Zes mieren
Ik houd heus heel veel hier in huis
van hoogstens vijf mieren tegelijk.
Als er zes of meer langs het fornuis
of zo lopen te krioelen
dan, hoe langer ik naar ze kijk,
hoe meer ik ze ga voelen
kriebelen, en dan later in bed
loopt er een langs mijn nek maar
dat is eigenlijk een haar,
en een andere bijt in mijn zij want
dat is eigenlijk de rand
van mijn broekje.
En toch, als ik die weg wrijf
hoe griezelig is dan het kronkeldoodje
van zijn lief onwerkelijk lijf.
Al die gekromde pootjes.
Leo Vroman, uit: Nee nog niet dood, Querido, Amsterdam,
2008
Er is weer eens een manifest verschenen. Een manifest over poëzie. Het
heet
'Manifest
voor een riskante literatuur', is geschreven door de dichters Erik
Jan Harmens en Ilja Leonard Pfeijffer en te lezen in Trouw
Voor wie niet meteen wil gaan surfen hieronder een stuk eruit:
"Ik wil dat poëzie een reflectie is van de tijd waarin ze is geschreven.
Ik
wil dat de moord op Pim Fortuyn en de moord op Theo van Gogh, het online
slachten van immigranten op ouwejongenskrentenblog GeenStijl en de
rechtdoorzeeë duim omlaag in de richting van Ayaan Hirsi Ali, de
hartproblemen van de directeuren van Fortis, de brandende banlieues van
Parijs, het nekschot voor de rennende Braziliaan in de Londense metro,
de
olie op de kust van Galicië, de overtreffende trap van vaderliefde in
een
kelder in Oostenrijk, de ingebeelde kanker van mensen die in de
nabijheid
van een zendmast wonen, het fenomeen dat een substantieel percentage van
de
werkende bevolking de dag begint met glazig door een voorruit staren in
een
niet bewegende rij auto's, het faillissement van IJsland, de Keulse
bibliotheek die de grond in zakt als gevolg van de aanleg van een
metrolijn,
de eerste zwarte president van Amerika en de eerste man met
waterstofgeperoxideerd haar die kans maakt premier van Nederland te
worden,
de horizon vol windmolens en de klacht onder mannen dat een Saab meer en
meer op een Renault begint te lijken, ik wil dat dat allemaal een stem
krijgt in de woorden van dichters.
Niet letterlijk natuurlijk, want poëzie dient zich niet letterlijk aan.
Ze
verbeeldt iets. Maar ik wil dat dat een gure verbeelding is. Als de
verbeelding niet guur is maar behaaglijk warm, meen ik dat poëzie zich
ophoudt onder een kaasstolp. En ik wil geen poëzie die zich ophoudt
onder
een kaasstolp.
Ik wil niet dat we ons in het literair café vermeien met alliteraties en
enjambementen terwijl buiten de sociëteit een oorlog wordt uitgevochten.
Ik
wil geen koetjeskalfjes-lyriek terwijl men in de werkelijke wereld
elkaars
hersenpan indeukt. De taal mag fluisteren of brullen, ze mag lang van
stof
zijn of afgepast, dat is een vormkwestie. Maar als het gaat om de toon
van
de muziek, dan moeten dichters in hun werkkamer geen bloemenvelden gaan
bezingen terwijl buiten het kanonnenvlees in de loopgraven lilt. Ik wil
poëzie die onbehouwen is, een beetje ongewenst en helemaal nu. Ik wil
poëzie
die later als poëzie-van-toen zal worden beschouwd. En dan nog altijd
met
rode oortjes zal worden gelezen."
Vraag van de dag: blijf het gedicht van Vroman overeind, afgezet tegen
de
normen die het manifest stelt? Indien niet, vinden we dat erg?
En nou niet vragen: wat vind jij ervan, Edith? Ik stel hier de vragen
;-)
Edith

O help de schooljuf is wakker geworden;)
Leuk gedicht echt invoelbaar....
Er zijn veel gedichten die van alle tijden zijn, net als mieren. Zo zijn
bijvoorbeeld de liefde, de dood, de natuur enz.. van alle tijden en
altijd
bronnen van inspiratie voor poëzie en proza.
Het gedicht van Vroman zal in de termen van het manifest wel
kaasstolppoëzie
zijn maar wat mij betreft mag het ook naast elkaar bestaan de riskante
en
minder riskante poëzie.

Leuke vraag Edith!! Het leeft ook bij mij, ik verontschuldig me
regelmatig
in gedachten als ik het heerlijk vind om me in mijn reservaat terug te
trekken. Het zou niet moeten mogen, maar het moet, want de menselijke
maat
is zoek. Ik ben niet gebouwd op de overdosis aan informatie, wie wel?
Vromans gedicht over mieren verbleekt als je er in het kader van alles
wat
er aan de hand is naar kijkt, maar zonder dat regelmatig verwijlen in
die
kleine wereld ben ik zeker niet opgewassen tegen alles wat mijn huis
binnenstroomt. Onmisbaar dus.

Is het niet de aloude roep om het engagement
van de dichter (c.q. schrijver in het algemeen)?

Ik voel ze kriebelen, die mieren. En die limiet van vijf, die spreekt
me ook wel aan. Leuk gedicht.
Bedankt voor de link naar het manifest. Het gedicht van Vroman
voldoet aan de normen die het manifest stelt. Zo binnen in huis, zo
weinig behorend bij de drukke wereld buiten.
Maar is dat erg? nee. Juist om met de wereld buiten om te kunnen
gaan, heb je ook andere geluiden nodig. Een dichter mag beide bieden.

Nou en? Waarom moet een gedicht geëngageerd zijn of aan het ( niet
misselijke) tijdgebeuren refereren? Alle ellende zie ik wel op tv en
lees ik
in de krant. Ik wil om het evenwicht in mijn leven te bewaren _zelf_
uitzoeken wat ik mooi en inspirerend vind. Dat kunnen soms
hartverscheurende
gedichten zijn die onrecht en oorlog aan de kaak stellen, maar voor mijn
persoonlijk evenwicht heb ik meer aan gedichten met humor, liefde,
positiviteit, natuur, schoonheid, en ja, ook met verlies en dood, - maar
dingen op een mensmaat, die mij helpen gezond te blijven.
Dit Vroman gedicht laat me even lachen, nooit weg toch? Het kleine lief
en
leed wil ik graag aandacht blijven geven.

Wat mij betreft, het volgende: ik vind het reuze interessant om alle
manifesten en aanverwante artikelen te lezen, maar voor mij geldt
alleen maar dat een gedicht met moet pakken, op een serieuze of op een
grappige manier.
Hier zijn niet alleen mieren, maar ook ander gesnor, vliegend of
kruipend, die ronddarren, soms leuk om te zien, soms griezelend.
Daarom vind ik het gedicht van Vroman heerlijk herkenbaar, dus wat mij
betreft iets om te bewaren, en nog eens van te genieten.

Leuk gedicht van Vroman. Laat anderen maar over bommen en granaten
schrijven; inderdaad is de oproep dat de literatuur 'de straat op moet'
al
een ouwe.

Heerlijk gedicht.
> hoe griezelig is dan het kronkeldoodje
> van zijn lief onwerkelijk lijf.
> Al die gekromde pootjes.
kronkeldoodje en al die gekromde pootjes.
heel mooi.
vraag me niet waarom ik dat vind. straks begin ik nog over
beeldspraak en rijm en zo.
niet doen! Af!
> Vraag van de dag: blijf het gedicht van Vroman overeind, afgezet
> tegen de
> normen die het manifest stelt?
tja, vanaf nu is het natuurlijk verplicht om gedichten af te zetten
tegen de normen van dit manifest.
dat is nog een heel werk, ben ik bang. als ik ermee klaar ben zal ik
rapporteren.
uit het manifest:
> dat een Saab meer en meer op een Renault begint te lijken
kijk, dat vind ik nou ook zo vreselijk. ik ga er onmiddellijk een
gedicht over schrijven
> Indien niet, vinden we dat erg?
afgezet tegen de beelden en berichten uit Sri Lanka vind ik niet zo
heel veel dat zich hier afspeelt erg.
dus nee.
mijn woensdag is weer goed

> Er is weer eens een manifest verschenen. Een manifest over poëzie. Het
> heet
> 'Manifest voor een riskante literatuur', is geschreven door de
dichters
> Erik
> Jan Harmens en Ilja Leonard Pfeijffer en te lezen in Trouw <knip>
> Vraag van de dag: blijf het gedicht van Vroman overeind, afgezet tegen
de
> normen die het manifest stelt? Indien niet, vinden we dat erg?
het antwoord op het manifest is Nachoem Wijnberg.
het mierengedicht valt ongetwijfeld onder het keurig geneuzel, zoals
Ilja dat noemt. ik vind dat er niet meer staat dan er staat, dus wel
aardig, maar weinig poëzie. edoch voor mij toch een metafoor voor al
die momenten waarop ik me bekropen voel door (levens)vragen en het
besef dat het leven in onze westerse wereld door ons als normaal
ervaren wordt en dat we menen recht te hebben op zo'n bestaan. we
bekommeren ons een beetje (5 mieren) om ons heen, maar de rest? blijf
van mijn lijf!
> En nou niet vragen: wat vind jij ervan, Edith? Ik stel hier de vragen
;-)
zegt de keuze van dit gedicht niet genoeg? ;-)

> het
> besef dat het leven in onze westerse wereld door ons als normaal
> ervaren wordt en dat we menen recht te hebben op zo'n bestaan.
Ach, wat wordt ons nou weer in de schoenen geschoven: dit leven in de
westerse wereld zouden 'we' allemaal als normaal ervaren en we zouden
zelfs
menen recht te hebben op zo'n bestaan.
Ja? Vinden 'we' dat? En als jij dat vindt (we= ik en de anderen), zou je
daar dan niet als de bliksem mee ophouden? Met de dagelijkse
televisiebeelden weet je wel beter, althans, ik weet wel beter, laat ik
niet
ook voor een ander spreken ;-)

ik spreek natuurlijk niet voor anderen en zelfs niet voor mezelf, maar
in het algemeen. mijn mieren zijn niet micro, maar macro.
dat een meerderheid het luxe westerse leven als vanzelfsprekend
ervaart. ze weten heus wel dat er een andere wereld bestaat, maar dat
is niet hun pakkie an. het blijkt uit de politieke keuzes die men
maakt, uit de glossies, uit de tv-shows, uit de te grote auto's, uit
de verspillende verpakkingen, uit het milieubesmettende
vakantie-vermaak, uit het hebben van een i-pod en daar dan ook nog een
paar leuke jasjes voor moeten. uit de gigantische bergen afgedankte
welvaartsresten.
zolang men "groot en meer is beter" beleidt, heeft de rest van de
wereld het nakijken.
die mieren bekruipen me. dat daarentegen vele mensen wel bewust de
luxe laten voor wat het is, dat is micro hartverwarmend, al hebben de
nakijkers daar niet echt wat aan.
is weten hetzelfde als er iets aan doen? wie gaat er oprecht voor een
eerlijke verdeling?

> is weten hetzelfde als er iets aan doen? wie gaat er oprecht voor een
> eerlijke verdeling?
Ik ben er zelf hartgrondig van overtuigd dat mensen met beperkte
mogelijkheden er goed aan doen om zich in te zetten voor de mensen voor
wie
ze direct verantwoordelijk zijn. Teveel voorbeelden gezien van
wereldverbeteraars die wel voor de grote wereld gaan maar intussen het
gezin
het nakijken geven.
In die 'micro-wereld' kun je proberen te voorkomen dat de volgende
generatie al die foute zaken die je opsomt doorzet.
Ben je in de gelegenheid om zonder verwaarlozing van een thuisfront de
grote
wereldbelangen te dienen, dan is dat prachtig natuurlijk.
Maar noch het 'thuiswerk' noch het wereldwerk kunnen een werkelijk
rechtvaardige wereld verwezenlijken, die rechtvaardigheid wordt
afgedwongen
door oorlog of door een buitensporig forse recessie. Mensen blijven wel
mensen. Anderen en ik ook.
Ik denk inderdaad niet dat ik, als dat verwezenlijkt zou kunnen worden,
ervoor zou kiezen om alle armoede op te wereld te middelen en dan zelf
zonder verwarming en voldoende voedsel de komende winter in zou willen
gaan.
Nee, klopt. Daar ga ik niet voor. Niet vrijwillig.

> Ik ben er zelf hartgrondig van overtuigd dat mensen met beperkte
> mogelijkheden er goed aan doen om zich in te zetten voor de mensen
voor
> wie
> ze direct verantwoordelijk zijn.
het macrobeeld, brengt mij de mieren. het microgedrag is ieders keuze.
of je nou veel of niets doet, het maakt niet echt uit. begin bij
jezelf is een aardige, maar lamme uitspraak. zoals je zegt, mensen
zijn mensen en wat je er ook instopt, er zijn altijd krachten en
machten die de goede inzet macro oppakken en misbruiken.
"wereldverbeteraars" doet me wat aanmatigend aan. ik hoop dat Obama
een wereldverbeteraar van formaat is die werkelijk enkele schepen kan
keren.
in het microvlak zijn "onze" keuzes welvaartskeuzes. we kiezen wat we
morgen eten, we hoeven niet te kiezen voor wel of geen eten.
op het eiland zijn families die kiezen welk kind ze vandaag naar
school sturen, omdat de 2 extra guldens (nog geen euro) voor de bus er
niet zijn.
in de niet-welvaartswereld kies je dit en dan dus geen dat. eigenlijk
moet je stellen dat ze geen keuzes hebben.
"wij" westerlingen kiezen uit opties.
het gaat me in vervolg op het mierengedicht er alleen maar om dat die
mieren voor mij bestaan uit gedachten over ongelijkheid en de
verbazing dat ik die ongelijkheid in het algemeen als vanzelfsprekend
aanvaard zie

> Vraag van de dag: blijf het gedicht van Vroman overeind, afgezet tegen
> denormen die het manifest stelt? Indien niet, vinden we dat erg?
ROFLOL, de vraag stellen is hem beantwoorden
Natuurlijk voldoet het gedicht voor geen meter aan de gestelde 'eisen'
van
maatschappelijke betrokkenheid. Maar die eisen zijn de mijne niet. Ik
ben
toevallig dol op de huis-tuin-en-keuken-onderwerpen die Vroman aansnijdt.
Ik
geniet nog na van het gedicht!
Als het aan mij ligt, zou ik een manifest voor mooie en verrassende
gedichten schrijven uit doen gaan: liever een mooi en verrassend gedicht
over een niksig onderwerp dan een waardeloos gedicht over een
maatschappelijk relevant onderwerp. Daarover kan ook in proza geschreven
worden :-)
