Goedemorgen, hemelse mevrouw Ping
is U de zachte nacht bevallen, hebben de on-
deugende, geheimzinnige planten naar behoren
gegeurd en zijn hopelijk geen van uw overige
zuigelingen aan de builenpest bezweken?
Hebt U de interessante nerveuze godvruchtige
vogeltjes, vrome goedertierende mevrouw, al wel
bekeken, druk telefonerend van: hallo, met piet
kom je op mijn tak - o de sierlijke levendige
vogels, allemaal allemaal voor de brave poes,
die veelbeproefde droevige moeder. Ja verdomd,
deze ziekte, lieve beklagenswaardige mevrouw,
is een wrede rakker en zoveel is wel duidelijk:
er valt niet tegenop te baren, waar zelfs het
begrafeniswezen, die intieme huisgenoot, die
zeer bekende schenker ook van lauwe melk,
op zijn verlengde achterpoten het ter
aarde bestellen welhaast niet meer bij kan
benen, nietwaar, dame Ping, radarbesnorde,
dubbelgepuntmutste, mevrouwogige poezin?
Het is nu beter te zitten zonder weemoed in
de rauwe geurige ochtendlucht, nu de zon nog
teder is en de gordijnen levendig in de goede
vrolijke wind. O halmstaartige voortreffelijke,
kijk, zwijgzame zwakzinnige allerliefste,
er loopt een belangwekkend, héél klein maar
bijzonder lekker beestje tussen de kiezelstenen
onder de hemelsblauwe hortensia
(Aan mijn neerslachtige poes, ter vertroosting bij het overlijden van
zijn gebroed)
F. Harmsen van Beek, 1927
Ik ben tegen haar aangelopen toen ik het boek Jagtlust van Annejet van
der Zijl las. Het boek handelt over een landgoed in Eemnes, in de jaren
50 en werd bewoond door Fritzi ten Harmsen van der Beek (ze heeft later
haar naam enigszins aangepast geloof ik). Ze woonde daar niet alleen,
maar in een soort van kunstenaarskolonie met voor kortere of langere
tijd Remco Campert, Gerard Reve, Peter Vos, Cees Nooteboom e.d. Binnen
de gemeenschap was zij de muze, zo kun je dat wel zien. Ze heeft maar
weinig gepubliceerd en wat er gepubliceerd is, is niet meer te krijgen,
omdat ze zelf de rechten beheert en niet meer wil dat het wordt
uitgegeven. Inmiddels is ze hoogbejaard en woonachtig in Garnwerd.
Ik vind het een fascinerend gedicht, omdat het een en al klank is en
toch ergens over gaat. Het handelt simpelweg over een poes, diepere
betekenislagen zitten er niet in, maar het is bijna muziek, zo mooi van
klank en soepel van ritme. Verder vind ik de beeldspraken prachtig:
'dubbelgepuntmutst' voor kattenoren, 'halmstaartige' als beeld voor de
staart en ook voor de poes bijvoorbeeld.
Op internet is haar poëzie nog wel mondjesmaat te vinden, maar zoals
gezegd: het oeuvre is niet omvangrijk.
Bij deze raad ik ook het genoemde boek van Annejet van der Zijl van
harte aan. Ze heeft een prachtig verhaal gemaakt van Jagtlust en alles
wat zich daar heeft afgespeeld. Als je dat leest begrijp je de
muzeachtige fascinatie van vooral mannelijke kunstenaars voor Fritzi, ik
werd er in ieder geval heel nieuwsgierig van en vond het jammer toen ik
het uit had, waarna ik het direct nog een keer gelezen heb...
Ik ben benieuwd wat jullie er van vinden en of er onder jullie mensen
zijn die meer van haar weten/gelezen hebben.
Irma
Wat
een leuk gedicht heb je uitgekozen, het was voor mij een hernieuwde 'kennismaking'
met Fritzi!
Wat
die betekenislagen betreft: als je (nog) meer van de schrijfster en haar
werk wilt eten, kan ik je 'Fritzi en de sprookjes, Portret en
zelfportret van Fritzi ten Harmsen van der Beek' van Frida Balk-Smit
Duyzentkunst aanraden. Ongelofelijk wat die aan betekenislagen en
verwijzingen uit het werk weet te halen, en nog overtuigend ook. Het
boek is een uitgave van Thomas Rap uit 1996, waarschijnlijk alleen nog
antiquarisch te verkrijgen of misschien in een grotere bieb. Het is
indertijd mede t.b.v. het onderwijs uitgegeven, staat erin, dat geeft
misschien nog meer mogelijkheden het te vinden.
Ik ken en bewonder het werk van tHvdB al lang, maar heb Jagtlust nog
niet zo lang geleden gelezen; kon het nergens te pakken krijgen, tot ik
eerder dit jaar een stapeltje zag liggen in het Singer Museum.. Het
verhaal van Jagtlust kende ik al wel, maar van der Zijl weet het in haar
debuut smakelijk te brengen en er waren toch nog veel details die ik
niet kende.
Dank voor je keus!
Heerlijk,
Irma, die hernieuwde kennismaking met mevrouw Ping. Ik heb gelijk bij de
bieb Jagtlust aangevraagd. Het was in bestelling, er zijn dus meer
liefhebbers voor. Ik ga ook op zoek naar het boek uitgegeven door Thomas
Rap, waarin de lagen in het gedicht besproken worden. Ben er heel
benieuwd naar. Bedankt voor alle tips, grrls.
Fritzi
THvdB had bizondere ouders: de illustrator Eelco Ten Harmsen van der
Beek en zijn vrouw, tekenares Freddie Langeler. Hij was de tekenaar van
de beroemde strips over Flipje van Tiel (ooit de jamfabriek van de
Betuwe).Ter gelegenheid van een tentoonstelling over Flipje van Tiel in
1993 weidde Vrij Nederland een artikel aan het werk van Eelco, Freddie
en hun kinderen Fritzi en Hein. Ook werd een documentaire over Fritzi op
TV getoond. In dat jaar kreeg zij de A.Roland Holst Penning, een
3-jaarlijkse oeuvreprijs voor poëzie. Ook zij tekende en illustreerde.
In 1963 kreeg zij voor nog ongebundelde gedichten de Lucy B. en C.W. van
der Hoogtprijs, en in 1984 de Trevanian-poëzieprijs. Zij is inmiddels 80
jaar oud (als zij nog leeft???) Veel meer zal zeker via internet over
haar te vinden zijn.
Inderdaad,
de mores van het kunstenaarsgezin die door de kinderen (w.o. Fritzi)
naadloos worden overgenomen.... Ik vond het echt fascinerend om telezen.
Als Fritzi een kind (zoon) van 2 jaar heeft waarvan ze vindt dat hij
maar op zichzelf moet leren passen, dat moet hij later toch ook.
Schrijnend en fascinerend tegelijk, die grenzeloosheid.
|
Index Woensdag Gedichtdag
F. Harmsen van Beek, pseudoniem van Frederike Martine (Fritzi)
ten Harmsen van der Beek (Blaricum, 28 juni 1927) is een Nederlands
dichter.
Hoewel het oeuvre van F. Harmsen van Beek niet groot is, maakte haar
poëzie zoveel induk, dat zij tot de beste dichters van de 20e eeuw wordt
gerekend. Zij ontving dan ook in 1975 de Van der Hoogtprijs.
(Wikipedia)
|