Ach, wat viel me dit boek nou tegen. Jammer. Had me er veel van voorgesteld. Een mij onbekende auteur. Genomineerd voor de AKO. Net op de dag dat ik 't uit de bieb haalde (eindeloos gereserveerd) gepasseerd voor Terrin. Intrigerende interviews met een duidelijk voortploeterende schrijver. Maar ja.
De hoofdpersoon heet Isebrand Schut. Een inderdaad schutterende, onzekere vrijgezelle dertiger. Afgebroken studie. Lijdt aan onhandige fobietjes: postopen-angst, groetangst. Heeft baantjes: bij een callcenter (ontslagen), een schoonmaakbedrijf (geen succes), en nu bij een openbaar toilet op de Grote Markt in Groningen. Beheert daarnaast een zelfhulp-groep Post&Man. Met flapovers, leerdoelen en 'Hoe zit je er bij?'. Daaraan nemen wat mede-postvrezers deel. Allen ploeteren wat voort in 't leven. Ze openen elkaars post - 'gedeelde post is halve post' - en 't is ook nog gezellig.
Er zit weinig schot in de sessies en Isebrands leven, tot een flamboyante organisatie-adviseur zich aanmeldt. Heeft een bloeiende BV (maar ja, al die post) en is vermoeiend-enthousiast met al zijn wilde plannen. Zijn fascinatie voor het voorvoegsel ont- is er een voorbeeld van. Hij zal er een boek aan wijden. IIsebrand laat zich op sleeptouw nemen, hij notuleert. Het boek zal er niet komen. Pas na het beluisteren van een LP van punk rocker GG Allin (kijk op Youtube en huiver) borrelt woede op. Hij lijkt in actie te komen.
Zeker is er veel aangenaams te melden over dit boek. Valens schrijft voorbeeldig, fraai-ritmisch nederlands. Dat hij in eerste instantie schilder is, blijkt uit zijn beschrijvingen - zorgvuldig neergezet. Nooit teveel en dus vervelend. En 't is een Gronings boek. Als oud-Grunniger kan ik me voorstellen dat 'stadjer' plezier hebben aan dit boek.
Maar ja. Toch. Deze roman bestaat uit een aantal losse fragmenten, schetsjes of columns, zou ik haast zeggen. Soms zeer korte hoofdstukjes die eigenlijk niets bijdragen aan het centrale thema - het verhaal van Isebrand. Ik begon me te vervelen - en dat is altijd een veeg teken. Als ik dat stukkie nou es oversloeg - had ik dan iets gemist? Nee, blijkt na lezing. En da's jammer. Werd niet ontroerd, moest ook niet giebelen. En maakte 't voor mij een teleurstellende, weinig-boeiende roman. Inderdaad, jammer.
Mart
Had ik precies zo! Als ik bij jou weer lees waar het over gaat, borrelt de lach alweer op, maar het boek als geheel kon me niet boeien. Ben halverwege gestopt. Terwijl ik zijn thuiszorgverhalen in Meester in de hygiëne zo mooi vond. Maar dat was ook geen roman, maar allemaal korte stukjes. Is toch een andere tak van sport, blijkt maar weer.
Ik las Het boek Ont enige maanden geleden en was er ook niet echt enthousiast over. Was dus nogal verbaasd dat het genomineerd was voor de AKO prijs.
Mijn recensie: Dit boek werd een paar weken geleden enthousiast besproken in de Tros Nieuwsshow door Arie Storm, en eigenlijk weet ik het onderhand wel maar ik moet me er nog beter aan houden: zijn smaak is de mijne niet. Ik kreeg dit boek van een collega voor bookcrossing. Het deed een belletje rinkelen dus ik googlede even, en ja hoor: Arie was erg enthousiast. Proberen maar, dus. En het is beslist een aardig boek, maar toch… In mijn IRL-leesclub had iemand het over een gebrek aan doorleesfactor toen het ging over Het oog
van de stilte, en ik vind dat eigenlijk wel een erg goed woord, een goed
criterium. Het boek ont had voor mij een lage doorleesfactor, en toch heb ik het uitgelezen. Waarom? Lage doorleesfactor omdat de plot, zo die er al in zit, zwak is en vaak op de achtergrond raakt. Toch
doorgelezen omdat de hoofdpersoon, Isebrand Schut, een sympathieke figuur is. Hij is een maatschappelijke loser, zijn studie biologie niet afgemaakt (anders dan Maarten ’t Hart houdt hij wel van het tekenen dat daar onderdeel van uitmaakt – is dat echt nog steeds zo, of heeft Valens dat aan ’t Hart ontleend?), ontslagen bij een soort belbedrijf, en bang voor z’n post. Hij richt daarom ‘Man en post’ op, een praatgroepje waarin mannen met zo’n zelfde ‘fobie’ elkaars post openmaken. Verder lukt het hem om in het centrum van Groningen (waar het boek zich afspeelt, leuk) meneer van de retirade te worden. De scènes die zich daar en daaromtrent afspelen vond ik de leukste van het boek. De plaats van handeling noemt Valens ‘metro’ en hoewel dat niet de echte naam is, bestaat de plek blijkbaar wel degelijk:
https://www.groningerarchieven.nl/schatkamer/bijzondere-archiefstukken/
een-voorziening-voor-de-hoge-nood-van-passanten
Hier spelen zich wat mij betreft de leukste en aansprekendste scènes van het boek ont af. Isebrand spreekt daar met mede-Man en post-leden en denkt na over zijn leven en over hoe dat weer op de rails te krijgen. De stukken over Isebrand en organisatieadviseur Meckering, ex van Isebrands moeder en lid van Man en post, en zijn zoektocht naar het voorvoegsel ont zeiden me minder. Een beetje flauwekullig gedoe over woorden. Niet dat ik gedoe over woorden in z’n algemeenheid flauwekullig vind, maar Valens bakt er in dit boek weinig van. Doorleesfactor was in dit boek voor mij dus nieuwsgierigheid naar en mededogen met Isebrand, die door Valens heel overtuigend wordt neergezet. Maar als die man je niet interesseert, hoef je dit boek volgens mij niet te lezen. PS: geen citaten dit keer, maar nog wel een linkje. Blijkbaar is niet alleen de metro maar ook de door Isebrand bewonderde GG Allin uit het leven gegrepen:https://en.wikipedia.org/wiki/GG_Allin
Ook ik schreef over dit boek. Omdat ik zijn andere boeken mooi vind, had ik er veel van verwacht, en al heb ik het wel met plezier gelezen, het viel ook mij dus wat tegen. Wat mij opviel is dat Valens zelf ook verbaasd was over die nominatie voor de AKOprijs.
Overigens bekende hij in dat interview ook dat het boek gebaseerd is op een autobiografisch gegeven, Hij en een vriend hebben tijdenlang elkaars post opengemaakt uit eenzelfde soort postfobie.
'In bijna 350 pagina’s kun je heel veel informatie kwijt, en dat doet Valens dus. Uitweidingen over taalspelling en – speling, verhandelingen over de problemen van de groepsleden en Isebrand zelf. Een beetje romantiek, tenminste als we het voorbijkomen van ex-baas Claire zo beschouwen. Veel romans hebben een spanningsboog waarbij als het ware geklommen wordt tot een hoogtepunt, verhalen met bergen en dalen. Dit boek is meer als het Groningse land: vlak. Af en toe een oneffenheid, dat wel, maar over het algemeen kun je toch wel stellen dat er niet echt een spanningsboog in zit. De climax is al passé, als het verhaal start. Het is een jaar uit het leven van een werkeloze, bijna-bioloog, die nauwelijks gepusht wordt om zijn leven eens zelf in de hand te nemen. Het is ook een vrijwel emotieloos boek, hetgeen absoluut niet wil zeggen dat het saai is, want daar behoedt het talent de schrijver wel voor. Anton Valens schrijft prachtig, en zelfs als je af en toe denkt ‘gebeurt er nog wat?’ dan ben je binnen de kortste keren weer geboeid aan het lezen. Er zit maatschappijkritiek in, het heeft humor, er is natuurlijk informatie over Groningen, en warempel: die Amerikaanse punker G.G. Allin bestaat nog ook.
Ben 'blij' (nou ja) met de herkenning van m'n behoorlijk negatieve
beoordeling van Valens' roman. Vind 't altijd rottig, iets vervelends te roepen over het werk van een nog betrekkelijk nieuwe nlse schrijver. Maar ja, soms moet 't dan maar. En het is zo, hij moet de grens verhaal- roman gaan overschrijden. En misschien zijn overduidelijke prive-ervaringen maar laten voor wat ze waren.