Op 22 mei 2005 is het acht jaar geleden dat de Vlaamse
dichter, essayist
en literatuurcriticus Herman de Coninck doodviel 'in de stad van Pessao,
onderweg naar een literair congres, in de armen van een gevierde dichteres
met een pléiade van dichters en schrijvers bij de hand die een vers aan je
zullen opdragen en dat alles net op tijd voor het middagjournal', zo schreef Kristien Hemmerechts in Taal Zonder
Mij. Ooit kende ik De Coninck niet. Maar Eisjen stuurde jaren en jaren geleden eens een gedicht van hem
naar de boekgrrls en vanaf dat moment kende ik De Coninck wel. Dat gedicht
was:
Ballerina
Gebaar voor gebaar reikt
ze haar lichaam over aan haar dromen
en telkens wordt ze meer
dan ze al was en telkens reikt ze weer.
Het is verwonderlijk hoe iemand die zelf niet danst dit zo heeft kunnen
verwoorden. Niet lang nadat ik deze woorden leerde kennen ging De Coninck
dood. Alsof het al maanden klaar lag, kwam vrij snel daarna zijn verzameld
werk uit. Het hek was van de dam. De Coninck is één en al muziek en dans
in zijn woorden. Hij dartelt en dwarrelt en geeft de liefde handen en voeten in
netkousen. Zijn verdriet bestaat uit oprechte tranen en rode ogen. Zijn humor is goedlachs en zijn reflectie maakt nadenken tot een
feest. Herman de Coninck was de beste aanbeveling voor het leven zelf en
het is jammer dat hij zo jong is gestorven. Voor vandaag moest ik kiezen
uit al die bladzijden vol met prachtige woorden. Het heeft uren geduurd.
Maar ik koos voor:
Arpège
Ik sta in de hall en je warrelt
Van de trap als een arpège
Van Chopin. We zoenen een akkoord,
nou ja, een orgelpunt bijna, zoiets als Beethoven
die ook nooit kon eindigen.
En al spoedig weet je ene been
niet meer wat het andere doet, en
een bed komt onder ons terecht
(hoe zijn we intussen weer boven geraakt?)
en mijn verlangen is zo groot geworden
als een lange straat waardoor ik
hijgend en nog net op tijd kom aan-
gerend.
En nadien is mijn lichaam een luie sofa
waarin ik tot rust kom en waarin
het gevoel dat ik heb van mijn borst
tot bedaren komt
(zoals de zee gaat rusten in de zee)
in mijn borst.
Uit: Zolang er sneeuw ligt (1975?)
Morgen, donderdag 19 mei 2005, is er op Canvas (België 2) van 21.00 - 21.50 uur Histories: Herman de Coninck (1944-1997 - Een oefening in
verliezen.
yvonnep
Mooie
keus. Herman is ook een van mijn favorieten. Zijn verzamelde werk staat
in mijn kast. Ik kan erin blijven lezen, het verveelt nooit. Je hoeft
niet te zoeken naar diepere lagen, maar hij verwoord alles zo prachtig.
En ik ben je dankbaar voor de tv-tip. Die ga ik zeker even bekijken
morgenavond.
Dit
is nou precies wat ik van woensdag gedichtendag verwacht: Het leren
kennen van uitzondelijk mooie poëzie. Bedankt Yvonne voor je bijdrage
en morgenavond ga ik zeker kijken.
Ahh,
Yvonne, mijn favoriet. Ik werd vanochtend wakker en dacht "benieuwd
wat Yvonne gekozen heeft voor vandaag". En dan dit. Ik vlieg weer
35 jaar terug in de tijd want door Herman de Coninck werd de liefde
tussen mij en mijn lief bezegeld...............
Mijn dag is goed!

Nu maak je me nieuwsgierig. Met welk gedicht van hem?

wat heb je vandaag gekocht, vroeg ik.
een halsuitsnijding, zei je.
trek ze eens aan, vroeg ik,
en je trok alles uit : dat is ze
helemaal, zei je, maar met de jurk
erbij komt ze tot hier -
en toen wees je midden op mijn handen.
Uit: De lenige liefde
Voor wie meer van Herman de Coninck wil weten, lezen en
leren: Intimiteit onder de melkweg - Over poëzie
Van de achterflap:
'Zoals een beroepsinbreken aan een cijferslot prutst: zo klikt een gedicht soms ineens.'
'Een geachte in een gedicht willen stoppen is zoiets als met een bokshandschoen een telefoonnummer draaien.'
Twee lukrake citaten uit deze essay-bundel. Herman de Coninck schrijft over poëzie zonder vakjargon: 'Een pefecte regel is een regel die zo mooi is dat niet uit te leggen valt waarom. Eva Gerlach heeft vele van die regels. Dat zal wel haar uitdaging zijn om te blijven dichten, denk ik. En mijn uitdaging om over poëzie te blijven schrijven is dan het geloof dat je dat desondanks kunt proberen uit te legen.' Kortom, De Coninck schrijft over poëzie minder als criticus dan als collega.
Hij vraagt zich af hoe je Faverey aan middelbare scholieren moet duidelijk maken. Ongeveer zoals je een horloge uiteenhaalt. Hij pleit voor tweederangsdichters. Hij herlaast na tien jaar een bundel van
Willem van Toorn, en zijn zijn toenmalige kritiek erop en geeft een uitvoerig antwoord op de vraag waarom hij destijds zo dom was. Hij vraagt zich af wat inhoud is in poëzie. ('Inhoud? Dat is wat in een ballon zit.') Hij probeert dichter bij de dichters te komen door ze via omtrekkende bewegingen, desnoods ook via analyse en interpretatie, te benaderen en, waar dat pas geeft, te omarmen. Hij is kortom een essayist die de binnenweggetjes kent. Het titelessay is een ars poetica aan de hand van een
fotografiebloemlezing, 'The Family of
Man'. 'Hoe komt het dat een foto van ouwe mensen, ze hebben heel hun leven in armoe gewroet, toch kan uitstralen dat het de moeite was? Moeite, ja, maar _de_ moeite?'
Het heeft te maken met de allesheid van alles. En poëzie is daar de eredienst van.
Een
nieuwe versie van The
Family of Man met schitterende foto's.
Wat een
prettige manier om via woensdag Gedichtdag meer in contact te komen met
poëzie. Als "nieuwe"boekgrrl die niet erg thuis is in poëzie
vind ik dit echt een cadeautje, dank je wel het smaakt naar meer.
Arpège
zou ik lang geleden geweldig hebben gevonden. Nu mis ik het menselijk
tekort, iets relativerends, een misser die de liefde weer een menselijk
bedrijf maakt. Als een arpège van Chopin van de trap warrelen,
dat is wel héél Libellineus gelukzalig al
is het wel leuk gezegd. Gelukkig dat het Beethovengrapje erna kwam. De
beelden van de lange straat en de luie sofa vind ik mooi gevonden. Het
Ballerinagedichtje treft me toch meer als verwoording van groei door
inspiratie.
Als De Coninq ïéts is, dan de meester van het menselijk tekort en de
relativering. Maar hier heeft hij het erg naar zijn zin na een geslaagde
vrijpartij, en ach, die bestaan ook ;-) Relativeren doet hij vooral zichzelf in dit gedicht - dat hijgend en nog net op tijd komen aanrennen
bijvoorbeeld. Maar de partner krijgt het volle pond en die mag dus als een
arpège van de trap komen warrelen. Tja, een klein beetje Kasteelroman daar
misschien - Libellineus zou ik het niet willen noemen; de gemiddelde Libelle-lezeres of de heldin van het gemiddelde Libelle-verhaal zie ik
toch meer als een polka de trap af komen dalen, of op zijn best als een Engelse wals. Waarmee niets ten nadele van Libelle-lezeressen of
-heldinnen gezegd wil zijn - ik krijg het ook niet voor elkaar om als een
arpège van de trap af te warrelen, al had ik dat best gewild, al was het
maar één keer in mijn leven ;-)
Dat
zal het zijn, gewoon de kif ;-)

|
Herman de Coninck
eerder bij de grrls:
De bundel 'Vingerafdrukken'
En het gedicht: 'Vingerafdrukken'
Het gedicht: 'Nu'
Kristien Hemmerechts
eerder bij de grrls:
De Tuin der Onschuldigen
Een
jaar als (g)een ander
Woensdag
Gedichtdag Index
|