Nou, ik heb hem mogen aanschouwen hoor, de Dikke Van Dam. Twee dikke Van
Dammen feitelijk; een papieren en een echte. Qua omvang haalt de
papieren het niet bij de echte, maar dat terzijde.
Het was een wat wonderlijke plaats van samenkomst, de plek waar Van Dams
laatste boek zou worden gepresenteerd. Binnen klopte het allemaal wel,
maar laat ik met buiten beginnen, want daar kom je nu eenmaal als eerste
aan. Het terrein van het Foodcenter - voorheen de Markthallen - in
Amsterdam zit potdicht met een hele rij slagbomen. Voor voetgangers is
er
niet het miniemste gaatje opengehouden, zodat je of onder een boom door
moet of snel achter een auto of fiets aan moet lopen. Er stond ook
nergens aangegeven "Deze kant op voor Van Dam", en omdat het miezerde en
ik niet de uitnodiging uit mijn rugzak wilde frotten ben ik maar achter
wat mensen aangelopen die er niet als werklui uitzagen. Dat bleek een
goed idee. Voor Kweker
(want daar was het) stond een flinke rij feestelijk geklede mensen. Die
elkaar bijna allemaal kenden; het zou duidelijk een ons-kent-ons feestje
worden. We werden ontvangen door twee dames, van wie de een ons een
bonnetje gaf in ruil voor onze jassen, en de ander onze namen afstreepte
op de lijst genodigden. Koud binnen kreeg iedereen een glas champagne
aangeboden, en een petitfourtje van een soort bitterkoekjesspul met room
en glazuur erop, zooooooo zoet dat het glazuur al van mijn tanden spatte
toen ik alleen nog maar mijn mond opendeed.
Kweker is een soort Hanos/Ven-achtig iets, met waanzinnige schappen vol
nog waanzinniger hoeveelheden lekkers. Ik krijg altijd iets heel
hebberigs in zulke zaken. Er staan allemaal spullen die ik tot dan toe
nooit heb gemist in mijn leven, maar zo gauw ik ze zie weet ik dat ik ze
allemaal moet hebben. En wel nu! Maar daar kwam ik niet voor, en
bovendien was het niet de bedoeling dat we gingen lopen rausen. Dus
richtte ik mijn aandacht braaf op de enorme stapels boeken die waren
klaargelegd. De Dikke Van Dam, daar wassie. Ik zette het meteen op een
bladeren (wat me achteraf een mooie close up in het Achtuurjournaal
bezorgde - ik was die met dat rooie harige truitje). Eerlijk gezegd viel
de eerste aanblik me wat tegen. Later hoorde ik op tv dat het sober
moest wezen, en dat de afbeeldingen negentiende-eeuws zijn. Maar in iets
dat een naslagwerk moet zijn verwacht ik toch wel foto's van de
beschreven producten, net zo als bijvoorbeeld in het standaardwerk van
Terence Conran. Het papier van de Dikke is nogal gelig, en vierhonderd
afbeeldingen op zo'n aantal pagina's (736) vind ik niet veel, vooral
niet omdat ze behoorlijk klein en naar mijn smaak niet altijd even to
the point zijn.
Door dat geblader heb ik de rondleiding gemist. Er werd niet aangegeven
wanneer en vanaf welk punt die vertrok, maar later hoorde ik dat het
ging om een presentatie van Kweker. Ik heb dus zelf maar wat
rondgewandeld, en dat beviel ook heel goed. Johannes van Dam houdt niet
van liflafjes, schijnt het, dus wat er aan eten en drinken werd
gepresenteerd moest ook zo puur mogelijk zijn. Nou, dat was het. Her en
der in het bedrijf stonden kleine kraampjes waar diverse vakmensen hun
producten presenteerden. Allemaal even lekker. Ter plekke werd de
Palmesteyn Boeuf Blonde gebakken, een biefstuk wel zo zalig dat ik
overwoog vriendjes te worden met de kok zodat ik ongegeneerd kon blijven
dooreten. Maar nee, geen goed idee want ik had nog meer te proeven.
Tapas van La Tienda bijvoorbeeld. Ook al ter plekke klaargemaakt,
gefrituurd dit keer. Psja, en als je dan afgevaardigde bent van niet
alleen de boekgrrls maar ook de kookgrrls moet je natuurlijk elke smaak
tapa een keer proberen. Heerlijk! Daarna volgde een vriendelijke meneer
die me precies uitlegde waarom BeemsterKaas de beste aller kazen is:
omdat alle varianten zo goed smelten, ook de oude. Nou, zonder gesmolten
te zijn kon deze kaas mij ook wel bekoren. Zelden een jonge kaas met
zoveel smaak geproefd. De chocoladehoogstandjes van De Truffel heb ik
wel belangstellend bekeken maar niet geproefd. Ik ben niet zo'n
zoetekauw, en al helemaal niet met een glas champagne erbij. Wel weer
erg enthousiast werd ik van Die Käsemacher. Nee, niet weer puntjes kaas,
maar olijven, peppersweets en zelfs piepkleine patissons met geiten- en
andere smeuige kaas erin. Zalig! Klinkt ietwat achterhaald, maar de
kwaliteit was echt top. En ze hebben nog meer: gevulde uien bijvoorbeeld.
Met deze man ga ik zaken doen! (Alleen was hij visitekaartjes en folders
vergeten, de oen, dus ik heb de mijne maar gegeven en zijn url
opgeschreven.) De oesters heb ik me niet aan gewaagd. Ik weet dat het
hypocriet is, want ik eet alle soorten vlees en vis, maar zo'n oester...
die snijd je los van z'n navelstreng en slurp je meteen op, dus je zit
eigenlijk een stervend beessie te verorberen. Dat gaat me te ver.
Ronduit
aandoenlijk was de grote brede slager die eendenborst en -rilettes
aanbood. Hij was zó duidelijk zó trots op zijn producten, ik ben er puur
voor zijn lol wel drie keer langsgeweest. Hij glom helemaal! Was er dan
alleen maar eten? Welnee! Er was ook bier, en vier soorten wijn - twee
witte en twee rode - bronwater en een heel assortiment gecombineerde
sappen.
Ahum, en er was natuurlijk de uitreiking van het boek. Eerst sprak Vic
van de Reijt, namens de uitgever. Van zijn toespraak heb ik vooral
onthouden wat een schalkse man die Johannes toch is. Hetgeen nog eens
werd bevestigd door de tweede spreker, topkok Robert Kranenborg. Hij
verhaalde lachend over de keren dat Van Dam hem de les had gelezen omdat
er in zijn (Van Dams) ogen iets niet klopte in Kranenborgs restaurant.
Hij kreeg het zelfs voor elkaar om lachend te vertellen dat Van Dam de
messen niet goed vond,nieuwe liet maken en die uiteindelijk maar zelf
heeft gehouden omdat intussen Kranenborgs Vossius failliet was. Is dit
echt liefde of niet?... Daarna was het de beurt aan Van Dam zelf. Hij
begon zijn toespraak met de mededeling dat hij nu eens niet wilde
schoolmeesteren, en sloeg vervolgens aan het schoolmeesteren. Wel mooi
vond ik de reden die hij opgaf waarom hij het eerste exemplaar van zijn
boek aan burgemeester Job Cohen uitreikte. (Behalve dan uiteraard veel
publiciteit.) Altijd als hij een restaurant betrad, zei Van Dam, moest
hij aan Cohen denken. Diens vrouw zit namelijk in een rolstoel, en hij
vroeg zich altijd af of Cohen wel met zijn vrouw naar dat etablissement
zou kunnen. Hetgeen schunnig vaak niet het geval was. Cohen bleek in
zijn dankwoord geroerd.
Zoals ik al zei had ik al wat rondgelopen, en tijdens al die lovende
woorden heb ik op een strategische plek ook nog eens rond staan kIJken.
Het viel me op dat ik weinig bekende culinaire gezichten herkende, en ik
was bang dat dat meer aan mij lag dan aan iets anders. Maar gelukkig
liep ik een paar mensen van de redactie van Allerhande tegen het lijf,
en het eerste wat een van hun redactrices zei was: "Weinig culinaire
namen aanwezig..." Weliswaar werd de tweede Dikke aan John Fagel
uitgereikt, en later zagen we ook Jean Beddington, maar dat was het dan
ook wel, voor zover we hebben kunnen zien. Vreemd. Menig
restauranthouder en/of kok zit in 1 klap onder de uitslag als Van Dam
zijn restaurant binnenwandelt, maar publiciteit is toch ook niet gek? En
die was er, want Frenk der Nederlanden (Parool) en Marga van Praag (NOS)
zag ik er wel rondschuiven. Plus de overduidelijke lekkerbek Tonny Eyk,
en Peter van Straaten - wiens vrouw naar huis wilde, maar hij nog niet
want hij had de paté nog niet geproefd.
Voordat een bluesy driemanschap de vreterij muzikaal begeleidde, sneed
Vic van de Reijt nog even het cadeau-of-niet-cadeau vraagstuk aan: "Moeten
we iedereen dan een gratis exemplaar geven? We hebben het zo bedacht:
als u hier nu eet voor 39,90 kunt u het boek zo meenemen." Het kostte
dus 39,90 euro (na 1 januari 45 euro), behalve voor de pers. STIK!
Perskaart vergeten! Ik heb het maar zo gelaten. Ik had al gegeten en
gedronken.
Pauline
|
Foto's van dit evenement bij
BlablablogJohannes van Dam werd als kind al aangetrokken door
alles wat eetbaar is. Toen hij groot genoeg was om bij de klink van de
deur van de banketbaker te komen, was het eerste wat hij deed de
kwaliteit van de amandelspijs in alle buurtzaken onderzoeken, met behulp
van jodium uit het medicijnkastje. Door de vroege kennismaking met de
huisgemaakte croquet is dit, voor hem meest perfecte, culinaire object,
de heilige graal van de kookkunst geworden en hij besteedt een niet
onaanzienlijk deel van zijn leven aan het zoeken naar de beste croquet.
Niet verwonderlijk dus dat hij als kleuter al 'De Professor' genoemd
werd, al heeft hij ook iets van een graalridder en een dominee
(Meer bij
Nijgh & van Ditmar)
Uitvoering: Gebonden,
ISBN: 90 388 1435 6
|