Fietsend in de zon - mooier dan in lichtgroen mei kan toch niet- ,
wist ik
niets toepasselijkers voor deze woensdag/gedichtdag dan het overbekende
gedicht van Hans Andreus 'Liggen in de zon'. Monodwaas van licht, iets
anders wil ik nu niet aan mijn hoofd hebben.
Liggen in de zon
Ik hoor het licht het zonlicht pizzicato
de warmte spreekt weer tegen mijn gezicht
ik lig weer dat gaat zo maar niet dat gaat zo
ik lig weer monomaan weer monodwaas van licht.
Ik lig languit lig in mijn huid te zingen
lig zacht te zingen antwoord op het licht
lig dwaas zo dwaas niet buiten mensen dingen
te zingen van het licht dat om en op mij ligt.
Ik lig hier duidelijk zeer zuidelijk lig zonder
te weten hoe of wat ik lig alleen maar stil
ik weet alleen het licht van wonder boven wonder
ik weet alleen maar alles wat ik weten wil.
Hans Andreus
uit: Muziek voor kijkdieren,
De Windroos 1951
Uitgeverij Holland
Hans Andreus, pseudoniem van Johan Wilhelm van der Zant (Amsterdam, 21
februari 1926 - Putten, 9 juni 1977) debuteerde in 1951 met de
dichtbundel
'Muziek voor Kijkdieren'. Zonlicht dat je kunt horen, warmte die spreekt,
liggen zingen in je huid en weten van licht. Dat krijg je van die
heerlijke
zonverdwazing .
Naast poëzie schreef Andreus ook proza en een groot aantal kinderboeken.
In
de boekenkast van mijn kinderen stond Meester Pompelmoes en de
Mompelpoes.
Van het verhaal herinner ik me niet veel meer maar de titel is weer
blijven
hangen zoals uit dit gedicht het 'monodwaas van licht' en 'zonlicht
pizzicato' met me meefietsen als voor het eerst na de winter de zon weer
oppermachtig is.
'lig dwaas zo dwaas niet buiten mensen dingen
te zingen van het licht dat om en op mij ligt.'
mooi hoor dat paradoxale gestoei met 'dwaas' en dat overlopen van de
regel.
Maar dat 'buiten mensen'? Ach, ik weet alleen maar alles wat ik weten
wil.

jop
8 mei 2008
Leuke en toepasselijke keus, Jop. Ik kende dit gedicht van hem niet.
De woorden lijken te dansen in de zon! En mooi, dat pizzicato in dit
verband, en monodwaas. Ik had de neiging om ipv 'dwaas' 'daas' te
lezen, daas van het zonlicht. Bij 'niet buiten mensen dingen' hortte
het bij mij ook even. Ik zou het logischer vinden als Andreus niet
'niet' had gebruikt. Je kunt best dwaas zijn buiten mensen en dingen
om. Maar wat is logica in zonverdwazing, hè?
Zonnig begin van weer een heerlijk zonnige dag,

Ben blij dat je iets gevonden hebt wat zo goed het licht van deze te
gekke
mooie dagen weergeeft. Spelen met al die lichte i-klanken, met licht en
ligt, zacht zingen als antwoord op al dat licht, leuk.

Ik lees dit nu aan het begin van mijn vrije dag en ik ga de zon in!
En voor mij betekent 'dwaas zo dwaas niet buiten mensen dingen' iets
dergelijks: zo gek is het niet om je los te voelen van mensen en dingen
als
je zo in de zon ligt; dus 'zo dwaas niet' bij elkaar als ontkenning van
het
eerdere 'dwaas'
Fijne zonnige dag gewenst

dank jop, wat een lekker gedicht is dit :-)
ik had eigenlijk eerst een sonnet verwacht, maar nee, er is geen
afrondend couplet nodig.
deze regels zijn mijn favo voor vandaag:
> Ik lig hier duidelijk zeer zuidelijk lig zonder
> te weten hoe of wat ik lig alleen maar stil
ach, hij is maar 51 jaar oud geworden die andreus.
http://home.hetnet.nl/~heraclitus/heraclitus_andreus.html
aardige site wel
ik ga vandaag zonzitten
|
Diverse gedichten van Andreus Youtube.com: Hans Andreus
29 minuten film van Geschiedenis TV:
Schets voor een portret Hans Andreus werd in 1926 in Amsterdam
geboren. Na zijn HBS-opleiding ging hij naar de toneelschool. In de
vijftiger jaren vertrok hij voor twee weken naar Parijs, om vijf jaar
later terug te komen. Inmiddels waren zijn gedichtenbundels 'Muziek voor
kijkdieren' (debuut 1951) en 'Schilderkunst' (1954) verschenen, waarmee
hij tot zijn verbazing meteen naam maakte. Zijn leven lang zou Andreus
blijven schrijven, tot hij in 1977 overleed.
Op poëziegebied wordt Hans Andreus nogal eens tot de experimentele
dichtersgroep de Vijftigers gerekend, maar met zijn onontkoombare eigen
geluid en visie vormt hij eigenlijk een richting apart. Hoewel hij
zichzelf 'dichter' noemde, beoefende Hans Andreus het schrijversvak op
een zeer veelzijdige manier. Naast proza en poëzie voor volwassenen,
schreef hij een groot aantal versjes- en verhalenbundels voor kinderen.
Het laatste vormde zelfs het grootste deel van zijn oeuvre.
Door zijn veelzijdigheid kon Andreus leven van de pen. Zijn
kinderverhalen zijn erg fantasierijk, zijn taalgebruik is speels,
lichtvoetig, met veel gevoel voor klank en ritme. Terecht is zijn werk
meerdere malen bekroond. Zo behaalde de versjesbundel 'De Rommeltuin' in
1971 een zilveren griffel en werd 'Meester Pompelmoes en de mompelpoes'
in 1969 door de CPNB onderscheiden als 'Kinderboek van het jaar'.
Het bekendst zijn de Pompelmoesboeken geworden, waarin Meester
Pompelmoes en zijn huisgenoten Joachim de Geleerde Kater en De Fleurige
Hond de hoofdrol spelen.
Uitgeverij Holland |