Fonvizin: Reisbrieven

Tweede tekst in de bloemlezing Arme Liza zijn reisbrieven van de Rus Fonvizin (1745 - 1792) uit Frankrijk. Heel anders van toon dan de gevoelige vertelling over Liza. Met hooggespannen verwachtingen is Fonvizin naar Parijs gereisd waarover in Rusland paradijselijke verhalen de ronde doen. In één opzicht terecht, zegt hij, de toneelkunst is in Parijs tot ongekende hoogte gestegen, vooral de komedie bloeit als nooit tevoren. Over het zedelijk peil van de parijzenaars is hij echter diep verontwaardigd. Hij ontdekt dat de dames die fantastisch gekleed gaan, van top tot teen met briljanten behangen, ontuchtige meiden zijn, een speciale stand: ''les filles''. Om zich van hen te onderscheiden dragen de adellijke dames niet het kleinste briljantje. ''Juwelen zijn het uithangbord van de ontucht geworden''. 

Over de echtgenote van Rousseau heeft hij een wrang verhaal. Hij heeft een afspraak met Rousseau, maar vindt hem niet thuis. Wat blijkt? Rousseau schreef zijn Mémoires waarin hij alle intriges van de plaatselijke hoogwaardigheidsbekleders met naam en toenaam beschreef. Het was zijn bedoeling dat zijn vrouw dit boek ná zijn dood zou laten uitgeven zodat zij vaste en betrouwbare inkomsten zou hebben. Wat doet de gans? Uit geldbelustheid laat zij een boekverkoper 's nachts tijdens Rousseaus slaap het manuscript overschrijven. Als Rousseau een brief krijgt uit Holland waarin een boekverkoper hem vraagt op welk papier en in welke letter hij de uitgave graag zou zien begrijpt Rousseau de miskleun van zijn vrouw. Hij vlucht naar een vriend en smeekt de boekverkoper het manuscript nog niet te laten drukken, maar het mag niet baten. Het boek verschijnt en Rousseau maakt een einde aan zijn leven. Nog even een zijdelings kijkje dus in het koopmanskarakter van de Hollanders.

Na verschillende van deze verhalen over de Fransen trekt hij de volgende conclusie: ''Ik heb gezien dat elk land veel meer kwaads heeft dan goeds; dat mensen overal mensen zijn; dat idioten overal overvloedig aanwezig zijn, kortom , dat onze natie niet slechter is dan welke ook, en dat wij thuis kunnen genieten van het ware geluk waarvoor we niet in den vreemde hoeven rond te trekken.'' 

Jammer, heb net een boekgrrl uitgezwaaid op haar lange reis naar Portugal, net iets te vroeg. Zou ze anders weer zijn gaan uitpakken? ;-)

 

Jop

 

het tweede essay in de bundel 'De Russische leeslijst' van Aleksandr Genis en Pjotr Vajlj gaat in op de schrijver Denis Fonvizin (1745-1792). Hoewel de bloemlezing 'Arme Liza' een fragment bevat uit zijn reisbrieven, gaan de auteurs in het essay in op een ander werk van deze vergeten Rus: 'De halfwas'. Fonvizin wordt beschouwd als een classicistische auteur, een spreekbuis van de verlichting en de rede. In een aantal van de personages in 'De halfwas', een stuk vol moraal en wijze lessen, is deze strenge classicistische rede dan ook terug te vinden. Maar, zeggen Genis & Vajlj, het zijn niet deze zogenaamde positieve personages die voortleven in de Russische letteren: nee, de negatieve personages, zij wiens ondergang terecht wordt bewerkstelligd, die spreken tot de verbeelding. In tegenstelling tot de starre, met moraal overspoelde taal van de personages met de rede, zijn het de redeloze maar natuurlijke en gevoelige woorden van de antihelden die beklijven, ook in het Russische literaire gedachtengoed. Ideologie tegenover individualiteit, autoriteiten versus een vrij bewustzijn - deze antithesen komen in het toneelwerk van Fonvizin voor, niet in thema, maar in de gebruikte taal en personages. Het lijken me tegenstellingen die juist in het latere Rusland een nog sterkere lading hebben gekregen, en altijd hun betekenis hebben behouden.

Aan het eind van het essay noemen beide auteurs nog even de reisbrieven van Fonvizin, waarover Jop al eerder heeft gesproken. De, niet geheel overtuigende, link met 'De halfwas' is gebaseerd op de argwanende houding van de auteur tegenover het westen. Het hele oeuvre van Fonzvizin wemelt van de beschouwingen over Rusland, het westen en hun onderlinge verhouding. De brieven over Frankrijk verbazen door rake observaties, maar ook door ordinair gescheld. Eigenlijk gaat het om het neerzetten van de twee verschillende typen mens: de westerling en de Rus. Hoewel Fonvizin wel oog heeft voor de positieve kwaliteiten van de westerse mens, komt de Rus toch beter beslagen ten ijs.

Genis & Vajlj besluiten met de aardige opmerking dat Fonvizin weliswaar de starre, classicistische idealen nastreefde, maar altijd een halfwas is gebleven - van didactiek dwaalt hij vaak af naar vrolijke onzin (denk aan de ordinaire scheldpartijen, vooral over het zedenloze Frankrijk).

Fonvizin schreef te licht om een zwaargewicht te worden.

Hartelijke groet,

Nienke

Nog meer over dit boek....: 

genre: