Esther Jansma


EENWORDING

Een moeder staat kwaad zwaaiend met haar armen
brood, brood naar haar kinderen te gooien, het is
kermis, het is vroeger, het gebeurt in een dun
zwart huis in het blok van mijn hoofd, ik vergruis
op bevel huilend hoor ik het gillen minder - nee

ik draai mij om, ik bedenk mijzelf opnieuw
bombardeer de muur, denk hem weg, vertrek
naar een huis vol kleur dat van mij is, waar ik zeg
u, voor de duur van de rest van mijn vrijheid
stel ik dit tegenover uw slagkracht, zomerlicht

een kast, een schaal met appels, de was die ik opvouw
iemand die thuiskomt, al die dingen die gebeuren
en er zijn, en niemand die schreeuwt en met brood smijt.

Het gaat ons goed, moet u weten. De kinderen
hebben de mussen gevoerd, muizenissen bemokt
en opgeborgen, en slapen. Wij hebben voor morgen
de tafel gedekt en zitten hier zomaar te praten.

© Esther Jansma, 2005

De bibliotheek is aan het verhuizen, ik kan geen boeken inzien, maar gezien
het jaartal denk ik dat dit gedicht afkomstig is uit de bundel 'Alles is
nieuw' Amsterdam: De Arbeiderspers, 2006.

Esther Jansma is geboren in 1958, zij woont in Utrecht en heeft een
bijzonder beroep: ze is behalve archeoloog ook dendrochronoloog, zij
onderzoekt de ouderdom van bomen en bouwhout. Jansma debuteerde in 1988 als
dichteres met de bundel Stem onder mijn bed, waarin een soort archeologie
van het eigen persoonlijk leven wordt bedreven en herinneringen aan
overledenen in rationele gedichten worden opgeroepen.

Ze geeft in een interview met Annemiek Neefjes op Literatuurplein toe dat er
een sterk gevoel van onveiligheid is in haar gedichten. ''Mijn vader ging
dood toen ik zes was .Verder heb ik een akelige opvoeding gehad. Alles wat
ik ben geworden, ben ik ondanks die jeugd geworden. Ik heb mezelf als een
konijn uit mijn eigen hoed gegoocheld. Zoals ik het in het gedicht
'Eenwording' schrijf, zo was het.''

Het begrip eenwording lijkt me te staan tegenover het vergruizen in de
eerste strofe. Ze staat zichzelf niet toe te vergruizen onder het kabaal van
haar kwade moeder. Het gedicht vind ik mooi vanwege het krachtige verweer en
vanwege de laatste strofe waarin ze geborgenheid zo aardig onder woorden
brengt. 'De kinderen hebben de mussen gevoerd'. Het is bekend dat ze twee
kinderen verloren heeft, maar het stoort haar zeer dat lezers en critici
haar meteen met die dode kinderen in verband brengen. Hier is in ieder geval
sprake van een huiselijk tafereel, muizenissen bemokt en opgeborgen. Het
gaat ons goed, moet u weten.

In haar gedichten duikt vaak het beeld van een huis op, ik dacht eerst aan
veiligheid, maar het dunne zwarte huis in de eerste strofe is kennelijk
juist onveilig.

Misschien heeft iemand van jullie de bundel Alles is nieuw, want ik vraag me
af of dat 'u' in regel 9 klopt, zou het niet 'nu' moeten zijn?


jop


Mooi gedicht. Ik vind de gedichten van Jansma altijd erg de moeite waard.
Je vroeg je af of de tekst helemaal correct is. En dat is zo. Ik zie het
"u" als het afstand nemen van de nare jeugd? Hier staat het gedicht nog eens
met verwijzingen naar recensies


Prachtig gedicht! Het spreekt me erg aan. In het mussen voeren zie ik
ook wel een vreedzame echo van het brood gooien van de eerste regels: zo kan
het dus ook... naar vriendelijke musjes in plaats van naar je kinderen.
Ik vind verder vooral de zin: 'voor de duur van de rest van mijn vrijheid'
erg mooi. Het geeft voor mij tegelijkertijd aan dat ze die vrijheid heeft
moeten bevechten als dat ze erin gelooft dat die niet onmiddellijk weer
afgenomen wordt, dat vrijheid nooit vanzelfsprekend is, kwetsbaar en toch zo
waardevol.
Het u en uw zijn lijkt mij tegen de moeder gericht, een statement dat
aangeeft dat ze zich committeert aan een beter leven, lichter, zonniger.
Krachtiger doordat iemand rechtstreeks aangesproken wordt.
Erg mooi! Ik vraag me wel af hoe jullie de titel duiden?


Ah, mooi dat je de kruimels naar de mussen in verband brengt met het
smijten van het brood naar de kinderen door de moeder!
Ik had de titel Eenwording gezien als contrast met het vergruizen dat de
moeder veroorzaakt. Leek je dat minder aannemelijk? Ik herken zelf dat
brokkelig worden van angst en het weer 'uit één stuk' worden heel goed.
Aardig trouwens hè die mussen en muizenissen na elkaar, toch ook een soort
rijm en met een genoeglijk effect, passend bij de sfeer.


Wat een apart gedicht.
Over een vrouw die als meisje geen goed thuiskomen had en armoede heeft
gekend aan gevoel en voedsel.
Nu zich later geborgen weet in haar eigen huis en er een thuis voor haar
kinderen van maakt.
En de mussen met brood voert....
Apart. maar mooi.
Wat lezen jullie er in???


Het begin van dit gedicht zou me weer nachtmerries kunnen bezorgen,-
herinneringen aan een tweede moeder-, als dat prachtige evenwichtige eind
van het 'verhaal', het vertrek naar een huis vol kleur dat van mij is, er
niet achteraan gekomen was.
De tegenstelling tussen gekte en normaliteit, zwart en kleur, vroeger en
vandaag, vergruis op bevel en ik bombardeer de muur, wordt goed duidelijk.

Ik geniet van spelen met de taal, 'nee
ik draai me om' nee wordt één in Eenwording

naar een huis vol kleur dat van mij is, waar ik zeg
u, omdraaiing weer: een huis waar ik u tegen zeg, een
geweldig huis dus

mussen en muizenissen, niks om je druk over te maken, heeft iets huiselijks

Ik vind het gedicht vooral mooi om het niet blijven hangen in wrok of
slachtofferschap, maar 'ik bedenk mijzelf opnieuw', vertrek naar een huis
vol kleur dat van mij is, waar geen kermis en slagkracht is maar zonlicht,
rust en liefde.
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Woensdag Gedichtdag

 

 

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 05/06/07  Eisjen