Het boek gaat over een voor mij nog onbekende Amerikaanse
geschiedenis. Tussen 1854 en 1929 reden er in Amerika de zogenaamde
Orphan trains. Weeskinderen gingen van station naar station on daar
gekeurd te worden en hopelijk gekozen. De babies kwamen vaak wel in
liefdevolle gezinnen terecht maar de oudere jongen en meisjes werden
vaak alleen maar meegenomen als gratis arbeidskracht. Ze hadden
meestal pech en werden slecht behandeld.
Dit verhaal begint met Molly, 2011. Ze is 17 en zit in het systeem,
heeft al verschillende pleeggezinnen gehad en ook met de huidige
mensen kan ze het niet echt vinden. De vrouw des huizes wilt niet
accepteren dat ze vegetarier is bijvoorbeeld. Nadat ze een copie van
Jane Eyre uit de bieb wilde stelen, moet ze 50 uur community services
doen en hierdoor komt ze in aanraking met een oudere vrouw, Vivian.
Het boek gaat op en neer tussen de huidige tijd en Molly's verhaal in
2011, en 1929 waarin Vivians verhaal aan bod komt, die van de orphan
train komt. Het zijn twee verhalen waarin we kunnen zien hoe de
jeugdzorg van toen en nu heel verschillend was, maar aan de andere
kant ook weer niet. Omdat het nog steeds niet waarborgt dat kinderne
die niemand hebben, veilig terecht komen.
Ik vond Vivians hoofdstukken toch iets interessanter dan Molly's
hoofdstukken. En gelukkig komt dat verhaal ook meer aan bod. Op het
einde komt het heel mooi samen in een aantal onverwachtse
gebeurtenissen.