Och jee, en toen was het ineens 5 oktober en was ik aan de beurt voor
de woensdag gedichtdag. Met mijn hoofd in het geregel voor het nieuwe
huis (morgen tekenen we als het goed is het voorlopig koopcontract) dus
niet echt goed nagedacht over het gedicht dat ik al wel had klaargelegd
(dat scheelde weer zoektijd!). Dit naar aanleiding van P+S, waar we het
over poeticale gedichten hadden. Volgens mij is het volgende een mooi
voorbeeld van zo'n gedicht. Mooi verwoord hoe verschillende, dicht bij
elkaar liggende woorden, toch een compleet verschillend gevoel kunnen
opwekken. In dit geval bij de dichter.
Else, iets minder stellig daarin :-)
Op school stonden ze...
Op school stonden ze op het bord geschreven;
het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven,
de ene werklijkheid de andre schijn.
Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven die dingen uitgeheven,
vervuld worden van goddelijke pijn.
Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht.,
Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken,
is kind worden en naar de sterren kijken,
en daarheen langzaam worden opgelicht.
Ed. Hoornik
Uit: Het menselijk bestaan (1952)
Else S.
Wat
goed dat je ondanks huizenkoopdrukte toch de tijd hebt genomen je
bijdrage aan WG te leveren; ik weet met hoeveel stress huizen kopen en
verkopen gepaard gaat (gefeliciteerd trouwens!)
In het gedicht van Hoornik dat je hebt uitgekozen zie ik niet in de
eerste plaats een poëticaal gedicht, geen gedicht over het dichten Wel
een bespiegeling over de begrippen (meer dan de woorden) 'hebben' en 'zijn'.
Hij giet zijn gedachten in een sonnetvorm die de meeste klassieke
kenmerken wel heeft, al is het rijmschema abab abab in het octaaf minder
gebruikelijk dan abba abba en al gebruikt hij in het sextet een
rijmklank meer dan gebruikelijk. Het meest van de klassieke sonnetvorm
wijkt hij af doordat zijn sonnet geen wending heeft tussen octaaf en
sextet. Hij werkt wat hij in het octaaf al opmerkte in het sextet gewoon
verder uit. De gedachte die hij in het gedicht uitwerkt is niet echt de
meest originele die ooit is bedacht, maar het is natuurlijk ook alweer
een oudje. Leuk in het gedicht vind ik dat hij uitgaat van het
schoolbord en uitkomt bij de mens die (weer) kind wordt. Daarmee maakt
hij de cirkel mooi rond. Het schoolbord is 'hebben', het kind
is 'zijn'.
Edith
Dank
je wel voor je uitgebreide antwoord, Edith. Ik had begrepen dat een
poeticaal gedicht ook over de betekenis van woorden ging, maar toen ik
de verzameling die jij daarvoor samenstelde er net nog even bijpakte
bleek ik het inderdaad verkeerd onthouden te hebben: dat zijn gedichten
over dichten/schrijven. Mea culpa :-)
Het leuke van Woensdag Gedichtdag vind ik ook dat we nog eens 'een lesje
krijgen' in wat 'gebruikelijk' is: zoals de wending die je noemt die
meestal tussen octaaf en sextet plaats heeft of abba abba als rijmschema
in het octaaf. Heb ik vast ooit geleerd maar ja, beta-grrl he, dus errug
ver weggezakt, die kennis. Kan ik er bij een volgend sonnet weer wat
beter op letten of de regels al dan niet gevolgd worden :-)
Else.
Heel
vaak niet hoor, en daar hoeft een sonnet als gedicht bepaald niet minder
van te worden. Sla er de Sonnetten van de kleine waanzin van Hans
Andreus maar eens op na.
Ik vind het gedicht van Hoornik iets belerends hebben en daar houd ik
niet van in gedichten (daarbuiten trouwens ook niet ;-)). Maar misschien
lees jij dat er niet in?
Edith
Ik
vind het moeilijk dit overbekende gedicht iets te noemen. Een
levensvisie van Hoornik spreekt er m.i. wel uit:
Buiten zijn is er niet veel dat echt telt.
Iets
heel iets anders, maar wel een gedichtje. Vandaag gelezen in het kader
van Dierendag voor kinderen (ze moesten tekenen of een collage maken of
dichten). Deze trof me en ik kan me nauwelijks voorstellen dat het door
een kind geschreven is:
LIJMEN
Ik had drie dieren
Drie dieren van steen
Een vogel
Een veulen
Een varken
Ik liet ze vallen
Ze waren stuk
Ik lijmde ze
Het is bijna gelukt
Ik heb drie dieren
Drie dieren van steen
Een volen
Een veuken
Een vargel
Ik
heb het eerder gelezen, maar kan me niet herinneren waar. Dacht dat het
van een schrijver/schrijfster van jeugdpoëzie was, maar weet niet meer
welke. Daar heb je dus niet veel aan ;-(
Edith
Volgens
mij komt dat uit Superguppie van Edward van de Vendel...
Else.
