenvoudig schrijven alsof hij de woorden ter
plekke uit zijn mouw schudt.
Maar dat is geheim van de smid!


Op de achterflap van 'Moet worden gevreesd dat het nooit bestond? ' 34
nieuwe gedichten, staat:
Vanaf de vroegste tijden tot ver in onze eeuw hebben de dichters geprobeerd
zich duidelijk uit te drukken, zodat ze door zoveel mogelijk mensen zouden
worden begrepen. Dichters die dat nu nog steeds doen, krijgen het stempel
"light verse" opgedrukt en mogen bij literaire samenkomsten niet door
dezelfde deur naar binnen als de grote onverstaanbaren.
Willem Wilmink, als auteur voor kinderen en als liedjesschrijver veel meer
erkend dan als dichter, is een van de slachtoffers van dit modeverschijnsel.
De lezer van zijn nieuwste werk voor volwassenen, gebundeld in Moet worden
gevreesd dat het nooit bestond? zal voor zichzelf moeten uitmaken hoe
"light" gedichten zijn als 'De pastoor van het plaatsje B. ', 'Ons vader' of
'Sander' nu eigenlijk wel zijn.

Tot zover de achterflap.

Hieruit maakte ik op dat het om gedichten ging en niet om liedteksten.
Misschien zijn ze pas later op muziek gezet?
Ik vind die flaptekst slordig geschreven. Dat doet de waardering voor Willem
imo geen goed.
- hebben 'de' dichters geprobeerd enz?
- Gedichten kunnen het stempel light verse krijgen, dichters toch niet?
- de grote onverstaanbaren? een gedicht mag best moeilijker te doorgronden
zijn dan Sander! Hij schreef echt wel moeilijker gedichten.

Ik heb Sander wel opgevat als een gedicht.


ik schreef eerder:

> dank voor een mooie tekst van wilmink en op de site van
> kim ga ik later kijken als ik weer terug ben van een leuk uitje dat
> ik heb vandaag.


inmiddels ben ik weer terug. amsterdam ligt er nog, al is het laatste
deel van traject van de noord-zuidlijn een bouwput met onbewoonbaar
verklaarde huizen erlangs. akelig gezicht is dat. :-(

ik schreef:

> het is een te zingen tekst, en ik vind dat die ook als zodanig
> gelezen (gehoord eigenlijk) moet worden en niet beoordeeld moet
> worden alsof het een hermetisch gedicht zou zijn. heb je ergens de
> muziek ook kunnen vinden? mp3?

ik had moeten schrijven: ik denk dat het een te zingen tekst is, zou
goed op muziek gezet kunnen worden
waarmee ik helemaal niks ten nadele van deze tekst of van wilmink wil
zeggen, in tegendeel!

> Op de achterflap van 'Moet worden gevreesd dat het nooit bestond? ' 34
> nieuwe gedichten, staat:
> Vanaf de vroegste tijden tot ver in onze eeuw hebben de dichters
> geprobeerd
> zich duidelijk uit te drukken, zodat ze door zoveel mogelijk mensen
> zouden
> worden begrepen. Dichters die dat nu nog steeds doen, krijgen het
> stempel
> "light verse" opgedrukt en mogen bij literaire samenkomsten niet door
> dezelfde deur naar binnen als de grote onverstaanbaren.

de achterflap stipt imo een interessante discussie aan, die hier ook
geregeld speelt.
ik denk dat aan de ene kant van het spectrum de liefhebbersters van
hermetisch gesloten gedichten zitten (vul maar in wie dat zouden
kunnen zijn) en aan de andere kant de liefhebbersters van
'toegankelijke' gedichten (en wie dat zijn mag iedereen zelf weten ;-)

ik vond in wikipedia deze definitie van light verse. waar ik me wel
in vinden kan:

> Light verse is een benaming voor die gedichten die een wat
> lichtere, meer speelse toon hebben. Drs. P ontwierp er de
> Nederlandse term plezierdichten voor.
>
> De vorm kan velerlei zijn (sonnet, ballade, kwatrijn,
> ollekebolleke). In light verse staat het spelen met taal en
> versvormen centraal, de vorm wordt gethematiseerd; het is
> voornamelijk het onderwerp dat licht is.
>
> Het genre wordt sinds de jaren tachtig in toenemende mate serieus
> genomen. Zo besteedt het literaire tijdschrift De Tweede Ronde veel
> aandacht aan light verse.


drs P heeft het over 'plezierdichters'

ik zou dit gedicht van wilmink niet light verse noemen, vanwege het
serieuze onderwerp. maar ik vind het wel toegankelijk.

> Willem Wilmink, als auteur voor kinderen en als liedjesschrijver
> veel meer
> erkend dan als dichter, is een van de slachtoffers van dit
> modeverschijnsel.
> De lezer van zijn nieuwste werk voor volwassenen, gebundeld in Moet
> worden
> gevreesd dat het nooit bestond? zal voor zichzelf moeten uitmaken hoe
> "light" gedichten zijn als 'De pastoor van het plaatsje B. ', 'Ons
> vader' of
> 'Sander' nu eigenlijk wel zijn.
> Tot zover de achterflap.
> Hieruit maakte ik op dat het om gedichten ging en niet om liedteksten.

vind je het onderscheid belangrijk? ik eigenlijk niet zo
mijn vraag of je de melodie kende was uit nieuwsgierigheid, ik zou
die wel willen horen

> Misschien zijn ze pas later op muziek gezet?
> Ik vind die flaptekst slordig geschreven. Dat doet de waardering
> voor Willem
> imo geen goed.
> - hebben 'de' dichters geprobeerd enz?

>> Vanaf de vroegste tijden tot ver in onze eeuw hebben de dichters
>> geprobeerd
>> zich duidelijk uit te drukken, zodat ze door zoveel mogelijk mensen
>> zouden
>> worden begrepen.

ik kan het daar wel mee eens zijn.
tot ver in de twintigste eeuw konden erg veel mensen nog niet goed
lezen en schrijven. laat staan ontoegankelijke gedichten lezen.
dat dichters daarmee rekening hielden kan ik niet als een minpunt zien.
de schrijvers van de flaptekst horen duidelijk bij liefhebbers van
toegankelijkheid en interpreteren het indelen van willem wilmink bij
de 'light verse' dichters als neerbuigend. zo lees ik het.
ze uiten hun kritiek op de andere kant van het spectrum, de dichters
van hermetische gedichten, door die aan te duiden met 'de grote
onverstaanbaren.'

> - Gedichten kunnen het stempel light verse krijgen, dichters toch
> niet?

formeel niet nee.
maar ze kunnen wel het stempel: 'light verse dichters' krijgen. en
niet iedereen vindt dat een compliment.

> - de grote onverstaanbaren? een gedicht mag best moeilijker te
> doorgronden
> zijn dan Sander! Hij schreef echt wel moeilijker gedichten.

ik ben het met je eens
maar ik vind niks mis met toegankelijkheid.

> Ik heb Sander wel opgevat als een gedicht.

o, ik ook.
maar ik vind een te zingen tekst ook poëzie. net zo goed.
en misschien wel moeilijker te maken dan een hermetisch gedicht, maar
dat doet er niet zo toe imo.

ik sluit maar af met welke dichters de wikipedia onder
plezierdichters verstaat. zitten ook een paar van mijn favo's tussen.

> Gerenommeerde beoefenaars van light verse (oftewel:
> plezierdichters) zijn onder anderen:
>
> Drs. P
> Kees Stip
> Ivo de Wijs
> John O'Mill
> Daan Zonderland
> Driek van Wissen
> Jean Pierre Rawie
> Jan Boerstoel
> Cees van der Pluijm (pseudoniem: Paul Lemmens)
> Jos Versteegen (pseudoniem: Jacob Steege)
> Marjolein Kool
> Frits Criens (sr.)
> Quirien van Haelen (= Frits Criens jr.)
> Jaap van den Born
> Kees Torn
> Simon Knepper
> Frank van Pamelen
> Jan de Bas

> zie ook:
> nonsenspoëzie

nonsenspoëzie is volgens de wikipedia niet hetzelfde als 'light
verse' schrijven ze in een interessant artikel.

bedankt leidje, ik heb weer wat geleerd.


Ik ben heel blij met je lijstje plezierdichters! En met je uitgebreide
reactie natuurlijk. Ik heb even op mijn plank gekeken naar mijn
plezierdichters. In 't voorhuis heb ik misschien ook nog wat staan, maar
daar is het me nu te koud.

>Drs. P ja
> Kees Stip ja
> Ivo de Wijs ja
> John O'Mill ja
> Daan Zonderland ja
> Driek van Wissen -
> Jean Pierre Rawie ja
> Jan Boerstoel ja ja
> Cees van der Pluijm (pseudoniem: Paul Lemmens)-
> Jos Versteegen (pseudoniem: Jacob Steege)-
> Marjolein Kool ja
> Frits Criens (sr.)-
> Quirien van Haelen (= Frits Criens jr.)-
> Jaap van den Born-
> Kees Torn-
> Simon Knepper-
> Frank van Pamelen-
> Jan de Bas-
De - misschien wel in verzamelbundels.

Toch niet gek, he?

Hier even een paar Kooltjes:

ZACHTE BERM

Hij las het bord met 'zachte berm',
net onder het passeren,
en riep meteen: "Kom op, Marie,
dat gaan we eens proberen.'

IN HET AARDSE PARADIJS

"Vertel 'ns Adam, sprak de Heer,
hoe vind je het hier nou?
Niet gek hè, vent? Toch is er meer.
Wat dacht je van een vrouw?"

"Een vrouw? Mijn God, da's kolossaal!
Dan boek ik bij en blijf,
al kost me dat in Jouw verhaal,
een rib zelfs uit mijn lijf!"


Waarom was ik niet onder de indruk van het gedicht Sander.
Kinderen van een jaar of zeventien ontroeren me al gauw en deze Sander zou
me irl waarschijnlijk ook raken maar de troostende woorden die aan hem
gewijd worden raken me niet, ook al mag ik Wilmink graag.
Het heeft misschien te maken met het weinig weglaten, open laten, te raden
laten, maar ik denk dat het vooral te maken heeft met het denken voor een
ander.
Wat heeft een ander, een 'oude' man, zich te bemoeien met mijn
sexuele verlangens, zou ik denken als ik zeventien was. Zijn sexualiteit
is de mijne niet. Dat ik blind ben verandert daar niets aan.


Ik kan een heel eind met je mee gaan, vooral met dat 'waar bemoeit die vent
zich mee' , maar ik kan er toch ook het echte troosten in zien. Ik had
Sander
mede uitgekozen om met weer eens wat anders op de proppen te komen. Had al
eens voor mij te hoog gegrepen gedichten van Jellema en Pessoa. Toen ik die
verhalen van Kim las, paste dat zo mooi bij elkaar. Een misser voor wat de
meeste wggrrls betreft is niet erg, hoop ik.
Volgende gedicht wordt weer iets heel anders. Beloofd!
Ik blijf fan van Willem!


O nee, zo'n gedicht zie ik niet als ''misser''. Voor mijzelf juist niet
omdat het ontdekken wat me erin dwarszat verhelderend voor me was . Ik vrees
dat voor een ander denken een van mijn eigen foute hobby's is. Zo'n gedicht
waar je niet overheen leest omdat het in eerste instantie sympathiek oogt
fungeert dan opeens als spiegel.
Prima wat mij betreft.


> Wat heeft een ander, een 'oude' man, zich te bemoeien met mijn
> sexuele verlangens, zou ik denken als ik zeventien was. Zijn
> sexualiteit
> is de mijne niet. Dat ik blind ben verandert daar niets aan.

> je zult het zien in je gestreel
> van je twee fijnbesnaarde handen,

ik viel over de metafoor 'fijnbesnaarde handen'
volgens mij kunnen handen niet fijnbesnaard zijn, tenminste ik krijg
daar een storend beeld bij
iemand kan zelf fijnbesnaard zijn, zoals een mooi instrument (viool)
dat ook kan zijn
en ik denk dat juist in de liefde de andere zintuigen dan het
gezichtsvermogen belangrijker zijn.
tenminste dat denk ik, hoewel ik geen ervaring heb met slechtziendheid.
tegenwoordig trouwens wel met ontbreken van reukzin. door jarenlange
allergie en medicijnen
reukzin, die mij in de liefde zeer belangrijk lijkt, zowel in
positieve als in negatieve zin. is onderzocht ook, dat reuk erg
bepalend is voor attractie
en bij slechtzienden nemen de andere zintuigen functies over. tastzin
ligt voor de hand. ;-)

> De lieve lijnen van haar keel,
> de witte parels van haar tanden,
> je zult het zien in je gestreel
> van je twee fijnbesnaarde handen,
> je zult het zien, zo goed als ieder ander,
> Sander.


maar ik blijf het wel een lief en troostend gedicht vinden, dat wel.
maar misschien kan het de ouders van een slechtziend kind beter
troosten dan het kind zelf.
 


 

 




 


Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 09/02/09  Eisjen

 
Woensdag Gedichtdag