Ik koos voor jullie een mooi gedicht over de liefde van Hagar Peeters:
(http://www.dbnl.org/gedichten/peeters.htm)
Als ooit
Als ooit jouw aanraking geen beroering
wekt dan ergernis of niets, als ooit
de dagen zich weer sluiten in de
aaneengeregen rij van opsomming
zonder apotheose als de dood
zich in ons heeft gemengd en vreugdeloos
met ons aan tafel zit waar alleen nog
de verveelde conversatie van de vorken klinkt,
als ooit jouw bloed niet meer het mijne is
of ik het drink en er meer is in de kamer
dan jouw aanwezigheid als jij er bent,
als ooit behang en kapstok met jouw jas eraan
geen verschil maken voor mijn blik,
de straat gelaten onder onze voeten ligt,
dan vraag ik je om met mij in een kleine kist
onder een boom waar wij eerder
of te verbranden en te gooien in het water
waarop wij eens, dat wij teruggaan naar de plaatsen
die zijn achtergebleven in het fotoboek en ook het fotoboek
met alles er nog in en ook ons huis, de kinderen
als we die dan hebben, de hele aarde
zullen we samen moeten begraven, als ooit
Hagar Peeters
Ik las het in november 2003 toen het bij dbnl nieuw gedicht was, en het
heeft na die tijd ongeveer een jaar op mijn bureau in een lijstje
gestaan. Inmiddels is het daar toch ook wel weer weg en ergens ingeplakt.
Wat ik er zo mooi aan vind, is dat het aan de ene kant over een mooie
liefde gaat, een relatie die helemaal in orde is, maar aan de andere
kant toch niet helemaal. Of tenminste speelt met de veronderstelling van
niet helemaal: als ooit. Als je maar verliefd genoeg bent is dat
veronderstellen al heiligschennis, maar op een gegeven moment opent zich
toch de mogelijkheid.
Maar tegelijkertijd is het helemaal in orde. De tweede strofe kan je
omdraaien:
blijkbaar is jouw bloed het mijne, ik voel me helemaal op mijn gemak bij
jou in een kamer en jouw jas maakt behang en kapstok bijzonder. Zo
voelde dat, en je rook soms stiekem aan die jas en die rook toen naar
tabak (zou ik dat nu nog lekker vinden, na meer dan 10 jaar zonder roken?)
En terwijl het dus helemaal in orde is, is er ook die veronderstelling:
als ooit. En die is toch niet helemaal te ontkomen ook: als de dood
(mooi: apotheose als de dood, als de dood zijn en als de dood zich in
ons heeft gemengd, drie voor de prijs van één) zich in ons heeft gemengd
en vreugdeloos met ons aan tafel zit. Het klinkt toch alsof het wel zal
gaan gebeuren.
En dan het allerprachtigste in de laatste strofe: dat alles in de zinnen
afbreekt
'onder een boom waar wij eerder'
'het water waarop wij eens'
en dat ze dan gaat stapelen:
de plaatsen die zijn achtergebleven in het fotoboek EN ook het fotoboek
MET alles er nog in en OOK ons huis, de kinderen als we die dan hebben,
de hele aarde zullen we samen moeten begraven, als ooit
waarmee maar weer benadrukt is hoeveel je samen deelt. En dan weer zo'n
half-affe zin als eind en conclusie: als ooit
Waarmee je op een soort wip eindigt, die precies in evenwicht is in het
midden. Beide kanten zijn onderzocht en het is niet duidelijk hoe het
afloopt. Net als in het echt.
Riek

Ach Riek, wat zegt Hagar Peeters dat weer mooi en wat heb je 'Als ooit' mooi
besproken. Juist die onafgemaakte zinnen vind ik zo veelzeggend.
Ik vind het wel een "jong" gedicht. Ik zou terug willen dichten als ik het
kon dat er geen liefde is zonder woestijn. Zeker niet voor de
"middelbaren". Van oase naar oase, dat is al niet gering. Later wordt
alles beter, zeker beter dan dat angstige lied van Gerard Cox 'Als ik 65
ben', waarin hij ook al afgeschoten wil worden. En als het té laat is, ja,
dan stop je waarschijnlijk je neus weer in een oude jas. Kringloop van de
liefde.
Pfjoe, Riek, even een traantje wegpinken. De inhoud is zeer raak! Zo herkenbaar denk ik: je weet al bij de start van een nieuwe liefde, als het allemaal nog geweldig is, dat dat niet zo blijft en dat je ook ergernissen zult gaan krijgen en de liefde misschien zelfs wel ten onder zal gaan. Peeters weet dat mooi te beschrijven, vooral de angst daarvoor.
En ook de manier van verwoorden is prachtig, bijvoorbeeld in de tweede strofe:
>als ooit jouw bloed niet meer het mijne is
>of ik het drink
het beeld van bloed als teken van verwantschap (jouw bloed dat het mijne is) naar teken van boosheid/ergernis (ik kan je bloed wel drinken)
Een heel mooi gedicht Riek.
Ik kan me er talloze voorstellingen bij maken.
Als reactie op je liefdesgedicht; een fragment uit het schrijnend
gedicht Het huwelijk ontstaan in het schemergebied
tussen liefde, lijden en leed van Antwerpenaar Elschot
Twee jaar na zijn huwelijk was er al zijn vaak geciteerde en weinig
romantische gedicht
Het huwelijk
"Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat".
Dankjewel voor het mooie gedicht, Riek!
En wat een geruststelling om te lezen dat na de grote wolk en de roze wereld
een vraag als: als ooit, er mag zijn.
Mooi en knap gebouwd gedicht, Riek! Absoluut. En je hebt er een heel fraaie
bepreking aan gewijd. Maar ja, maar ja - al na de eerste regels dacht ik
al - meid, geef 't maar op. Dit wordt nooit meer wat.
Dus ik er werd er wat treurig en sarcastisch van. Jop had 't heel schattig
over 'oases'. Goed om weer even onder die boom te zitten. Maar mijn spullen
zitten allang in dat kistje. En dat kistje is potdicht.
Riek, ik vind het prachtig! Om keer op keer te herlezen. Ook jouw
gegeven interpretatie is perfect, ik ga er helemaal in mee.