ik word altijd zo treurig
als ik platanen zie
de brede armen die ons 's zomers
tegen zon beschermen hebben
schilferige huid, korsten
vallen van de vlekkerige stam
en als het bladerdak verslagen
op de grond ligt steken gele
takken bang en naakt omhoog
loopt het water langs de stam
zoals het ook niet kan
dat grote kerels huilen
Titia Beukema
Uit de bundel Lichter, 2001
(in eigen beheer uitgegeven)
Waarom koos ik dit gedicht?
Al jaren fiets ik door de Kruisstraat in Utrecht en houd elke keer weer van de enorme platanen die daar gewoon midden in de stad tussen het
langsrazende verkeer staan. Al als ze heel jong zijn hebben ze dat karakteristieke schilferige patroon op de bast van de stam: zie
deze
webpagina
en voor een close-up van de stam het onderste plaatje hier
of hier
De cadans van het gedicht bevalt me ook erg. De melancholie is voelbaar maar voor mij net voldoende in toom gehouden dat het niet over de top
wordt.
Niet veel moeilijkheden met interpreteren vandaag.
De dichteres werkt voor de Zuid-Hollandse Milieufederatie en is
bestuurslid van het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden
Wat
grappig is, is dat platanen mij nou altijd zo blij maken. Goede
herinneringen aan een door platanen overschaduwd terras in Frankrijk en
verder zal ik ook niet uitweiden. Maar jij wordt dus ook blij van
platanen itt deze dichteres?
Else,
wat een mooi gedicht! Roerend door z'n eenvoud, en wat het zegt roept
een bepaalde stemming bij me op. Dan plotseling de laatste twee regels,
die een kleine schok teweeg brengen. Inderdaad, niet een gedicht om te
bestuderen, maar om mee door te mijmeren. Mij doet het veel.
Ik
ben het helemaal eens met Bernique, die twee laatste zinnen, daar ga je
van rechtop zitten, en herlees je het hele gedicht nogmaals! een mooie
metafoor platanen.
Prachtig
gedicht, mooie keus. En ik ken die platanen in de Kruisstraat. Ik vind
het prachtige imposante bomen. Hoeveel jaar zouden ze er al niet staan,
heb ik me vaak afgevraagd als ik er langs kwam.
De
vergelijking tussen mannen en bomen vind ik prachtig. Persoonlijk zou
dit gedicht zonder dat krachtige slotakkoord niet zo aan mij besteed
zijn. Wat een krachtige beeld in die laatste regels.
Iets
nieuws over het gedicht te berde brengen, lukt me niet: het is allemaal
al gezegd. Ja, aardig gedicht. Ja, verrassend die laatste twee zinnen.
Nee, platanen maken mij juist blij. En wanneer je dan tot de conclusie
komt dat er maar weinig over het gedicht te zeggen valt (zie het aantal
en de aard van de reacties), dan besef je wat er schort aan dit gedicht:
er staat niet meer dan er staat. En was het niet zo dat een goed gedicht
altijd uit meerdere lagen bestaat?
Dat
hoeft toch niet? Van een fraaie of verrassende formulering kan ik ook al
heel blij worden, zonder dat er vijf betekenislagen onder zitten. Maar
misschien is het jouw persoonlijke eis waaraan een gedicht moet voldoen,
dat kan natuurlijk wel.
Hierin
steun ik je! Ik kan echt van een gedicht genieten zonder dat ik er nu
direct dubbele lagen in zie of een bepaalde betekenis. De cadans van
een gedicht of het blije of juist trieste gevoel dat ik ervan krijg kan
voor mij voldoende zijn. Ik vind het een erg fijn gedicht en ja,
platanen hebben ook voor mij een speciaal plekje in mijn hart.
Is
dat zo, dat een goed gedicht -altijd- uit meerdere lagen bestaat? Die
ervaring heb ik niet. Meerdere lagen kunnen zeker (soms veel) extra's
verlenen, maar ik ken ook gedichten die alleen maar door ritme, beelden
(ook al zijn ze duidelijk) en gevoel mij raken en mij ermee bezig doen
blijven. Ik vind een niet-ingewikkeld gedicht, mits goed geschreven,
vaak erg verfrissend. Als ik erover nadenk, nu dus, kan ik het zo
formuleren: als een eenvoudig gedicht, of een heel herkenbaar schilderij,
of een rechtlijnig stukje proza, mij
achterlaat met een gevoel van verrijking, of mij iets bekends met een
andere blik kan laten zien c.q. ervaren, dan is dat stukje kunst voor
mij heel goed te noemen. Zelf heb ik een gedicht in gedachten voor als
ik aan de beurt ben, dat ook heel makkelijk te begrijpen valt, maar
inhoudelijk zó mooi! Tenminste, ik zal even nakijken of ik dat eerste
goed heb, maar ik dacht het wel. Nee, ik kan gedichten met
meerdere lagen vaak waarderen, maar ook weleens juist niet. Zo zie je
hoe persoonlijk ervaring van kunst is. En dus leuk om over te praten!
Laat
ik nou altijd gedacht hebben dat het kastanjes aijn ;-) Toch eens omhoog
kijken als ik er weer langs kom. De
Blauwkapelseweg staat trouwens vol met nog steeds helemaal kale platanen,
in het najaar gesnoeid, nu nog geen groen puntje te ontdekken. Terwijl
de jonge broers en zussen aan de overkant al volop in het blad zitten.
Ze zijn toch niet dood???

Eerlijk gezegd vind ik zelf dat er wél een tweede betekenislaag in is,
namelijk de moeder die met haar brede armen haar kinderen altijd heeft
beschermd, en daar in haar ouderdom niet meer toe in staat is. Ze ligt zelf
onttakeld, afhankelijk, bang, een zeer pijnlijk
beeld voor kinderen, omdat ze haar zo niet kennen. De sterke boom "huilt".
Het kán eigenlijk niet! Net zoals het ook niet kan dat grote kerels huilen.
Misschien is het nonsens wat ik nu zeg, en geef ik mezelf bloot, maar ja, zo
heb ik het gedicht in zijn volle omvang ervaren. Vandaar dat ik zei dat het me
veel deed.
Ik
heb zelf het gevoel dat er meer staat dan er staat, want als je in een boom
iets treurigs ziet, dan beschrijf je in feite niet de boom maar jezelf. Hoe
dierbaar bomen me ook zijn, ik ga er zelf toch niet vanuit dat ze aan emotie
onderhevig zijn. Het dubbele zit voor mij in die grote kerels. De dichteres
wordt er beroerd van als grote kerels huilen, ze zegt zelfs dat ''het niet kan''.
De vergelijking tussen de kerels en de bomen zit denk ik niet alleen in de
treurigheid die kennelijk moeilijk om aan te zien is, maar ook in hun
eigenlijke functie: beschermen. Als de beschermer ook zwak blijkt te zijn, dan
voelt de beschermde zich niet veilig meer. Vooral door: zoals ''het ook niet
kan'' dat grote kerels huilen. Hier zie ik kinderogen in. Waar ben je nog
veilig als de almachtige vader het al niet meer aankan?
>
Ik heb zelf het gevoel dat er meer staat dan er staat, want als je > in een
boom iets treurigs ziet, dan beschrijf je in feite niet de boom maar
jezelf.
Is dat zo? Je kunt toch heel goed - en dat is mijns inziens wat Titia
Beukema doet - al fantaserend en associërend een
'treurige' boom beschrijven?
Laten we het gedicht eens helemaal volgen:
> ik word altijd zo treurig
> als ik platanen zie
Dat zie ik als een mededeling. Een mededeling waar je nieuwsgierig van
word. Hoezo treurig?, vraag je je af. Je wordt op
je wenken bediend, want er volgt een verklaring:
> de brede armen die ons 's zomers
> tegen zon beschermen hebben
> schilferige huid, korsten
> vallen van de vlekkerige stam
Het is duidelijk herfst (de schors is aan het afschilferen) en de (kale)
takken worden geassocieerd met brede armen. Omdat die 's
zomers vol blad zitten, en we
eronder lekker verkoeling kunnen zoeken, hebben ze iets - in de zomer dus -
beschermends. Die 'schilferige huid' en 'korsten' geven ook het idee van
ouderdom, vergankelijkheid. Om inderdaad treurig van te worden.
> en als het bladerdak verslagen
> op de grond ligt steken gele
> takken bang en naakt omhoog
> loopt het water langs de stam
Ja hoor, 't is herfst: het bladerdak ligt op de grond. Langs de naakte
takken, wellicht zich aftekenend tegen een donkere, dreigende lucht,
loopt het water, omdat het regent. Het heeft iets sinisters. Denk aan het
beeld 'De verwoeste stad' van Zadkine, in
Rotterdam. Die ten hemel geheven armen zouden heel goed vergeleken kunnen
worden met de omhoog gestoken takken van een boom. De boom is bang want hij is
naakt, zijn bescherming ligt op de grond (z'n
bladerdak en z'n huid - de schors).
> zoals het ook niet kan
> dat grote kerels huilen
De grote boom was de kerel die ons 's zomers zo goed en gul
beschermde. Nu hij dat niet meer kan, huilt hij: de tranen lopen over z'n
bakkes (de stam). Daar wordt de 'ik'
zo treurig van.
|
Overzicht
van gedichten die aan de orde kwamen in:
Woensdag Gedichtdag
|