De achterflap (ongeveer):
'Elke week komen een schrijver van politieke propaganda en een professionele bloeddonor bij elkaar om te eten. Het is een onwaarschijnlijke vriendschap: de een lijdt voor zijn kunst, de ander is volgevreten en verdient goed geld. Tijdens zo'n maaltijd klaagt de schrijver over zijn nieuwe opdracht van de Partij: hij moet het verhaal optekenen van de gewone soldaat Lei Feng die zijn leven gaf voor de revolutie. Maar dat is niet waar hij over wil schrijven. Zijn gedachten worden bevolkt door de mensen die hij elke dag om zich heen ziet."
Dat is wel het boek dat we lezen; het verboden boek. Het gaat over de schrijver zelf en de bloeddonor. En het gaat over de mensen in de buurt van de schrijver. Het gaat heel af en toe over soldaat Lei Feng, een van de voorbeeldfiguren die Mao in het leven heeft geroepen.
Mao gaf zulke voorbeelden van de perfecte burger, de perfecte mens, zodat gewone kameraden iets hadden om naar toe te werken. Deze voorbeelden hebben waarschijnlijk nooit bestaan. Ze zijn verzonnen door Mao Zedong en de Partij. Zo'n voorbeeldfunctie kreeg de soldaat Lei Feng, die in 1962 op 22jarige leeftijd gestorven was volgens Mao. Mao zei dat Lei Feng voor zijn dood alleen goede dingen had gedaan. Hij had alles gegeven om een goede communist te zijn. Lei Feng had bejaarden en zieken geholpen. Hij had al zijn spaargeld aan rampenfondsen geschonken en hij had zijn kameraden in het ziekenhuis te eten gegeven van zijn eigen (karige) voedselrantsoenen. Om Lei Feng aanwezig te laten zijn in het leven van de Chinese burgers had Mao hem een gedicht laten maken. Het gedicht, 'De Vier Jaargetijden', werd door alle Chinese kinderen uit het hoofd geleerd:
'Net als de lente behandel ik mijn kameraden warm. Net als de zomer verricht ik hartstochtelijk mijn revolutionaire werk. Ik elimineer mijn individualisme, zoals een herfststorm de gevallen bladeren wegvaagt, En voor de klassenvijand ben ik wreed en meedogenloos als de harde winter.'
(Wilde zwanen, Jung Chang, pagina 282)\
'De Noedelmaker' gaat vooral over een man die de doden cremeert, over een toneelspeelster die zelfmoord pleegt op het podium, een hoofdredacteur van een tijdschrift, een brievenschrijver, een misbruikt meisje, een vader met een minder begaafd meisje en iemand met een huisdier. Het gaat over China en de vele tegenstrijdigheden in dat land, waar mensen zo goed mogelijk mee proberen te leven. De normen en waarden van het communisme en dat wat de mensen eigenlijk willen, bijvoorbeeld op het gebied van relaties en seks.
'Na een halve eeuw communisme worden we plotsklaps met een complexe moderne samenleving geconfronteerd die we met geen mogelijkheid begrijpen kunnen, omdat we het leven in deze samenleving op geen enkele manier met onze eerdere ervaringen in overeenstemming kunnen brengen. Hoe kan een door dictatuur verdoofde samenleving ooit haar weg in de moderne wereld vinden? We hebben niet geleerd zelfstandig over dingen na te denken. We hebben geen referentiekader. We voelen ons verloren, hebben de vaste grond onder onze voeten verloren.'
(pagina 92 e.v.)
In de verhalen die de schrijver schrijft over de anderen komen de schrijver en de bloeddonor regelmatig terug. De toneelspeelster vermoedt dat de beroepsschrijver in het geheim over haar schrijft. Niet zo verwonderlijk, want met hem heeft ze, net als met de bloeddonor, een relatie gehad. In háár verhaal, want ze schrijft een scenario, probeert ze de beroepsschrijver en de werkelijkheid voor te blijven. Wat er gebeurt met de toneelspeelster wordt later ook becommentarieerd door de twee. Is het fictie of werkelijkheid? Dat loopt voortdurend door elkaar in het boek van Ma Jian. De beschreven figuren komen in elkaars verhalen voor of zij krijgen een verwijzing. Dat is de verbinding tussen de verhalen. Ma Jian zegt dat de gesprekken van de schrijver en de bloeddonor als los zand aan elkaar hangen. Aan het eind van elk verhaal evalueren de schrijver en de donor de gebeurtenissen en de manier waarop de personages zich er doorheen hebben geslagen. De bloeddonor vanuit de positie van de mens die zijn eigen belang nastreeft. Maar wat is de positie van de schrijver?
Ma Jian heeft, net als bijvoorbeeld Mo Yan, soms wel erg plastische metaforen en sommige scènes zijn gruwelijk. Maar soms is het bijzonder en mooi:
'Ik tokkelde op de snaren en de melodie zweefde door de lucht. Toen ik opnieuw tokkelde, produceerden de snaren geen geluid. 's Avonds kwam het hoofd van de veiligheidsafdeling van het museum naar boven en zei dat ik nooit meer een instrument mocht bespelen wanneer ik op het terras zat. Het geluid van mijn gitaar, zei hij, was in beslag genomen door de Staatsveiligheidsdienst."
(pagina 226)
De Noedelmaker krijg je niet cadeau, maar ook weer wel. Ik kreeg een obsessie om alle verwijzingen te grijpen. Dat zijn er veel en dan gaat lezen niet snel. De structuur van het boek is als een bak met noedels. Alles ligt door elkaar maar is best te ontwarren. Kost wat moeite. De verhalen zijn pakkend, dus je hoeft geen verwijzingen te sparen en de taal van Ma Jian gooit een beeldwereld open (die je soms beter even dicht kunt houden). Een bijzonder boek.