Oorspronkelijke titel: El hijo del acordeonista, 2004
Vertaald in 2005 uit het Spaans door Johanna Vuyk-Bosdriesz
Als David komt te overlijden op zijn ranch in California, blijkt dat hij zijn memoires over zijn jeugd in Baskenland in boekvorm heeft achtergelaten. Deze zijn voor zijn Amerikaanse vrouw niet leesbaar: hij schreef het in het Baskisch, 'de oude taal' genoemd. Zijn vriend Joseba besluit dat boek verder uit te werken en zijn eigen herinneringen eraan toe te voegen. En dat is gelijk verwarrend en ook best irritant: als lezer weet je niet wat er vanuit David komt (al is het hele verhaal vanuit diens perspectief geschreven) en wat er vanuit Joseba aan toegevoegd is. Alleen de 'inleiding' op het verhaal komt eenduidig vanuit Joseba. Al lezende kom je erachter dat David en Joseba een vreemde jeugd achter de rug hebben. In een tijd (jaren '60) waarin de Basken grondig onderdrukt werden (ja, zelfs het denken in het baskisch was zo ongeveer verboden!) en de omslag naar het niet langer pikken van die onderdrukking: de geboorte van de ETA en allerlei andere opstandige en vaak ook gewelddadige splintergroeperingen. Dat is het interessante deel van het verhaal. De rest kon me eerlijk gezegd niet zo boeien: zo'n verhaaltje over het bergdorpje Obaba en een zooitje jongens en meiden die wat om elkaar heen draaien en dank zij de streng katholieke moraal vooral stiekem sex hebben. En van die foute vaders die heulen met de Frankisten of dat ooit deden. En zo'n semi-spannend sausje over het deel waarin David erachter probeert te komen wat er nou in de Spaanse Burgeroorlog allemaal gebeurd is en wat de rol van zijn vader (de accordeonist) daar nou mee te maken heeft gehad... Terwijl dat op zich wel interessant is, want de burgeroorlog kleurt nog steeds het leven van elke Spanjaard. Een soort smet zeg maar. Als Atxaga dat sausje er nou afgehaald had en het boek vooral aan het thema onderdrukking van een volksdeel (plus hun taal en cultuur) had opgehangen, had ik het een goed boek gevonden, want hij schrijft lekker vlot. Maar nu kan ik het boek niet aanraden.
Enkele citaten:
'De oude taal' was voor David en voro mij ooit een belangrijk onderwerp geweest. In veel van de brieven die wij elkaar geschreven hadden sinds zijn vertrek naar Amerika, werd eraan gerefereerd: zou de voorspelling van Schuchardt uitkomen? Zou onze taal verdijwnen? Waren wij, hij en ik en al onze streekgenoten, als de laatsten der Mohikanen? ----- Sinds die brief zijn drie jaar verstrken en het boek is er nu. Het heeft nog steeds de oorspronkelijke titel en niet de titel die Mary Ann (de vrouw van David, ES) suggereerde. Maar verder zijn zowel haar wensen als de mijne vervuld: (...); ook ontbreekt er niets dat in onze tijd en die van onze ouders in Obaba is voorgevallen. Het boek bevat de woroden die de zoon van de accordeonist heeft nagelaten, en ook de mijne.
Else