Het Land (Egyptisch)
De wondere wagens der zon gaan onder,
Bereiken nog - de wind wordt lichter en dit gerstig land is
laag -
De vluchtelingen, gedoken in hun nood.
Nederknielende, sparende, biddende, buigende
Zijn zij steeds ongedeerd.
Hun spaden staan, hun spannen rijden.
Maar wacht, wacht. Als een schot in de twijgen
Waarin geofferd wordt, gesmeekt, gehunkerd,
Slaat het uur der huursoldaten.
Ietwat later - vloeit de beek? en de halmen, de zachte, buigen zij?
En de stemmen, sterven zij? - schrijven de laatste bevlekte
vingers
Letters en namen van kindermoordenaars.
Weerloos is de tijd, ongenadig de aarde.
In de straat van genade. De parkiet schreeuwde
De nacht lang. Wie weet wat de wezel riep?
De parkiet schreeuwde en vijf soldaten braakten.
In de straat van genade een uil en een rat.
De dieren wankelden in hun schonken, de rechter was verschrikt
Toen zijn bebloede dochter vluchtte over de vlammende weide.
In hun korenbed liggen de boeren. Gesloten is hun biddend oog.
Hun land kraakt.
Het water vloeit er niet meer binnen.
Hugo Claus, 1955
Bron: Een engel zingend achter een pilaar; gedichten over
schilderijen. Een bloemlezing samengesteld en toegelicht door Anton
Korteweg, m.m.v. Annemarie Vels Heijn. Uitgegeven door SDu Uitgeverij,
Den Haag,1992. Oorspronkelijke uitgave: De Oostakkerse Gedichten. De
Bezige Bij, Amsterdam,1955.
Toelichting op het gedicht:
Volgens hierna genoemde Weisgerber heeft Hugo Claus twee schilderijen
voor ogen gehad toen hij dit gedicht schreef: 'De volkstelling in
Bethlehem' en 'De kindermoord te Bethlehem' van Pieter Brueghel, beide
uit 1566. Deze schilderde de taferelen als een eigentijdse oorlogsscène
in een Vlaams dorp in de winter. Ongetwijfeld zal Eisjen de schilderijen
vinden en toevoegen op de website. Ene Jean Weisgerber heeft in 1964 in
zijn 'Etudes Germaniques' aangetoond dat de eerste zes verzen van Claus
betrekking hebben op de volkstelling, de laatste zes op de kindermoord.
In het vervolg van het gedicht beschrijft Claus de directe gevolgen van
de moord, in de laatste strofe de uitwerking ervan op lange termijn.
(Enigszins vrij overgenomen uit genoemde bron)
Over mijn keuze:
Ik heb gelezen in vier gedichtenbundels op zoek naar een gedicht voor
deze tweede kerstdag. Ik vond verschillende mooie teksten, en toch werd
ik als door een magneet telkens weer naar dit gedicht getrokken. Ik vind
het een donker gedicht, het komt aan als een slag, het vermoordt
illusies. Maar daarmee is het ook geworteld in de grond waarop ik loop,
indringend, krachtig, invoelbaar. Zelfs als je met je verstand niet
helemaal begrijpt wat bepaalde dingen betekenen. Mij spreekt daarnaast
aan dat het om gebeurtenissen draait die zich om de geboorte van Jezus
afspeelden. We gedenken alleen het romantisch mooie en onschuldige en
vergeten gemakshalve dat de tijden en een deel van de mensheid wreed
waren, machtsbelust en corrupt, en dat ook dit moorden domweg gebeurde.
Toen, nu en straks. Hugo Claus heeft, in mijn ogen, heel knap dit
gegeven getransformeerd naar de 20e/21e eeuw. Je wordt er niet vrolijk
van, en ik besef dat het sommige grrls misschien niet erg zal aanspreken,
maar goed, het is mijn beurt en ik dacht: dit kies ik. Hoewel, het lijkt
er meer op dat het gedicht mij gekozen heeft, niet andersom.
De dichtregels doen mij veel door hun kracht. Claus gebruikt dwingende,
slagkrachtige woorden. Zoals Anna Enquist dat ook vaak doet, om
duidelijk te maken wat ik bedoel. Verder vind ik een mooi gebruik
van herhaling en begin- en binnenrijm. Ja, ik vind het een prachtig
gedicht. Raadselachtig wordt het voor mij alleen vanaf 'de straat van
genade'. Het zou volgens Weisgerber om de directe gevolgen van de moord
gaan. De parkiet zie ik als de getuige die de nacht lang schreeuwt over
wat hij zag. Maar de wezel? De uil? De rat? De rechter? Ik vermoed
dat het hier om WOII gaat, die 'pas' tien jaar daarvoor, voordat Claus
dit gedicht schreef, afgelopen was. Het doet er niet zoveel toe.
Duidelijk is dat niks meer helpt, ook en vooral geen bidden.
Desondanks voor iedereen een vrolijk, licht en hoopvol jaar 2008
gewenst!
Op de valreep, vlak voor het sturen, ontdekte ik dat over De
Oostakkerse Gedichten wel degelijk en en ander is te vinden, nota bene
bij het mij bekende en onvolprezen digitale tijdschrift Meander. Ik
zocht alleen op Claus en op de titel van dit specifieke gedicht! Nu is
het te laat, ik heb helemaal geen tijd meer. Wel wil ik in een later
stadium hierover nog iets toevoegen, als dat oké is. Ik ben zelf ook
benieuwd.

Bernique
26.12.07
Ik
vind het altijd prettig om meer te horen over bedoelingen en
achtergronden, maar ondervind inderdaad al zonder die achtergrond de
kracht van het gedicht. Wat een beelden. Ik schrok inderdaad en welkom
is schrik op zich niet, maar tussen de zoetgevooisde Kerstromantiek plus
het eetgedoe wel op zijn plaats. Dank.

mooi indringend gedicht van Hugo Claus,
het is ook zeer klankrijk, mede door de alliteratie in dit gedicht. Zeer
bedankt voor je toelichting:
|
Hugo Claus eerder in
Woensdag Gedichtdag

De volkstelling van Bethlehem

De kindermoord in Bethlehem
Jean Weisgerber
De Oostakkerse Gedichten bij Meander
Nog meer
Gedichten bij Schilderijen bij de Boekgrrls
|