Een pak Always met vleugels.
Jolande murmelt wat en wacht nog even met haar ogen te openen. De stem lispelt in haar oor. 'Mevrouw zal ik u omhoog hijsen?' Jolande kreunt terwijl er een steek door haar hart gaat, dit is niet Giovanni die haar aanspreekt. Ze ruikt een bloemige geur, geen kaas. Ze wil niet meer en zakt met gesloten ogen achterover op de grond, haar hoofd stoot tegen iets hards aan. Haar benen liggen ongemakkelijk opgevouwen onder haar.
Silvia bukt zich en raapt de gebroken hak op, met haar vinger aait ze langs de breuk. Jarenlange ervaring vertelt haar dat een goede schoenmaker dit exemplaar nog kan redden. Ze stopt de hak in de band van haar rokje en begint met enige moeite het restant van de schoen van de vrouwenvoet los te wrikken. Als u hierop gaat staan valt U meteen weer om, zegt ze met haar stelende stem.
Jolande wacht intussen dat de grond zich in tweeën zal spijten en haar zal verzwelgen voordat er nog maar een extra toeschouwer bij komt die haar ten tweede male als gevallen vrouw te zien krijgt. Helaas gebeurt er niets van dat alles en zal ze al haar waardigheid bijeen moeten rapen om zo elegant mogelijk op te staan. Haar hoofd bonkt en haar wangen gloeien, dan raapt ze haar restje moed bijeen en zet zich schrap.
Een stevig paar handen pakt haar onder de oksels beet en begint haar omhoog te tillen, loom geeft ze mee, een vettige zweetgeur dringt haar neus binnen.
'Nou mefrou, nu moet het niet gekker worden. Wilt u dat ik de pliesie erbij roep?'
Wil had zich ongemerkt uit de rollen papier weten te bevrijden en nam, hij was per slot van rekening de chef hier, het heft stevig in handen. Het gewicht viel hem tegen, blijkbaar weten dames van middelbare leeftijd hun overtollige kilootjes vakkundig te verbergen. Gelukkig maar dat vrouwen van de vloer plukken niet tot zijn dagelijkse taakomschrijving hoort. Zijn handen voelen klam aan. Jakkes, ze heeft behoorlijk gezweet onder haar armen. Hij zou haar de toegang tot de winkel moeten ontzeggen.
Wiebelend op een schoen en een kousenbeen, met ladder, slaat Jolande haar ogen eindelijk op en staart regelrecht in de verstarde blik van Giovanni. Zijn melkwitte hanger is naar voren gegleden en bungelt voor heen en weer. Haar ogen worden meegezogen, haar buik krampt samen, een warme gloed verspreid zich door haar gekneusde lichaam. Dan geeft Wil een ongeduldige ruk aan haar arm. De betovering is verbroken en als een leeggelopen ballon zakt ze opnieuw ineen op de vloer.
Silvia knielt nogmaals naast de haar totaal onbekende vrouw en wrikt de tweede schoen los.
'Dit is beter, schat, ik vrees dat je op sokken naar huis moet, woon je ver weg?'
'Hoezo naar huis' brult Wil die, zijn borst vooruit, zijn naambordje haast in haar gezicht duwt. 'Eerst betale, wat dag u dan. Ik bel de pliesie' en hij grabbelt in zijn kontzak en trekt zijn mobiel te voorschijn.
Dit is moment waarop Giovanni ontwaakt. Met spijt laat hij zijn hand van Miekes zachte borst glijden geeft nog een kus in haar blanke nek en zet haar met een tikje op de billen opzij.
'Ciao bella.'
In drie stappen is hij bij Jolande en pakt haar bij de beide armen vast en zet haar met een forse zwaai op haar beide voeten.
'Dit ies mij frou, zij mij verkeerd begrijpe, iek meisje helpe, zij denk dat iek ontrouw ben. Ik groot hart hebbe, iek frouwen in nood altijd wiele helpe.'
Hij drukt Jolande voortvarend tegen zich aan, beveelt Wil op een toon die geen tegenspraak duldt 'jij de kost maar aftrekke van mijn salaris, isse geene probleme.'
Met echt mannelijk machtsvertoon duwt hij Jolande door de massa toeschouwers heen en loopt met haar richting uitgang. Jolande zegt niks, ze ligt als een lappenpop in zijn armen en laat hem begaan.
Buiten op de stoep haalt ze diep adem 'maandverband' zegt ze plotseling.
'Watte'
'Ik moet een pak maandverband hebben.'
Giovanni kijkt of hij het in Keulen hoort donderen. De kleine Giovanni die tijdens de tocht behoorlijk gegroeid was kruipt terug in zijn schulp.
'Sorry iek heb plotseling andere afspreek, ga jij naar terug naar man, met zijn treintjes spelen.'
Silvia heeft intussen de twee schoenen en de losse hak in haar mandje gelegd. Gehaast loopt ze langs eindeloze rijen soepblikken en rukt een blikje ossenstaartsoep van het schap. De jongen bij de kassa kauwt ongeïnteresseerd op een stuk kauwgum, maar laat zijn blik wel even hangen ter hoogte van haar borsten. Onwillekeurig worden haar tepels hard en tekenen zich duidelijk af onder haar strakke truitje. ' Zo'n jochie' mompelt ze 'je zou hem toch'.
'Heb je een tasje voor me?'
De jongen wijst met zijn duim over zijn schouder, daar aan de muur hangt een apparaat. Silvia loopt naar de aangewezen plek en grabbelt in haar portemonnee naar een tien cent munt.
'Zal ik Oe helpen' Klinkt het achter haar; een bruine arm, bedekt met zwarte haartjes en een gouden schakel armband stopt de munt in het apparaat. Met enig gerommel komt er een plastik zak uit.
'Bedankt'. Zonder haar redder in nood een blik waardig te keuren scheurt ze de zak af en stopt de schoenen en het blikje soep erin. Buiten op de stoep, net voorbij de automatische schuifdeuren, staat totaal verloren Jolande op haar kousenvoeten. Een zoutpilaar, alsof haar hetzelfde overkomen is als de vrouw van Lot die achterom keek naar Sodom, dat zij inderhaast verlaten hadden. Silvia zucht diep en vraagt tegen beter weten in: 'waar is je man gebleven?'
'Cor' zegt Jolande verdwaasd.
Henriette