Het is geen loeispannende thriller, als pageturner voldoet het maar matig, het is niet overweldigend goed geschreven en er worden je niet aan de lopende band weetjes gepresenteerd. De hoofdpersoon is een sympathieke politieman die wat onduidelijke mannelijke agenten en een paar superslimme dames om zich heen heeft verzameld voor zijn afdeling Kunstdelicten. Maar het verhaal is geworteld in oude en mysterieuze (kerk)geschiedenis en dat zal het boek wel het etiket ‘als de Da Vinci-code’ hebben opgeleverd. In Spanje verdreef Navarro worldbestsellerlijstenaanvoerder Dan Brown van de eerste plaats. En natuurlijk liggen er al filmplannen klaar. Je blijft doorlezen. Dat wél.
Er is een verhaal, maar omdat het boek eerlijk gezegd niet veel meer is dan het verhaal, neem ik het over van de achterflap. Dan verklap ik het minst.
Na een brand in de dom van Turijn wordt het lijk geworden van een man met afgesneden tong. In Turijn zit bovendien al enkele jaren een man zonder tong in de gevangenis. Commissaris Marco Valoni staat voor een raadsel. Iemand lijkt het op de Sindone te hebben voorzien - de heilige lijkwade van Christus, de kostbaarste relikwie uit het christendom. Wie zijn de zwijgende mannen? Is er een verband met eerdere branden? En wat verbergt Umberto D'Alaqua, de ondernemer wiens bouwfirma de kerk renoveert? Hun speurtocht voert Marco Valoni en de superintelligente dottore kunsthistorica Sofia Galloni naar het verleden, naar een nauw vervlochten netwerk van twee geheime genootschappen: een vroegchristelijk genootschap uit Turkije en een orde van invloedrijke nakomelingen van de Tempeliers.
Marco, Sofia (!, een andere politievrouw heet Minerva!) en de overige leden van het team van de afdeling Kunstdelicten gaan erachter aan. Valoni heeft vanaf het begin een buikgevoel dat het te maken heeft met de lijkwade, ook al lacht iedereen hem uit. Maar hij houdt vol. Behalve dit politieteam doet de Spaanse journaliste Ana Jiménez op eigen houtje onderzoek. Navarro, zelf journaliste, zet zich in dit karakter erg af tegen haar eigen beroepsgroep. Als ze het geheim dreigen te ontrafelen, wordt het gevaarlijk en steeds onwaarschijnlijker.
Goed beschouwd, heeft Navarro alles een beetje liefjes, te liefjes, opgeschreven. Je moet het er zelf maar uithalen dat om der wille van de ‘liefdevolle leer van de Nazarener’ mensen zichzelf en anderen om de haverklap gewelddadig naar het einde jagen. Het (zinloos) fanatisme had wel wat beter uit de verf kunnen komen. Net als de verbinding christendom, geld en wereldmacht. Daar had wat mij betreft ook wel een scherpere pen overheen gemogen. Navarro heeft vrij netjes de bestaande geschiedenis gevolgd en daar voor zover ik dit heb kunnen nagaan, een historicus/ca mag mij onmiddellijk verbeteren wat details bij gefantaseerd. En natuurlijk blijven de karakters een beetje plat. Ik raakte tenminste af en toe het spoor bijster tussen al die heethoofdige ridders en andere vechtersbazen en moest nogal eens terugbladeren voor de wie-is-wie. Het afwisselen van heden en verleden is aardig gedaan, al werd er met de nachtmerries van Anna weer een erge wissel op de geloofwaardigheid getrokken. Het boek is vertaald door Corina Blank en Elvira Veenings. Ik kan het niet naast het origineel leggen, maar ik vond de boel af en toe rammelen. Het zal wel door de snelheid komen, waarmee deze boeken in het Nederlands de markt op moeten. maar "ik heb mijn plicht, die kan ik niet verzuimen” was bij een keer overlezen toch wel ‘verzaken’ geworden.
Het aantal malen dat het woordje ‘ook’ voorkomt, had bij een rustige correctieronde best kunnen verminderen.
Conclusie? Lekker boek als je ziek bent en het toevallig van iemand in handen krijgt geduwd. Maar meer ook niet.