H.J. van Tienhoven


Een tijdje geleden vond ik een oud en ietwat obscuur uitziend boekje
bij het opruimen van boekenbergkasten helemaal boven in huis. Ha,
nieuw woord en op twee manieren te lezen, zie ik: boekenberg kasten en
boeken bergkasten! Terug naar de gedichten. Ik heb het vast nooit zelf
gekocht, ik vermoed dat het van mijn moeder afkomt. Ik heb het
doorgelezen en ontdekte dat de gedichten die ik indertijd beloonde met
een ezelsoor (doe ik _nooit_ meer!) voor mij nog steeds mooi zijn. Het
boek was de derde in een serie; in de eerste kwamen Haagse politici
aan het woord en in de tweede bekende Nederlanders. Die heb ik nooit
gezien. Aardig van deze bundeling vind ik dat de dichters hun eigen
voorkeur uit hun werk noemen.
Volgende stap was nakijken op de website welke dichters door de grrls
al een keer in 't zonnetje gezet zijn. Dat geldt voor Herzberg,
Gerlach, Komrij, Kopland en Leeflang. Sommige zelfs al verschillende
keren. Blijven over H.J. van Tienhoven en Boudewijn Büch. Het wordt
van Tienhoven, al moet ik echt zeggen dat Büch een heel mooi
liefdesgedicht schreef (voor P.).


Klimaat


Natuurlijk leven buiten elk gezag,
dat planten tasten doet naar 't licht, met ranken,
cirkelend, zoekend, trillende van klanken,
eenzaam, volmaakt. Je bent aanwezig, Bach.

Je bent het onvoorwaardelijk klimaat
van zomers onder noordelijke tropen
waarin ik onbevangen leer te lopen
door koele hitte die als klank ontstaat.

Je zendt je eigen weerberichten uit:
Onveranderlijk zonlicht; windstil tegen
de avond, met een weinig kans op regen
uit wolkenbanken, zwellend van geluid.

Je bent aanwezig, Bach, je bènt. Je leeft
omdat ik leef: een cantus firmus, groeiend
tot triomfantelijk, extatisch bloeien,
waarop de dood allang geen vat meer heeft.



uit 'Ons poëtisch Dichtersland; Nederlandse dichters
kiezen hun eigen voorkeursgedicht.' Uitgave Vroom & Dreesmann, ter
gelegenheid van de Boekenweek 1988. Voorwoord van Ernst van Altena.
Oorspronkelijke uitgave: 'When the saints go marching in', 1952.

Ik vind het mooi als ode aan Bach, en vanwege het binnenrijm en
eindrijm dat nergens flauw of gekunsteld aandoet, en de humor die ik
erin ervaar door de muziek van Bach te betrekken op de verschillende
weersgesteldheden. Ik kan me er nog alles bij voorstellen ook! Voor de
volledigheid: 'cantus firmus' betekent krachtige, sterke melodie (of
lied of gezang).

Van internet, www.bol.com:
Op 31 augustus 1990 overleed H.J. van Tienhoven op zevenenzestigjarige
leeftijd in Ellecom, aan de zuidelijke Veluwezoom, onderwerp en
achtergrond van veel van zijn gedichten, waar hij de laatste
drieëntwintig jaar van zijn leven woonde.

Na zijn dood schreef Ad den Besten in Trouw op 13 september 1990 een
In Memoriam, waarin hij hem een 'miskend dichter onder de vijftigers'
noemt. Uit datzelfde artikel: 'De beweging der zogenaamde
experimentelen was oorzaak dat hij, die veel met hen gemeen had, naar
de achtergrond werd gedrongen. Henk van Tienhoven was het prototype
van de heiden, de mens die de natuur, de aarde - Moeder Aarde - en
daarmee de levenskracht, de sexus als goddelijk ervaart. Zijn
gedichten zijn vol erotiek, ook waar het niet gaat om
liefdesgedichten. In strikte zin: zijn taal is erotisch geladen, een
uiterst gevoelig sensorium voor toespelingen uit het geestesgebied
(van de christelijke traditie) dat hij als werkelijkheid beleefde. Een
heiden, een vitalist. Hij is een woudloper, een jager, een dichter, in
zijn geliefde bossen en velden thuis en toch vreemd, anders dan al wat
hem omringt: in de natuur jagend naar een levenszin, op zoek naar een
laatste geheim. Na zijn dood kwam ik opnieuw onder de indruk van de
magisch dwingende kracht, de menselijke onvoorwaardelijkheid van zijn
gedichten.'

Goed, dit was mijn poëtische bijdrage aan een waarschijnlijk voor de
meeste verder prozaïsche woensdag.

Bernique


Dat ik helemaal nooit iets van Van Tienhoven heb gelezen, zelfs zijn naam
niet kende is geheel in de lijn van de bespreking door Ad den Besten.
Je leeft omdat ik leef, dicht hij over Bach en dat is een regel die me
aanspreekt, die ik goed gezegd vind. 'Buiten elk gezag' snap ik in dit
verband niet zo goed, vermoed dat gezag wenselijk was om te kunnen rijmen op
Bach. Noordelijke tropen vind ik ook een onverwachte combinatie, in deze
woordkeuzes zie ik toch wel wat gekunsteldheid.


mooi bernique, deze boekenbergkastenvondst.

> Ik vind het mooi als ode aan Bach, en vanwege het binnenrijm en
> eindrijm dat nergens flauw of gekunsteld aandoet, en de humor die
> ik erin ervaar door de muziek van Bach te betrekken op de
> verschillende weersgesteldheden.

dat hoor en lees ik er ook in.

> Ik kan me er nog alles bij voorstellen ook! Voor de volledigheid:
> 'cantus firmus' betekent krachtige, sterke melodie (of lied of
> gezang).

wist ik niet, weer wat geleerd.
dat zal uit zijn christelijke traditie komen, zo'n term.


Hmm, zo'n boekenberg kast, dat lijkt me wel. Zo ziet mijn kast er in
ieder geval al wel een beetje uit.

Mooi gedicht. Vooral ook de tegenstellingen zoals koele hitte,
noordelijke tropen.
Momenteel ben ik voor iemand de uitvaart aan het regelen. Dan voelt
zo'n slotzin ook ineens heel anders.


Ik zal het best wel even een paar keer door moeten lezen en dan ga ik er
vast nog meer van genieten.
Mooi.
 




 

 

 


Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 01/07/09  Eisjen

 
Woensdag Gedichtdag