Ik kende Siegfried Lenz alleen van een bundeltje fabels uit zijn geboortestreek (So Zaertlich war Suleyken), en vond dat ik ook nog eens wat serieuzers van hem moest proberen. Het Duits leest niet echt makkelijk. Op een schaal van de vlotte en transparante Hesse naar de dichte Kafka ligt het toch meer aan de kant van Kafka. Het is een soort episodisch verhaal over de jongen Siggi, en de relatie tussen zijn vader en de schilder Max Nansen, een jeugdvriend.
Vader is politieagent in een dorpje aan het wad, tegen de Deense grens, en krijgt tijdens de oorlog de opdracht om een door de Nazi's uitgevaardig schilderverbod te handhaven. Hierdoor groeien de twee mannen steeds verder uit elkaar; de strijd werkt tot ver na de oorlog door en heeft een sterke invloed op de jongen die tussen de twee heen en weer geslingerd wordt.