Cornelia Funke: Thomas en de laatste draken

Dit boek schreef Cornelia Funke drie jaar vóór De dievenbende van Scipio. Hierin krijgt de fantasiewereld de grootste rol, maar hij bestaat parallel aan de werkelijke wereld; de tocht die gemaakt wordt is feitelijk te volgen op onze wereldbol. Mensen zijn aanwezig, maar blijven figuren aan de rand, met uitzondering van hen, die geloven in fabeldieren en oude toverkrachten.

Het gaat erom dat er op de wereld nog een groep draken leeft, in een dal hoog in het vochtige koude noorden, waar nog geen mens ooit geweest is. Maar dat gaat veranderen. De mensen worden steeds talrijker en zoeken naar nieuwe gebieden om te bewonen. De draken worden gewaarschuwd door een bevriende rat. De schrik is hevig, maar eigenlijk denkt het gros van de draken dat het zo'n vaart niet zal lopen. Behalve Long. Hij neemt de rat serieus, alsook de oudste draak, die hem vertelt wat hij nog weet over De Zoom van de Hemel, vanouds de woonplaats van draken voordat ze moesten vluchten voor hun grootste vijand, de Gouden Draak.

Long gaat samen met Rat en Zwavelkopje, een boskoboldmeisje, op weg. Eerst bezoeken ze familie van de rat in de grote stad. Hij maakt mooie kaarten en kan hen mogelijk meer vertellen. Van deze oude scheepsrat krijgen ze inderdaad een kaart en goede raad mee voor hun zoektocht. De rat keert terug naar de achtergebleven draken en Thomas, een zwerverskind dat zich toevallig in dezelfde kelder ophield waar Long en Zwavelkopje zich verscholen, sluit vriendschap en gaat met ze mee. Het avontuur kan beginnen. En het wordt een -groot- en -spannend- avontuur! Met de monsterdraak Netelbrand en zijn spionnen op hun hielen, en een hele reeks andere fabeldieren en vreemde wezens die hun pad kruisen. Sommige zijn hen vriendelijk, sommige zijn hen vijandig gezind. Gelukkig krijgen Long, Zwavelkopje en Thomas op een bepaald moment hulp van een professor in de kennis van fabelwezens, zijn vrouw en hun dochtertje Jennifer.

Ik vond het een rechttoe-rechtaan, ouderwets avontuurlijk, sprookjesachtig verhaal. Heel fantasierijk. Simpelweg genieten. Ik werd zelf steeds nieuwsgieriger naar de Zoom van de Hemel, en kreeg het gevoel dat ik daar eigenlijk ook wel naar toe wilde! Wel moet ik zeggen dat te merken is dat Funke in "De dievenbende" gerijpt" is als schrijfster (niet betweterig bedoeld van deze niet-schrijfster!); hierin geeft ze meer diepgang aan het verhaal d.m.v. zijlijntjes en meer psychologische uitwerkingen en karaktertekeningen.

Ik vond verschillende mooie themas in het boek: Het is een verhaal over moed en het bestrijden van Het Kwaad. Over de zoektocht naar de plek waar je thuishoort, daar waar het goed is, iets dat je dacht verloren te hebben. Naar mijn mening gaat het ook over het kwaad in de vorm van een door mensenhanden gemaakte, monsterachtige machine, tegenover het goede, het zachte, het menselijke. Ik vraag me af of hiermee onze zogenaamde verworvenheden van de techniek gehekeld worden. En het gaat over het overwinnen van angsten, je niet langer uit pure angst blijven verstoppen, niet meer durven leven, en daardoor je identiteit kwijtraken. Aan het eind wordt heel mooi getoond wat er dan met je gebeurt, maar dat ga ik hier niet vertellen.

Toch heb ik wel een paar puntjes van kritiek, hoewel niet erg groot. Voorbij de helft van het boek valt voor t eerst de benaming drakenruiter voor Thomas. Ik dacht: hé, dat zou mooi geweest zijn voor de titel! Toen ontdekte ik voorin dat de oorspronkelijke Duitse titel is : Drachenreiter! Nou vind ik de Nederlandse titel ook niet slecht, maar ik vraag me wel af waar het voor nodig is om de oorspronkelijke titel te vervangen. Ik vind drakenruiter(s) minstens zo mooi en toepasselijk. Dat ergert me dan. Ik heb zoiets van blijf af van wat de auteur zelf gekozen heeft en in vertaling ook gewoon goed is.

Anders dan in De dievenbende van Scipio krijgen hier niet de mensen, maar de fabelwezens de meeste aandacht voor karakter en ontwikkeling. De karakters van Thomas , de professor en de zijnen, vind ik vlak blijven en onuitgediept. Zij zijn nodig voor het verhaal, maar het draait om de fabelwezens. De titel, zowel Duits als Nederlands, vind ik daarom ook niet helemaal juist. Die suggereert dat Thomas de hoofdpersoon is, maar hij komt als zodanig niet uit de verf. Gewoon een lieve, behulpzame, dappere jongen. Uit het verhaal kun je nog opmaken dat hij mogelijk de reincarnatie van een andere drakenruiter is, maar meer wordt er over hem niet gezegd en over zijn achtergrond kom je ook niets te weten. Zwavelkopje daarentegen is een grappige, recalcitrante en eigenwijze dwarskop met een gouden hartje. Long is vaderlijk, moedig en bedachtzaam. Een heel aparte rol is weggelegd voor Vliegenpoot, de homunculus, de spion van de gouden draak Netelbrand, maar over hem kan ik niets vertellen zonder veel te verklappen, en dat zou zonde zijn. Deze figuren maken wel degelijk een ontwikkeling door.

Soms vond ik de overgangen wat al te gemakkelijk verlopen, bijvoorbeeld daar waar de draak en de kobold Thomas het mensenkind ontmoeten. Ook is niet altijd logisch hoe een redding tot stand komt, daarbij iets te gemakkelijk over dingen heenwandelend die eigenlijk niet kloppen met het voorgaande. Bijvoorbeeld het plotselinge opdagen, op precies het juiste tijdstip, van de professor bij de grot in de woestijn, waar Long in gevecht is geraakt. Maar ik ben er eigenlijk vrij zeker van dat kinderen over deze schoonheidsfoutjes, in mijn ogen!, net zo makkelijk heen stappen en lekker doorlezen. Daar waar ík even stilsta en denk hmm!

En iets heel anders tot slot:
Heel lief vond ik een zinsnede, tegen het einde, waar Lola de rat en Vliegenpoot de homunculus een gevaarlijk, afleidend huzarenstukje moeten gaan uitvoeren en zeggen tegen Long de draak:

Toch wel handig als je een paar kleintjes bij je hebt, nietwaar? Long knikte. Heel handig, zei hij. Weet je wat ik denk, rat? Ik denk dat de wereld ooit helemaal van de kleintjes zal zijn.

Roerend vond ik dat. En... heel toevallig las ikdit met een half oog op het nieuws van acht uur, toen mijn aandacht getrokken werd naar het hoofd van de Stichting Jantje Beton die zei datnog maar één op de vijf kinderen buiten speelt, speelvelden op veel plaatsen teruggedrongen worden en in gemeenten géén prioriteit hebben, endat er zelfs al een enkele keer over kind-onvriendelijke wijken wordtgesproken (in Tiel!), waar bewoners geen last van kinderen willen hebben! Toen was ik dubbel geraakt, maar vanuit een heel andere invalshoek, enbepaald niet geroerd!

Bernique

Nog meer over dit boek....: 

Relevante links

Website Cornelia Funke (Duits)

Cornelia Funke (Nederlands)

schrijver: 

boektitel: 

Thomas en de laatste draken

isbn: 

9789045107493

genre: