Nico Arts


Dit wordt een Achterhoekse aflevering, liever gezegd een Winterswijkse
en allerliefst gezegd een Huppelse.

Net voor de Boekenweek verscheen bij uitgeverij Kontrast in Oosterbeek de
debuutbundel van Nico Arts, Vanaf de heuvelrug, gedichten, die in de
Gelderlander nogal wat aandacht kreeg. Ik kocht het boekje om verschillende redenen, maar dat de dichter in dezelfde buurtschap woont als ik, namelijk Huppel, was de belangrijkste, en de minst literaire!

Zodra Huppel genoemd wordt ergens, word ik warm vanbinnen, want bijna altijd gaat het dan om iets moois, iets grappigs, iets warms, want er is hier weinig ruzie en veel saamhorigheid. Het uitkomen van deze bundel hoort bij de categorie warm en mooi. Aandacht voor de kleine dingen. Zo'n instelling bij een dichter spreekt me meer aan dan het heftige, het geëxalteerde taalgebruik of het steeds maar de eigen zieleroerselen verkondigen. Arts observeert, maar je voelt de liefde en betrokkenheid voor wat hij ziet.

Een paar gegevens over hem, overgenomen van de website van de uitgever:

Nico Arts (Nijmegen 1927) studeerde geneeskunde. Als hoogleraar Verloskunde
en Gynaecologie is hij verbonden geweest aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij houdt zich nu vooral bezig met natuur- en portretfotografie en schrijven. Zijn gedichten verschijnen regelmatig in het tijdschrift Poëziepuntgl.

Op deze site staan nog 3 andere gedichten van hem.

Ik heb twee gedichten uitgezocht als voorbeeld van zijn manier van schrijven.

 

Gestilde mond

Vederlichte stappen doelgericht
behoedzaam op bemoste grond;
het zij aan zij te moeten tasten
aarzelend in de weke laag
om gaandeweg te stuiten
op het prille, een kind dus,
een gestilde mond

en kort daarna

het knakkend dorhout onder voeten;
bewogen aftocht in de schemer
 

******

 

Ontrafeld geheugen

Het ligt verankerd in Huppel:
een buurtnaam ontloken uit woorden
het een uit het ander ontstaan:

hop met zijn windende stengel
wurgend om wilgen en dorhout omhoog
dat tierende kruid met haar vruchten
het stellig effect van bittere smaak
tot strelende kracht van het bier;
dat vinnige kruid ooit HUPPAN geheten

verweten dat het in struiken en bomen
uiteindelijk vreemd is gegaan;
het bos verwilderd met hop
heet Huppel voortaan-

Huppel heeft haar geheugen ontrafeld;
nog steeds woekert hop door haar naam

(Huppel, buurtschap onder Winterswijk)


Het eerste gedicht lijkt concreet, het bestaat uit onopgesmukte woorden. Een kind kan het lezen, maar wat betekent het? je kunt op verschillende scenario's uitkomen. dat intrigeert me.

Het tweede gedicht lijkt veel meer op een gedicht, wurgend om wilgen, de strelende kracht van bier, nog steeds woekert hop door haar naam.. je kunt het echter maar op één manier uitleggen, namelijk als een bloemrijk geschreven lemma in een etymologisch woordenboek. Goh, interessant, mooi geformuleerd, denk ik dan.

Ik ben benieuwd wat jullie van Nico Arts' gedichten vinden.

Ik wilde bij hem langs gaan om een handtekening in mijn exemplaar te vragen. Dat wilde ik ook bij een bundel van Wim van Til die ook in Huppel woont. Ik word echter weerhouden door de gedachte dat mensen niet zomaar ver van de bewoonde wereld gaan wonen, ze hebben natuurlijk helemaal geen zin in zoiets onnozels als mensen aan de deur krijgen die om een handtekening komen vragen.



Leidje
 

 

Uitgeverij Kontrast

Buurtschap Huppel

 

 

 



> Zodra Huppel genoemd wordt ergens, word ik warm vanbinnen,
> want bijna altijd gaat het dan om iets moois, iets grappigs, iets warms,
> want er is hier weinig ruzie en veel saamhorigheid.

Toch lees ik in 'Gestilde mond' het verslag van iemand die een dood
(vermoord?) kind in het bos vindt.


Hij kan het gedicht al voor hij hier kwam wonen geschreven hebben en dan
heeft ons warme enz. Huppel er echt helemaal niets mee te maken, wat denk
je wel :-) Ik dacht in eerste instantie ook waar jij aan dacht, maar een
ander scenario zou te maken kunnen hebben met het beroep dat Arts
uitoefende en met een inwendig onderzoek. Het behoedzaam naderen via het
zachte mos ( stappen ondernemen, behoedzaam, doelgericht, - het zij aan
zij zou hand op buik en hand in buik kunnen zijn, dan de baarmoedermond
gesloten, gestild vinden: de baarmoeder draagt een pril kind, en kort
daarna de miskraam, en de stille begrafenis. (?)


Zo las ik het ook. Een tikkie griezelige sfeer, wellicht was het kindje al
dood (vandaar de verstilde mond?)


Ik vond het eerste gedicht ook iets akeligs hebben door die gestilde
mond, al kon ik er niet precies een 'scenario' bij bedenken. Vond het
moeilijk te doorgronden wat er precies gebeurt. Dat baarmoederverhaal was
nooit in me op gekomen, maar zou best kunnen. Is de 'bemoste grond' dan
het vrouwelijk geslacht? Dat brengt bij mij een welgemeend IEUW! naar
voren. Brrr.


Gestilde = verstilde, ja, misschien kun je het zo lezen. Ik kwam op
gestild = voldaan, maar verstild = geen leven zou hier dan ook kunnen.
Dat griezelige voelde ik eerst niet, maar nu je het zegt...


Bemoste grond lijkt misschien niet zo'n vrouwvriendelijke omschrijving,
hoewel? zacht geurig mos is heel aangenaam om te beroeren en om bovenop te liggen. Een peluwtje van mollig mos bezongen wij al braaf vroeger op
school in het versje wie rusten wil met lusten. Dat kent Arts vast ook
wel, hij is nog ouder dan ik!


Mijn eerste associatie is bij bemoste grond meer die van kil, vochtig en
zompig. Zag het niet zozeer als vrouwonvriendelijk, maar een beetje
onsmakelijk ;-) Dat gegraai in de lagen trouwens ook wel een beetje ;-)


Grappig, in eerste instantie las ik niet in dit gedicht over een
kind, maar bleef ik bij de natuur. Het contact met het kind in
jezelf, 'en kort daarna', want wat is een mensenleven nou in tijd
gemeten, het knakkend dorhout en de aftocht in de schemer van je
nadagen. De dichter is daar zelf ook, gezien zijn leeftijd. Maar ik
denk niet dat ik het goed heb. Na de mailtjes van anderen gelezen te
hebben geloof ik ook dat het om een chirurgische ingreep gaat om bij
een niet of maar kort levensvatbaar kindje te komen. Ligt ook
helemaal in lijn met zijn beroep. Vind ik overigens ook erg mooi
verdicht. In eerste instantie werd ik dus geraakt door zijn intense
en mooi beschreven natuurmetafoor, in tweede instantie voelde ik een
akelige rilling. Op wat voor manier ook, dit gedicht doet me wat.

Het tweede gedicht vond ik geestig, met mooie vondsten.


tja, gestild is niet verstild. waarom gezocht naar een beeld uit de
werkelijkheid? dan zou er slechts staan wat er staat, een beetje mooi
gezegd, emotie opwekkend (is dat voldoende?), maar niet verder reikend dan
zichzelf. ik lees een metafoor voor het dichten. woord voor woord,
bedachtzaam geplaatst, je nieuwste creatie, tevredenheid, en dan toch te
weinig bezielend bevonden, daar zit je dan, met de brokken. ggrrrr,
boosheid? teleurstelling?de woorden zijn verdwenen, terug naar af, je tast
nog slechts in het duister.

Ontrafeld geheugen, een fraaie ety in versvorm inderdaad, maar is het wel
ety? heeft Huppel wel iets met hop(bier)? een ode aan Huppel.

O.E. hleapan "to jump, run, leap" (class VII strong verb; past tense
hleop, pp. hleapen), from P.Gmc. *khlaupan (cf. O.S. hlopan, O.N.
hlaupa, O.Fris. hlapa, Du. lopen, Ger. laufen "to run," Goth. us-hlaupan
"to jump up"), of uncertain origin, with no known cognates beyond
Germanic. The noun is O.E. hlyp (Anglian *hlep). (huppan = werkwoordsvorm
van huppama, springen, in Estland)

De Huppelsteeg 1757 (JW); een parceel akkerland onder het Elschot
genaamd Huppelsteegje 1815 (NA 16 no.723); huis bestaande in ene
landmanswoning koestal schuur dorsvloer klein huis achterhuis hof
boom¬gaard en bouw- en weiland onder Elschot in het Huppelsteegje
N.1827; aan het Huppelsteegje N.1849; A 699 (b: 46.20); het
Huppelsteegje N.1875; A 691 (w: 33.60); Huppelsteegje 1941 (CS).
Huppel als plaatsnaam (Gld) 1168-1173 Huppelo; een samenstelling van
germ.* huppan = "hoppe" en 'lo' "bosje" (Plaatsnamenboek 91); hubbel,
hobbel, hobbelig, springen, huppelen (Etym. Wb.). Deze steeg is gelegen
aan de Boschweg; mensen van de Boschweg werden vroeger "kikvorsen" genoemd
(Hr. Timmermans, Schijndel)


> ik lees een metafoor voor het dichten. woord voor woord, bedachtzaam
> geplaatst, je nieuwste creatie, tevredenheid, en dan toch te weinig
> bezielend bevonden, daar zit je dan, met de brokken. ggrrrr, boosheid?
> teleurstelling?de woorden zijn verdwenen, terug naar af, je tast nog
> slechts in het duister.

Goed idee van je, de dichter en het vergeefse pogen. Ik wil zo met je
meegaan hierin, zoals ik ook onmiddellijk met Bernique meeging. Alleen:
zou je dan niet ook nog iets van een worsteling verwachten? Dat hoeft
natuurlijk niet, maar ik kijk nu naar hoe ikzelf in zo'n situatie
tekeerga.

> tja, gestild is niet verstild. waarom gezocht naar een beeld uit de
> werkelijkheid? dan zou er slechts staan wat er staat, een beetje mooi
> gezegd, emotie opwekkend (is dat voldoende?), maar niet verder reikend
> dan zichzelf.


Ik vind dat er meer inzit dan 'er staat wat er staat'. Er zijn nu al
verschillende interpretaties langsgekomen, dan is het toch niet eenduidig?

> Ontrafeld geheugen, een fraaie ety in versvorm inderdaad, maar is het
> wel ety? heeft Huppel wel iets met hop(bier)? een ode aan Huppel.

Het is duidelijk wel een oude benaming, al is misschien niet met zekerheid
te zeggen waar de betekenis vandaan komt. Nu nog groeit hier hop in de
bosranden. Ook bij ons in de houtwal. Er waren ook veel kleine
bierbrouwerijen, en de laatste grote brouwerij, die van Grolsch in
Groenlo, op 8 km afstand, is pas 2 jaar geleden verhuisd. Dat Huppel met
hop te maken heeft, kan dus heel goed. Ook het openspringen van de bellen
kan misschien met de naam te maken hebben.


> ik lees een metafoor voor het dichten. woord voor woord,
> bedachtzaam geplaatst, je nieuwste creatie, tevredenheid, en dan
> toch te weinig bezielend bevonden, daar zit je dan, met de brokken.
> ggrrrr, boosheid? teleurstelling?de woorden zijn verdwenen, terug naar
> af, je tast nog slechts in het duister.

Ja, ook een mooie gedachte, maar wat moet je dan met 'het zij
aan zij te moeten tasten'? De scheppende kunst is een solitaire
bezigheid. En de worsteling die Leidje er dan in mist zou ik ook
missen, geloof ik. Daarom ga ik toch voor de gynaecologische versie,
want opereren (of zelfs via normale weg een kind halen) doe je zij
aan zij, niet alleen. En zelfs kan ik dat wel plaatsen als het om een
metafoor voor het leven zou gaan, zoals ik eerst dacht, in de zin van 'met
je levenspartner'. Of is dit te ver gezocht?


> wat moet je dan met 'het zij aan zij te moeten tasten'? De scheppende
> kunst is een solitaire bezigheid

ik zie een gedicht niet als woorden, zoals in proza, achter elkaar, maar
als woorden zorgvuldig zij aan zij geplaatst.

> En de worsteling
> er is zeker een reactie op de poging: je komt een eind met je vers, om
> het dan toch te licht te bevinden -bewogen (= met veel emotie) aftocht.
> knakken (onherstelbaar). een vette kras. En zelfs kan ik dat wel
> plaatsen als het om een metafoor voor het leven zou gaan,

ik denk dat een gedicht over het moeizame, pijnlijke, spannende, etc. van
het dichten altijd als metafoor voor het leven gelezen kan worden. het zou
anders maar een beetje versleten gezeur worden, almaar weer dichten over
dichten;-).

het enige probleem dat ik tegenkom is het woordje dus. maar als het echt
om een kind gaat klopt het ge-stild niet = tevreden, opgehouden met. dan
zou er verstild moeten staan. een ongeboren kind kan de mond niet gebruikt
hebben om geluid te maken. verstillen -stiller worden- is een beetje
slordig in dat geval. nou ja, ik denk maar hardop hier...


> Ik vind dat er meer inzit dan 'er staat wat er staat'. Er zijn nu al
> verschillende interpretaties langsgekomen, dan is het toch niet
> eenduidig?


het is heerlijk dat ieder leest wat hij/zij leest. in mijn geval vind ik
dat wanneer het om een dokter gaat die een kindje haalt, dat er staat wat
er staat. alleen lees ik dat er niet in, vooral door het woord gestild.
het moet wel kloppen, toch? zo is het lezen ook een tekeer gaan, alleen
met het zalig weten dat als je er niet uitkomt, je de volgende woensdag
weer een gedicht gepresenteerd krijgt. gratis en niet voor niets!

> Nu nog groeit hier hop in de bosranden. Ook bij ons in de houtwal. Er
> waren ook veel kleine bierbrouwerijen, huppel betekent bosje of sprong.
> de plant hop is genoemd naar de bloeiwijze: de sprong van de bloem. in
> die zin is er wel een voor de handliggende relatie tussen hop en huppel

een kruid dat huppan heet? niets over te vinden.
en wat heeft de dichter toch met dorhout? tegenstelling met het welig
tieren en winden, maar aan dorhout valt niets meer te wurgen. in het
eerste gedichtje is het wel zeer op zijn plaats. oh, strelende kracht, wel
leuk als tegenstelling van bitter, maar echt, het is een beetje cliché.

 
Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 03/04/07  Eisjen

Woensdag Gedichtdag