
Die bladeren die op de gracht liggen en het water dat door de wind
daaronder gaat rimpelen. Mooi beeld.
Maar verder begrijp ik het niet echt.
Waarom bijvoorbeeld spreekt Nijhoff van ´langzame seizoenen´ als ware
het
het tegenovergestelde van dit seizoen dat ´ijl en open´ is? Deze
tegenstelling lees ik er niet in. Waarom vergelijkt hij zijn hart met
een
geel blad. Ik weet natuurlijk dat het blad na groen eerst geel en dan
pas
koperkleurig wordt. Het is dus al wel aan het verouderen ('gerijpt')
maar
nog niet verdord. Waarom mag dat 'goddank vluchten uit de stad'?
Met het door jou geopperde doodsverlangen kan ik niet heel veel, sorry.
Ik
lees dat er in ieder geval niet in. Alhoewel, als je je hart dat
verouderd
is door het opzuigen van al je levenservaringen (het sap) de vrijheid
geeft om heen te gaan. Tja, daar zit misschien toch wel wat in. Maar die
vlucht uit de stad snap ik dan toch nog niet hoor. Te weinig levenssap
misschien nog op kunnen zuigen? :-)
Wie schept licht in deze duisternis?

Ik vind dit een heel mooi gedicht. In de eerste strofe beschrijving,
in de tweede reflectie, in de laatste zes regels oplossing. En mooie
beelden. Het enige waar ik moeite mee heb is het 'ijl en open', waar
het de herfst betreft. Ik breng dat zelf onmiddellijk met winter in
verband. De herfst kan nog heel uitbundig zijn met vele en diepe
kleurschakeringen en stormen. Een laatste opleving. Ging voor Nijhoff
hier
het rijm soms voor het beeld, vraag ik me af.
Ik zie ook niet de tegenstelling tussen langzame seizoenen en het 'ijl
en
open'. Zou het niet logischer zijn als er stond: '... wij hebben eenzaam
met elkaar langzaam de seizoenen door gelopen'? Maar wie ben ik, hoe
durf
ik! Ook vind ik het evenmin in overeenstemming met het dorstig omlaag
grijpen wat daarna volgt. Daar zit hunkering en vaart in.
Maar het doodsverlangen en de vlucht lees ik wel. Hij heeft zich vast
gegrepen aan het leven, er willen uithalen wat erin zat, maar hij is
teleurgesteld. Hij is gerijpt, ouder geworden en het leven heeft hem
niet
gebracht wat hij ervan verwachtte (vaak weet je niet eens wat je precies
verwacht). Hij is een beetje aan de kant blijven staan met een hart dat
nooit tot volle wasdom is gekomen omdat hij te bang, te voorzichtig was
en
het zogenaamde volle leven (lees: de stad) nooit aandurfde, ook niet als
het zich aan hem voordeed. Nou ja, zoiets. Ik hoop dat jullie begrijpen
wat ik zeggen wil. De parallel met de natuur vind ik door Nijhoff erg
mooi
getrokken. Wat je zegt over tastende taal (mooie term!) onderschrijf ik.

Ja, de associatie ijl en winter had ik ook. En volgens mij H. ook want
die
vergelijkt immers met een Wintergedicht... Misschien is de tegenstelling
tussen ijl en open in de lucht en dorstig wortelen in de grond eigenlijk
wel logisch. Wat is er minder ijl dan je in de grond boren? Met de
uitleg
over het hart kan ik prima overweg!

Ik vind wel dat jullie gelijk hebben hierin. Inderdaad kan de
herfst uitbundig zijn. Tegelijkertijd vind ik de
herfst iets heel kwetsbaars hebben vaak, de laatste blaadjes die nog aan
hun takken vasthouden maar die toch gedoemd zijn af te sterven. Dat las
ik
er zelf in eerste instantie in, een voorbode van de winter, de
onontkoombaarheid ervan en tegelijkertijd nog de openheid, de kleur (het
gele blad), het is nog niet helemaal afgestorven.
> Waarom vergelijkt hij zijn hart met een geel blad. Ik weet natuurlijk
> dat het blad na groen eerst geel en dan pas koperkleurig wordt. Het is
> dus al wel aan het verouderen ('gerijpt') maar nog niet verdord.
Waarom
> mag dat 'goddank vluchten uit de stad'?
Daar had ik zelf eigenlijk niet eens over nagedacht. Bij mij was de
associatie met Schubert´s Winterreise zo sterk dat ik me helemaal niet
verbaasde over die vlucht uit de stad, want die is daarin ook heel
prominent. Maar bij teruglezen realiseer ik me dat het geheel mijn eigen
inleg is. De interpretatie van B.vond ik mooi, daar kan ik me goed in
vinden:
> Hij is een beetje aan de kant blijven staan met
> een hart dat nooit tot volle wasdom is gekomen omdat hij te bang, te
> voorzichtig was en het zogenaamde volle leven (lees: de stad) nooit
> aandurfde, ook niet als het zich aan hem voordeed. Nou ja, zoiets.
Tot slot ging het om het doodsverlangen dat ik er (eveneens sterk onder
invloed van Schubert, realiseer ik me nu) in meende te lezen.
> Met het door jou geopperde doodsverlangen kan ik niet heel veel,
sorry.
> Ik lees dat er in ieder geval niet in. Alhoewel, als je je hart dat
> veroudert is door het opzuigen van al je levenservaringen (het sap) de
> vrijheid geeft om heen te gaan. Tja, daar zit misschien toch wel wat
in.
> Maar die vlucht uit de stad snap ik dan toch nog niet hoor. Te weinig
> levenssap misschien nog op kunnen zuigen? :-)
> Maar het doodsverlangen en de vlucht lees ik wel. Hij heeft zich vast
> gegrepen aan het leven, er willen uithalen wat erin zat, maar hij is
> teleurgesteld. Hij is gerijpt, ouder geworden en het leven heeft hem
> niet gebracht wat hij ervan verwachtte (vaak weet je niet eens wat je
> precies verwacht).
Misschien is het inderdaad teveel inleg van mij geweest. Ik vind echter
dat de regel 'nu kun je heengaan, bonzer in mijn borst' toch wel een
beetje in die richting wijst. Maar ik vind het opvallend dat B. schrijft
dat hij eruit heeft willen halen wat erin zat, want dat lees ik er nu
weer
niet in. Ik zie er juist eerder iets in dat hij niet echt gedurfd heeft,
hij is wel gerijpt, maar bleef 'altijd bevend', alsof de definitieve
stap
om het leven op te zuigen, niet alleen maar dicht aan de grond te
blijven
maar ook omhoog te streven (naar het ijle en opene?) teveel van het
goede
was, en dat hem juist daarom nu zo overvalt. Maar dat is natuurlijk
uiteindelijk het leuke van poëzie (en van woensdag gedichtdag...) dat
iedereen haar eigen interpretaties en associaties erbij heeft, de één
voelt zich aangesproken, de ander niet... Ik ben benieuwd naar het
gedicht
van a.s. woensdag!