"De maatschappij waarvan we proberen los te komen, was daarentegen een
verregaand subjectieve maatschappij, waarin een ideologie - of gewoon de
wil van één iemand - het absolute, totalitaire criterium werd, dat zelfs
zover ging dat het pretendeerde de wetten van de erfelijkheidsleer of de
taalkunde buiten werking te stellen. Het verschil tussen de twee
systemen komt er uiteindelijk op neer dat terwijl het ene wordt
gedomineerd door woorden, het ander wordt gestuurd door getallen. Is dat
beter? Is dat slechter? Daar valt eerlijk gezegd moeilijk een antwoord
op te geven, en als de utopie waarvan we juist proberen los te komen
niet zo misdadig was gebleken, zouden er misschien nog dromers bestaan
die een oplossing zien in een mengvorm van beide mogelijkheden. Maar wat
houdt die mengvorm dan in en wie is wijs genoeg om de doses te kunnen
vaststellen? Schelpen met klauwen en vleugels, harnassen met snavels,
hoeden met benen, billen met ogen, geslachtsdelen met een neus, eieren
met handen, vruchten met voelsprieten - dat alles is ontsproten aan de
verbeelding van Jeroen Bosch, die daarmee niet een oordeel velde over de
zondige mensheid, maar over het principe van de schepping zelf, die als
onvolkomen werd aangemerkt en werd vervangen door nieuwe, riskante
combinaties. Het resultaat dat dit oplevert, is echter niet iets
heilzaams, maar iets monsterlijks: De tuin der lusten komt op ons niet
over als een sprookjeswereld, maar als een nachtmerrie. Er staat ons dus
niets anders te doen dan in alle bescheidenheid het experiment op te
geven en te proberen een wijze keuze te maken, ons daarbij de vragen
stellend: Wat is beter? Wat is slechter? Is dat vooruitgang? Een
pessimist als de filosoof Emil Cioran - die uit het ontbreken van hoop
zo'n schitterend kleed weet te weven - beweert dat vooruitgang niets
anders is dan een streven naar het slechtere ('Le progrès n'est rien
d'autre qu'un élan vers le pire'), maar wat een logische conclusie lijkt
bij het verlaten van een bibliotheek verliest zijn zin bij het verlaten
van een gevangenis. En omdat wij ervan overtuigd zijn dat we het
slechtere tot in zijn kleinste details hebben leren kennen, gaan we
ervan uit dat we, wanneer we ons in de tegenovergestelde richting
begeven, alleen maar het betere kunnen bereiken, zelfs wanneer we ons
slechts bij benadering een voorstelling kunnen maken van hoe dat eruit
zal komen te zien. Vele jaren geleden, toen ik niet geloofde dat we nog
ergens op mochten hopen en de enige redding op vernederende wijze leek
af te hangen van de begrenzingen van de biologie, heb ik over dit thema
een gedicht geschreven:
Het betere en het slechtere bestaan niet,
Het zijn slechts waanbeelden,
Mateloze dromen
Van het goede en het slechte,
Beloften
Bestemd om uitstel te krijgen
Van het angstaanjagende ogenblik
Waarop we zouden kunnen ontdekken
Dat het betere en het slechtere
Beide niet bestaan,
Maar slechts waanbeelden zijn,
Mateloze dromen
Van nog onbeduidender
En nog dubbelzinniger
Bijwoorden.
Alles wat ik me nog kan wensen, is dat de conclusies ervan - vandaag de
dag - niet meer geldig zijn buiten de logica van de poëzie. Daarvoor zou
ik echter antwoord moeten geven op de vraag wat in feite het betere is
en, vooral, voor wie dit geldt."
Vertaling: Jan Willem Bos
Gedicht ingezonden door Zoe.
dit
gedicht leest als een besluit. Besluiten dat wij niet (kunnen) weten wat
goed en wat slecht is. Lezen jullie dat ook zo? Het voorwoord van
Blandiana is onmisbaar bij dit gedicht, Kun je nog wat meer haar
vertellen Zoe?

> Het voorwoord van Blandiana is onmisbaar bij dit
gedicht,<
Dat is wel jammer, en als ik bij elk gedicht zo'n 'uitleg' zou krijgen,
neem ik vaak de moeite niet eens om zo'n gedicht te lezen.
Ik
zag en hoorde Ana Blandiana enkele jaren geleden tijdens Literair
Paspoort, een variant op Dichter aan huis waarin dichters en toehoorders
te gast zijn bij ambassades of ambassadeurswoningen. Ze las heel zacht
en bijna toonloos. Haar vertaler, die zijn vertalingen voordroeg, deed
het juist heel levendig. Omdat ik geen woord verstond van de
oorspronkelijke gedichten, kon ik alleen de klankrijkdom waarnemen. Die
klankrijkdom, die er in het oorspronkelijke gedicht zeker zal zijn, gaat
noodzakelijkerwijs verloren in de vertaling. Van rijkdom aan beelden
moet dit gedicht het niet hebben, zodat er in het Nederlands niet veel
anders overblijft dan een statement dat met een gedicht alleen de vorm
gemeen heeft. Maar nogmaals: er zal in de vertaling ongetwijfeld het een
en ander verloren zijn gegaan.
Edith
|
Ana Blandiana – Dichteres, schrijfster en politicus
tegen wil en dank
Ana Blandiana (in het gewone leven Otilia Valeria Coman, gehuwd met
Romulus Rusan), werd in 1942 geboren in Timisoara, uit een familie die
afspronkelijk afkomstig is uit het dorp Blandiana in het district Alba
in Transsylvanië. Sinds ze in 1964 debuteerde met Persoana întâi
plural (Eerste persoon meervoud), heeft ze een groot aantal
dichtbundels en prozawerken doen verschijnen, en haar werk is
vertaald in vele Europese en niet-Europese talen. (Meer bij
Go-Bos Press)
Index Woensdag
Gedichtdag
|