De gravin van Dia


Ik had een uitzinnig verdriet
(Estat ai en greu cossirier)

Ik had een uitzinnig verdriet,
had mijn hoop op een ridder gebouwd,
ik wil dat men eeuwig onthoudt
hoe ik hem mijn hart binnenliet.
Hij heeft mij ten schande gemaakt
omdat ik hem nooit liet begaan.
Daar heb ik verkeerd aan gedaan,
of ik nu gekleed was of naakt.

Naakt in mijn armen, mijn schat,
zo is het dat ik je begeer.
Als ik als je peluw fungeer,
heb jij het nooit beter gehad.
Wat Floris aan Blanchefleur gaf,
is minder dan 't mijne geweest,
want ik draag mijn ogen, mijn geest,
mijn leven,mijn hart aan je af.

Mijn ridder, zo mooi en zo fijn,
krijg ik je toch ooit in mijn macht,
al was het één enkele nacht,
mijn kus zal hartstochtelijk zijn.
Ik hunker in nachten, zo stil,
naar jou, vriend, in plaats van mijn man,
op die ene voorwaarde dan:
dat je alles doet wat ik maar wil.



Uit: Lyrische Lente
Gekozen en toegelicht door W.P. Gerritsen
Vertaald door Willem Wilmink
Uitgeverij Bert Bakker, 2000
ISBN 90 351 2205 4

[ "De gravin van Dia was de vrouw van Willem van Poitiers; zij was een
schone en goede dame. Zij werd verliefd op Raimbaut d'Aurenga en
maakte veel mooie liederen over hem, zoals u hier zien en horen kunt."
Zo luidt de zeer beknopte biografische notitie, de zogenaamde vida, die
in een aantal handschriften aan de liederen van de 'Comtesa de
Dia' voorafgaat.Al heel lang is men op zoek naar de historische
werkelijkheid die zich achter de vida verbergt. Tot op heden is het
niet gelukt een gravin van Die (een graafschap aan de Rhône) in verband
te brengen met een historische Willem van Poitiers die haar echtgenoot
en een Raimbaut d'Aurenga die haar minnaar geweest zou kunnen zijn.
Een troubadour Raimbaut d'Aurenga is geattesteerd in de periode
1147-1173. Men kan zich afvragen in hoeverre de vida op fantasie
berust; sommigen zijn zelfs zo ver gegaan te veronderstellen
dat 'Comtesa de Dia' een pseudoniem is, waarachter zich een mannelijke
troubadour zou verschuilen.
Onder de honderden namen van troubadours die in de middeleeuwse
bronnen vermeld worden vindt men een twaalftal namen van vrouwelijke
troubadours, oftewel, met een term die voor het eerst in een Occitaanse
roman voorkomt, trobairitz. Van slechts weinigen onder deze trobairitz
zijn een of meer teksten bewaard. De Comtesa de Dia is de beroemdste.
Van haar kent men vier liederen en daaronder heeft 'Estat ai en greu
cossirier' het meest aaleiding gegeven tot discussie.
Het is ook niet gering. Een dame van hoge stand die een lied
dicht- een lied dat kennelijk voor publieke uitvoering bestemd was-
waarin zij onbekommerd uitkomt voor haar seksuele verlangens, die
liever haar minnaar dan haar echtgenoot in haar armen zegt te willen
sluiten en dat óók nog op voorwaarde dat hij in bed alles zal doen wat
zij wil...Hoe ongehoord dit klinkt, wordt treffend geïllustreerd door
het feit dat nog maar kort geleden een specialist heeft
voorgesteld dit slotvers te interpreteren als 'alleen dát te doen wat
ik wil' (met de implicatie dat hij niet verder zou mogen gaan dan haar
te kussen).
Maar het is misschien verkeerd al te veel nadruk te leggen op het
erotische, emotionele aspect van dit lied. Zegt zij niet dat zij wil
dat voor altijd bekend zal blijven hoe bovenmatig zij haar ridder
bemind heeft? Dan moet dit lied worden gezien als het middel om haar
liefde te vereeuwigen.En dat vooral dooor zichzelf te schilderen als
een geliefde zonder gelijke. Haar liefde, zo suggereert zij, stijgt
uit boven die van het ideale liefdespaar, Floris en Blanchefleur - een
vergelijking waarbij zij zichzelf, veelzeggend, de rol van Floris
toedicht.
"Wanneer zal ik u in mijn macht hebben?" vraagt zij in de derde
strofe. Hier horen wij de grote dame die gewend is gehoorzaamd te
worden. De gravin van Dia, wie zij ook geweest mogen zijn, bepaalt
haar eigen termen, zowel in de liefde als in de poëzie. ]

awie

dank voor een bijzonder gedicht
wat we lezen is een vertaling. dat maakt dat ik weinig over de vorm
kan zeggen behalve dat ik een vertaling van willem wilmink wel ok vind.
hoewel het moeilijk geweest moet zijn om gepassioneerd portugese
klanken in dat nuchtere nederlands te vertalen?

ik ben het wel eens met het commentaar (die uit het geciteerde boek
komt of is die van jou, awie?)

> Hoe ongehoord dit klinkt, wordt treffend
> geïllustreerd door het feit dat nog maar kort geleden een
> specialist heeft vooorgesteld, dit slotvers te interpreteren als
> 'alleen dát te doen wat ik wil' (met de implicatie dat hij niet
> verder zou mogen gaan dan haar te kussen).


als dat in het portugees een mogelijkheid is lijkt me dat een
logische conclusie
maar het blijft imo raadselachtig hoe een tekst, die voor een machtige
vorst zo beschadigend was, in het openbaar gezongen zou kunnen
worden. ook al zou die tekst door een man gedicht zijn en gezongen.
ik neem aan dat die tekst gezongen werd?
maar ja, misschien had een troubadour wel een zekere onschendbaarheid?

> De gravin van Dia, wie zij ook geweest mogen zijn, bepaalt haar
> eigen termen, zowel in de liefde als in de poëzie.


kon dat in die jaren?
of is het een vorm van verkapte satire?
bedoeld om nog net binnen zekere grenzen, misschien in een veilige
omgeving van gelijkgezinden, de vorst horentjes op te zetten?
ik weet weinig van de geschiedenis van die tijd, dus ik roep maar wat
hoor.


Wat een bijzondere keus. Hartelijk dank daarvoor.

Het laat weer eens zien dat de hoofse liefde lang niet altijd zo kuis was
als de overlevering wil :-) Echt hoofs is dat het niet goed komt tussen de
twee gelieven.
Bijzonder is dat het vanuit de vrouw is geschreven, of dat nu in
werkelijkheid zo is gegaan of niet. Ik neem aan dat de toelichting in je
mail die van prof. Gerritsen is. Klopt dat? Zo ja, kun je dan nog iets
zeggen over jouw motivatie voor de keuze van dit gedicht?

Ik vind dat de toelichting te weinig aandacht besteedt aan de eerste strofe,
waarin de 'ik' zich beklaagt omdat de ridder van haar keuze haar te schande
heeft gemaakt nadat zij niet op zijn avances is ingegaan. Dat doet eerder
denken aan de tijd van Les Liaisons Dangereuses, vijf eeuwen later dus, dan
die van Floris ende Blanchefloer. Niet erg ridderlijk, die ridder en een
opmerkelijke reactie van de dame!

Een paar links:
Hoofse liefde: zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofs
W.P. Gerritsen: http://nl.wikipedia.org/wiki/W.P._Gerritsen
Floris ende Blanchefloer:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Floris_ende_Blancefloer
Les Liaisons Dangereuses:
http://en.wikipedia.org/wiki/Les_Liaisons_dangereuses


Ik hou wel van die openhartige bekentenissen. Of ze nu van een echte gravin
komen of van een (troubadour of ) troubadourse, ze geven wel een mooie
inkijk
in hoe vrij vrouwen toen konden zijn (of waren). Het beeld van zedig thuis
zittende dames die zaten te wachten tot manlief eens terug zou keren van een
avontuurlijke kruistocht klopt waarschijnlijk niet helemaal. Lijkt me ook
een vreemde toestand: leuke troubadours die langs komen als mevrouw maanden
alleen is, en die naar eigen zeggen louter platonische gevoelens koesteren.
Geleuf ie't? Ja, dat zeggen ze natuurlijk om de wraak van een bedrogen
echtgenoot te ontlopen. Ze konden beter met woorden dan met wapens omgaan.
Het lijkt me niet waarschijnlijk dat meneer de graaf ergens in de buurt is
als mevrouw haar gevoelens zo duidelijk omschrijft.
Het kan best dat de gravin een heer is, of beide. Maar de liefdeszang is
mooi.
Later schoot me te binnen dat ik een boek heb: Troubadour in Zuid-Frankrijk,
van M.S Merwin, Ned. vertaling van Maarten Polman, uitg. Muntinga Amsterdam
2002,
waarin de geschiedenis van het troubadourschap staat. Daarin is sprake van
een Guilhem de Peitau, Graaf Willem van Poitiers, die waarschijnlijk de
eerste troubadour was waarvan teksten bewaard zijn gebleven. Hij was
destijds de machtigste heerser van Europa. Hij stierf in 1126 en werd
opgevolgd door weer een Guilhem, die 11 jaar later onder verdachte
omstandigheden op 38-jarige leeftijd stierf. Zijn dochter Alienor volgde hem
op.
Was 15 jaar en trouwde met de Franse koning Lodewijk VII die maar iets ouder
was. Ze gingen samen op kruistocht (1147-1149) maar ze kon niet tegen zijn
kille vroomheid én ze gaf hem geen zoon. Ze scheidden off. in 1152. Zij
ging terug naar het hof van Poitiers dat ze tot een toonbeeld van de aan
minnezang, muziek en poezie gewijde ridderhoven zou maken. Ze was nog geen 2
maanden gescheiden toen ze met Hendrik, de hertog van Normandie trouwde. Nu
komt het: Bernart de Ventadorn voegde zich al in de Limousin bij haar
gevolg, ging mee naar Normandie en later naar Engeland toen Hendrik daar
koning
Hendrik II werd. Men neemt aan dat ze geliefden waren. Hij, Ventadorn, was
de vazal, vriend en concurrent troubadour geweest van Guilhem.
In Engeland krijgt Alienor een zoon Richard Plantagenet, die veel van zijn
moeder meekreeg in de opvoeding. Ze was vrijzinnig, rijk getalenteerd en van
zuidelijke oorsprong. Van De Ventadorns geschriften en liederen is niets
bewaard gebleven.
Ik wou alleen maar zeggen, dat je het gedicht van De Gravin de Dia
waarschijnlijk in die hoek moet zoeken. Als Alienor de schrijfster is, dan
zou dat wel kloppen met haar zuidelijk temperament en haar gaven.


> wat we lezen is een vertaling. dat maakt dat ik weinig over de vorm kan
> zeggen behalve dat ik een vertaling van willem wilmink wel ok vind.
> hoewel het moeilijk geweest moet zijn om gepassioneerd portugese klanken
> in dat nuchtere nederlands te vertalen?

Eerder Oud-Frans dan Portugees, denk ik?


> Eerder Oud-Frans dan Portugees, denk ik?

ik lees geen van beide, dus je hebt ongetwijfeld gelijk.
maar misschien geldt voor oud frans hetzelfde?


>> Eerder Oud-Frans dan Portugees, denk ik?

> ik lees geen van beide, dus je hebt ongetwijfeld gelijk.
> maar misschien geldt voor oud frans hetzelfde?

Vertalen is altijd moeilijk, en van poëzie al helemaal. Ik heb ooit een
poging gedaan om een gedicht van Robert Burns te vertalen. Er stond wel zo
ongeveer wat hij had geschreven, maar de sappigheid van het
achttiende-eeuwse Schotse origineel was totaal verdwenen. Ik had het beter
in het Twents kunnen vertalen, maar ja, dat beheers ik niet ;-)


> Ik neem aan dat de toelichting in je
> mail die van prof. Gerritsen is. Klopt dat? Zo ja, kun je dan nog iets
> zeggen over jouw motivatie voor de keuze van dit gedicht?

Ik ben jaren geleden begonnen met het verkennen van muziektheorie
omdat ik een instrument wilde bespelen. In die tijd zong ik als een
rebelse meid in een vrouwenstraatorkest. Mijn interesse ging uit naar
onbekenden in de literatuur ed. Dus ik maakte via 'Daar ik tot zang
word aangespoord' een vertaling van Ernst van Altena, kennis met de
Occitaanse troubadours.


> ik ben het wel eens met het commentaar (die uit het geciteerde boek
komt of is die van jou, awie?)


Ik heb alles geciteerd.


> als dat in het portugees een mogelijkheid is lijkt me dat een
> logische conclusie
> maar het blijft imo raadselachtig hoe een tekst,die voor een machtige
> vorst zo beschadigend was, in het openbaar gezongen zou kunnen
> worden. ook al zou die tekst door een man gedicht zijn en gezongen.
> ik neem aan dat die tekst gezongen werd?
> maar ja, misschien had een troubadour wel een zekere onschendbaarheid?

Het christendom is een alibi voor landherovering. In de Occitaanse
cultuur trekken vanaf de elfde eeuw Zuidfranse ridders ter kruisvaart.
Er wordt gepretendeerd dat zij beschaving gaan uitdragen maar ze komen
zelf beschaafder terug door de beïnvloeding van de veel oudere
beschavingen in de Arabische wereld. Ze maken kennis met de poëtische
traditie uit Perzische en Arabische bronnen met een verstechniek die
in dienst staat van de orale poëzie en makkelijk te onthouden moet
zijn.
De positie van de vrouw als 'hoeksteen', zoals die in de Arabische
wereld vastlag, vindt ook in Occitanië ingang.Dit gebeurt des te
gemakkelijker aangezien het de vrouw is geweest die, terwijl de ridder
in het Heilige Land verbleef, de burcht met vaste hand bestierd had en
de leidende positie had overgenomen.
De kennismaking werd ook nog in hoge mate versterkt door invloeden die
van de Spaanse hoven kwamen overwaaien. Het Iberisch schiereiland
stond al sinds ca. 700 onder de liberale en hoog-intellectuele invloed
van de Moren, Noordafrikanen met een eigen, verlichte cultuur. Uit al
deze invloeden ontstond een Occitaanse cultuur, gedragen door de adel,
waarin de vrouw centraal stond en waarin de poëzie een voorname rol
speelt.


bedankt voor het gedicht en de toelichting.
Een veeleisend ridder met een slechte moraal " hij heeft me ten
schande gemaakt omdat ik hem nooit liet begaan" en een vrolijke dame die
veel heeft willen geven maar nooit heeft
gekregen wat ze wilde hebben.
Hoe verdrietig voor haar man die blijkbaar niet in de schaduw van de
ridder kon staan.


Geen Portugees, geen oud-Frans maar Occitaans. De taal van het land van Oc,
de Langue d'Oc. Deze taal was meer verwant aan het Catalaans dan aan het
Frans. De taal is wel bewaard gebleven en 20 jaar geleden kochten wij nog
een plaat in Albi met muziek van Occitaanse troubadours. Er is een kleine
groep, die de taal en de muziek uit die tijd levend willen houden. Waarom
verdween die taal dan? In het begin van de 13e eeuw was het Kathaarse of
Albigenzische geloof erg populair in de Languedoc. Dit geloof onderscheidde
zich in een aantal opzichten van RK-kerk. Vrouwen hadden bijv. een
zelfstandiger positie en konden ook leidende functies hebben in de beweging.
Reden voor de Katholieke kerk en de niet zo onschuldige paus Innocentius om
een kruistocht tegen de Katharen te beginnen, hun burchten en kastelen te
vernietigen de mensen af te slachten en hun rijkdommen in te pikken. Daarna
werden er kerken gebouwd die er uitzagen forten, o.a. in Albi staat een
lelijk staaltje Rooms-Katholieke macht. Als je voor de bakstenen kerk staat
zie je omhoogrijzende muren, repressieve bouw, die duidelijk laat merken wie
er de macht heeft.
Maar goed 2 jaar geleden kocht ik de CD Lux Feminae van Montserrat Figueras.
Zij is de vrouw van Jordi Savall en samen zijn ze wereldberoemde uitvoerders
van Oude Muziek. Hij op allerlei oude instrumenten, zij zingt. Op deze CD
muziek van vrouwen uit de ME en dan vooral muziek uit Al-Andalus (het zuiden
van Spanje) Catalonie, de Languedoc. En ja hoor nr.4
Estat ai en greu cossirier van Beatriz de Dia, muziek van Raimon de Miraval,
een troubadour uit dezelfde tijd. Hieronder de Occitaanse tekst.

Estat ai en greu cossirier
per un cavallier qu'ai agut,
e vuoil sia totz temps saubut
cum ieu l'ai amat a sobrier;
ara vei qu'ieu sui trahida
car ieu non li donei m'amor
don ai estat en gran error
en lieig e quand sui vestida.

Ben volria mon cavallier
tener un ser en mos bratz nut,
qu'el s'en tengra per ereubut
sol qu'a lui fezes cosseillier;
car plus m'en sui abellida
no fetz Floris de Blanchaflor:
ieu l'autrei mon cor e m'amor
mon sen, mos huoillis e ma vida.

Bels amics avinens e bos,
cora.us tenrai en mon poder?
e que jagues ab vos un ser
e qu'ie.us des un bais amoros;
sapchatz, gran talen n'auria
qu'ie.us tengues en luoc del marit,
ab so que m'aguessetz plevit
de far tot so qu qu'ieu volria.


In het begeleidende boekje een mooie tekst over de Hoofse liefde en het feit
dat er slechts sprake zou zijn van een liefde op afstand, omdat het toegeven
aan de lust, zou leiden tot het corrumperen van de liefde zelf.
Eerlijk gezegd twijfel ik daar nog al aan, Beatriz is behoorlijk expliciet
in deze tekst en als je wat googelt op troubairitz, kom je allerlei
opvattingen tegen, o.a. dit stukje

Paden asserted that, as opposed to the male troubadours, troubairitz
wrote frankly instead of artistically out of the need for their raw
expression of ideas. While the work of troubadors focused on the subject of
courtly love, the subject matter of troubairitz poetry conversely attacked
the principles of courtly games. The aristocratic troubairitz were in and of
themselves the inspiration for - as well as the subject of - the troubadour
poetry. In troubairitz poetry, fanciful desires were not addressed, nor did
the troubairitz express any wishes to be desired by their male counterparts,
the troubadours. The troubairitz did not write in the persona of a knight
like the troubadours. Rather, troubairitz wrote expressly as themselves,
making the work of each troubairitz unique. The language of the troubairitz
was direct, unambiguous, and personal. Compared to the troubadours, the
troubairitz approached their lovers more directly in their poems and
referred mostly to events of the past, perhaps because they had already been
married off for monetarily gainful purposes and had lost their chance of
finding true love.


> Geen Portugees, geen oud-Frans maar Occitaans. De taal van het land van
> Oc,
> de Langue d'Oc. Deze taal was meer verwant aan het Catalaans dan aan het
> Frans. (schreef Ineke)

Wat leuk om de oorspronkelijke tekst te kunnen lezen! Dank je wel.
Ik ken meer Frans dan Catalaans/Spaans, maar herken van beide talen wel het
een en ander in deze tekst.

> In het begeleidende boekje een mooie tekst over de Hoofse liefde en het
> feit
> dat er slechts sprake zou zijn van een liefde op afstand, omdat het
> toegeven
> aan de lust, zou leiden tot het corrumperen van de liefde zelf.
> Eerlijk gezegd twijfel ik daar nog al aan, Beatriz is behoorlijk expliciet
> in deze tekst

Aan die opvatting (hoofse liefde = louter liefde op afstand) is in de
afgelopen tijd al veel geknaagd. Maar ook Beatriz komt niet verder dan
verlangen dat ze haar ridder niet had afgewezen! Er wordt in de hoofse
liefde wel veel afgehunkerd (zie ook de link uit wikipedia die ik eerder
gaf: http://nl.wikipedia.org:80/wiki/Hoofs).


Nog een kleine aanvulling: Raimbaut d'Aurenga is de Occitaanse naam van
Raimbaut d' Orange. Ik ben benieuwd hoe lang het graafschap, later prinsdom
in de familie is gebleven. Dan zou het kunnen dat Raimbaut een verre
voorvader was van Willem-Alexander. Je kunt er slechtere bij hebben ;-D.
http://en.wikipedia.org/wiki/Raimbaut_d'Aurenga
http://en.wikipedia.org/wiki/Beatritz_de_Dia
In Wikipedia niet alleen achtergrondinfo, maar ook leuke plaatjes van de 2
gelieven.


> Nog een kleine aanvulling: Raimbaut d'Aurenga is de Occitaanse naam
> van
> Raimbaut d' Orange. Ik ben benieuwd hoe lang het graafschap, later
> prinsdom
> in de familie is gebleven.< knip> Dan zou het kunnen dat Raimbaut
> een verre
> voorvader was van Willem-Alexander. Je kunt er slechtere bij hebben
> ;-D.

[ 'Raimbaut stierf zonder mannelijke nakomelingen en de stad Orange kwam
in handen van zijn twee dochters. De een was de echtgenote van de heer
van van Agout; uit de andere, en ik citeer, werden Uc van Les Baux en
Willem van Les Baux geboren: en uit de eerste Willem van Orange die
jong een boze dood stierf en Raimbaut die de helft van de stad Orange
aan de orde van de liefdebroeders schonk'
Aldus de vida die dertig á veertig jaar na de dood van Orange
geschreven werd, waarschijnlijk door de troubadour Uc de Saint -Circ.
Raimbaut nam de naam van Orange pas aan nadat hij deze heerlijkheid
van zijn moeder had geerfd. Hij stierf niet alleen zonder mannelijke
nakomelingen, maar geheel kinderloos. Zijn bezittingen werden dan ook
niet verdeeld onder zijn dcohters maar onder zijn zusters. Zijn neef
van Orange stierf inderdaad een 'boze dood': hij werd in 1218 te
Avignon gevierendeeld als straf voor zijn betrokkenheid bij de
kruistocht tegen de Albigenzen.
Raimbaut d'Orange was geen belangrijk troubadour. In zijn verzen
ontbreekt elk persoonlijk gevoel. Er is dan ook maar één vers van hem
opgenomen. Belangrijk was hij slechts om de rol die zijn hof heeft
gespeeld in de ontwikkeling van de troubadours. Bovendien kan hij als
verre voorzaat van het huis van Oranje-Nassau in een Nederlands werk
over troubadours niet ontbreken. ]

Mijn citaten komen uit 'Daar ik tot zang wordt aangespoord'.
Schrijver is Ernst van Altena.


> Raimbaut d'Orange was geen belangrijk troubadour. In zijn verzen
> ontbreekt elk persoonlijk gevoel. Er is dan ook maar één vers van hem
> opgenomen. Belangrijk was hij slechts om de rol die zijn hof heeft
> gespeeld in de ontwikkeling van de troubadours. Bovendien kan hij als
> verre voorzaat van het huis van Oranje-Nassau in een Nederlands werk
> over troubadours niet ontbreken.

Wat een mooie aanvulling op de info die ik had. Dat boek van Ernst van
Altena ga ik onmiddellijk opzoeken bij Antiqbook, want dat wil ik beslist
hebben.
Ondertussen draai ik Lux Feminae van Montserrat Figueras en de LP die ik zo
lang geleden kocht. L'Agonie du Languedoc heet hij. Alletwee als
uitgangspunt middeleeuwse muziek en teksten, maar opvallend hoe iedere tijd
weer zijn eigen interpretatie heeft.


> Wat een mooie aanvulling op de info die ik had. Dat boek van Ernst van
> Altena ga ik onmiddellijk opzoeken bij Antiqbook, want dat wil ik
> beslist
> hebben.
> Ondertussen draai ik Lux Feminae van Montserrat Figueras en de LP die
> ik zo
> lang geleden kocht. L'Agonie du Languedoc heet hij. Alletwee als
> uitgangspunt middeleeuwse muziek en teksten, maar opvallend hoe iedere
> tijd
> weer zijn eigen interpretatie heeft


Ik heb ooit het danslied 'Kalenda maya' van Raimaut de Vaqueiras
gespeeld. Een lied van Richard Leeuwenhart en ook wat muziek van
Walter van der Vogelweide. Ik raak altijd zeer onder de indruk door de
eenvoudige en intieme liefdesverklaringen van deze geweldige dichters
en dichteressen. Mijn accordeon leent zich op een bepaald register
perfekt voor dit soort muziek. Leuk dat je wat namen doorstuurt. Ik
heb ooit in de geschiedenis van de Gnosis over de Kartharen gelezen en
wat mij toen zo opviel was de verregaande emancipatie van denken en
leven met elkaar waarin er geen sprake was van uitsluiting voor
vrouwen, ook niet voor kerkelijke ambten.


> Ik heb ooit het danslief 'Kalenda maya'van Raimaut de Vaqueiras
> gespeeld. Een lied van Richard Leeuwenhart en ook wat muziek van
> Walter van der Vogelweide. Ik raak altijd zeer onder de indruk door de
> eenvoudige en intieme liefdesverklaringen van deze geweldige dichters
> en dichteressen. Mijn accordeon leent zich op een bepaald register
> perfekt voor dit soort muziek. Leuk dat je wat namen doorstuurt. Ik
> heb ooit in de geschiedenis van de Gnosis over de Kartharen gelezen en
> wat mij toen zo opviel was de verregaande emancipatie van denken en
> leven met elkaar waarin er geen sprake was van uitsluiting voor
> vrouwen ook niet voor kerkelijke ambten.

Wat leuk dat je deze muziek speelt. Via You Tube kom je bij heel wat
uitvoerders en componisten terecht. Leuk om te zien en te horen. Accordeon
lijkt me prachtig, zelf speel ik blokfluit (kweekschool en zo ;-)), maar dit
huis is nogal gehorig dus ik val het liefst niemand lastig met mijn gepiep.
Gek genoeg had ik daar vroeger minder problemen mee.
Sinds wij een aantal keren in de Languedoc zijn geweest heb ik steeds meer
interesse in de Katharen en hun cultuur gekregen. We waren in de ruïne van
Puivert, waar veel troubadours en troubairitz kwamen. Al je daar de grote
zaal binnen komt hebben ze ergens achter een gordijn een luidspreker
opgesteld en laten ze muziek uit die tijd horen, heel apart. En natuurlijk
waren we in Montségur waar de "laatste" Katharen tijdens de Albigenzen
kruistocht werden verslagen en verbrand. Wist je trouwens dat Iron Maiden
een nummer heeft geschreven dat Montségur heet. Ik ben benieuwd hoe dat
klinkt. In ieder geval is sinds Dan Brown met zijn Da Vinci Code, de hele
regio weer wat meer in de belangstelling gekomen.
Ik heb maar weer eens een klassieker uit de kast gehaald, Montaillou van
Emmanuel le Roy Ladurie. Ondertitel Een Ketters Dorp in de Pyreneeën
1294-1324. Ik kocht het in 1984, pas daarna kwamen we in de Pyreneeën
terecht.
De kruistocht is in 1244 ten einde, de grote burchten en steden vallen in
Franse handen, de Occitaanse adellijke geslachten hebben uit lijfsbehoud het
Kathaarse geloof (hoewel het woord "geloof" eigenlijk niet klopt in deze
context) afgezworen, of de protectie voor Katharen beëindigd. Maar in de
kleine dorpjes en in afgelegen gebieden kwamen er nog wel Katharen voor. Na
de kruistocht was er een inquisitie ingesteld en in de streek waar
Montaillou lag werd de laatste kern uitgeroeid. De inquisiteur, de latere
paus Benedictus XII liet alle verklaringen nauwkeurig optekenen. In de
inleiding staat:
"Tijdens de veelal langdurige en altijd nauwgezette verhoren lieten de
ondervraagde dorpelingen, die voor bijna een kwart ui het dorp Montaillou
kwamen, zich niet alleen uit over hun houding ten aanzien van de Katholieke
leer, maar gaven zij ook een bijzonder levendig en gedetailleerd beeld van
hun dagelijks leven."
De laatste Kathaar wordt in 1321 verbrand.
In de inleiding lees ik trouwens dat er ook veel Katharen waren in
Noord-Italië, dat verklaart misschien het feit dat de Italianen de verzen
van Rimbaud Daniël kenden.
Ik weet dat ik 20 jaar geleden erg onder de indruk was van het boek. Ben
benieuwd wat ik er nu van vindt.


Achter de conventionele geschiedenis van het christendom bevindt zich
een alternatieve traditie waartoe de gnostische evangeliën ons de
sleutel verschaffen. De geschiedenis is verre van eenvoudig en gaat
terug het woestijnzand van Boven-Egypte waar een reeks oude boeken
werd ontdekt- een gouden draad van geheime geloofsovertuigingen die
door het middeleeuwse Frankrijk loopt als gevaarlijke ketterij. Alweer
wat jaren geleden ben ik me gaan interesseren voor filosofie en kwam
Simone Weil tegen die mij door haar persoonlijkheid enorm intrigeerde
en me ook op het spoor bracht van de Katharen. Zij stak haar mening
niet onder stoelen en banken over hoe de christelijke kerken
andersdenkenden veroordeelden tot de meest barbaarse mishandelingen
door een pact aan te gaan met de wereldse heersers. Zij is trouwens
een jaargenote van Simone de Beauvoir.
Uiteraard heb ik Montaillou gelezen en dank je hartelijk dat je het weer
even in de schijnwerpers laat staan.


En zelfs als je nu op internet zoekt naar info over de verhouding tussen
christendom en gnostische stromingen, dan zie je dat het leed nog niet
geleden is. Men staat lijnrecht tegenover elkaar en sommigen zijn zelfs
bereid om elkaar bij wijze van spreken de hersens in te slaan. Ik zal er op
terug komen als ik in
Montaillou bezig ben.


> Ik heb maar weer eens een klassieker uit de kast gehaald, Montaillou
> van Emmanuel le Roy Ladurie. Ondertitel Een Ketters Dorp in de
> Pyreneeën 1294-1324. Ik kocht het in 1984, pas daarna kwamen we in
> de Pyreneeën terecht.

Ja, een prachtig boek. Ik heb (zo'n drie jaar geleden) denk ik meer
dan een kwart ervan gelezen, en dat terwijl ik heel slecht ben in
non-fictie lezen: ik kan me er veel minder makkelijk door laten
'meeslepen', en dus raak ik steeds de draad kwijt.
(Hoewel de grens tussen fictie en non-fictie natuurlijk niet zo heel
zwart-wit is.)


En alweer een laterale grrls-connectie: Ik heb mijn riante
vakantie-leestijd o.a. gevuld door (eindelijk) met Dante in de hel af te
dalen en de louteringsberg te beklimmen. In Canto 26 van de
Louteringsberg laat Dante de provencaalse dichter Arnaut Daniel een vers
in de langue d'oc zeggen, kennelijk in de veronderstelling dat italianen
in die tijd het zonder veel moeite konden lezen:

Tan abellis vostre cortes deman,
qu'ieu no me puesc ni voill a vos cobrire.
Ieu sui Arnaut, que plor e veau cantan;
consiros vei la passada folor,
e vei jausen lo joi qu'esper, denan.
Aras vos prec, per aquella valor
que vos guida al som de l'escalina,
sovenha vos a temps de ma dolor!

[Ik moet u wel en wil u ook behagen,
Daar ik mij in uw hoofse vraag vermei.
Ik heet Arnaut. Al gaande moet ik klagen
En zingen, want ik kijk terug met spijt
En heb vol hoop de blik omhooggeslagen.
Ik bid u bij de macht die u geleidt
En u de weg naar boven doet vervolgen:
Herinner u mijn leed te rechter tijd!]


[Ik moet u wel en wil u ook behagen,
Daar ik mij in uw hoofse vraag vermei.
Ik heet Arnaut. Al gaande moet ik klagen
En zingen, want ik kijk terug met spijt
En heb vol hoop de blik omhooggeslagen.
Ik bid u bij de macht die u geleidt
En u de weg naar boven doet vervolgen:
Herinner u mijn leed te rechter tijd!]

Wat deed Arnaut, dat hij in het vagevuur terecht kwam? Gelukkig was er nog
hoop voor hem begrijp ik. Hij kan nog verder door naar boven, nadat hij
alsnog heeft geboet.
Hij heeft er in ieder geval een mooi gedicht geschreven.


> Wat deed Arnaut, dat hij in het vagevuur terecht kwam? Gelukkig was er nog
> hoop voor hem begrijp ik. Hij kan nog verder door naar boven, nadat hij
> alsnog heeft geboet.

Op de zevende omgang, die van het vagevuur, boeten degenen die zich aan
een 'te wellustige liefde' hebben bezondigd, maar daarna wel berouw
hebben getoond. De reden zou dus kunnen zijn dat dichters als Arnaut
over de liefde schreven als een hartstocht waar mensen door worden
meegesleept zonder dat ze er weerstand aan kunnen bieden.
Of Dante een historische figuur in de hel, op de louteringsberg of in
het paradijs plaatst lijkt vaak minder afhankelijk van wat ze bij leven
'misdaan' hebben dan of het goed uitkomt voor de verhaallijn.
 


 

 




 


Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 09/02/09  Eisjen

 
Woensdag Gedichtdag