Eigenlijk hou ik niet zo van verhalen, die zijn me meestal veel te kort. Maar die van Margriet de Moor (ook van Rascha Peper trouwens) zijn kleine romannetjes op zich.
Ik denk dat dat misschien wel het allerbelangrijkste is aan een (kort) verhaal: dat er wat (liefst veel!) te raden over blijft. Omdat het niet helemaal 'af' is, het puzzeltje nog niet helemaal gelegd, blijft zo'n verhaal in je kop hangen (althans in 't mijne).
'Ik droom dus' is De Moors 4e werk, uit 1995. Errug leuk vond ik haar notities achterin het boek. Hier vertelt ze iets over de (ontstaan)geschiedenis van de verhalen, soms iets over hoe ze geïnterpreteerd moeten worden, en hoe die verhalen haar eigenlijk tot schrijven 'verleid' hebben (p. 191):
'Toen, op dat beslissende moment, was het de vorm van het verhaal die mijn werklust, door een afbakening waar wij mensen nu eenmaal gewoon aan zijn, kalmeerde: zoveel pagina's (plaats), in zoveel dagen te schrijven (tijd). Na een week had ik ondervonden dat een tamelijk willekeurig gekozen onderwerp louter door mijn aandacht van obsessief belang was geworden.'
Alle vijftien verhalen gaan over 'lezen, luisteren en vertellen'. De Moor weet leesliefde of liever 'leeswoede' op een heel bijzondere manier te illustreren. Zo beschrijft ze de manier waarop je door een verhaal meegesleept kunt worden aan de hand van twee fantasierijke zusjes. (De Moor in haar notities: 'Toen ik in 1988 het eerste van mijn zusjesverhalen schreef, wist ik niet dat die twee nesten zo in mijn hoofd zouden blijven rondspoken.')
In het verhaal 'Noem me maar Tony' luisteren de twee geboeid naar de verhalen van broer Tony, matroos op de wilde vaart (zo heet dat toch?). Zó geboeid zijn ze, dat. (p.145):
'Terwijl we wachtten tot onze broer was uitgepist, merkten we dat het in de kamer, ondanks het haardvuur, koeler werd. We hadden het helemaal niet meer warm. Ook hoorden we een zacht gefluit dat we eerst niet thuis konden brengen, en een watergeklots dat ons nogal verbaasde. Toen begrepen we dat er iets bijzonders gebeurde, want ineens streek er een ontzettende vissengeur langs onze neus en op hetzelfde moment zagen we, in een koude lage zon, een stampend bootje op het water liggen, een houten sloep met roeiers, een stuurman en een harpoenier met een manke poot die juist zijn harpoen van de gaffel nam.en dat zachte fluiten, dat was dus de poolwind die ons over een afstand van duizenden en duizenden kilometers ijswoestenij had weten te vinden.' Even later zwemmen er een walvis en een dolfijn door de kamer, terwijl stiefzuster druk bezig is de watermassa weg te dweilen.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik tijdens het lezen van deze passage eerst dacht: néé: die broer piest naast de pot! .De toiletgang aan het begin is dus misschien een beetje ongelukkig gekozen, maar toch vind ik het ontzettend knap bedacht.
Dankzij de leeswoede van de zusjes (ze komen ook op hun 80e nog even terug, nu met ieder een borreltje, maar samendoend met één vergrootglas en gebogen over hetzelfde boek in een Katwijks havencafeetje) herinnerde ik me ineens hoe ikzelf vroeger altijd stiekem las in bed. Of liever gezegd: wat mijn vaders methodes waren om me daarmee te laten stoppen! Hij vond 't natuurlijk allemaal niet goed en controleerde van beneden of 'ie nog licht onder m'n deur door zag schijnen. Dat had ik door, dus ik las met m'n vinger op het lichtknopje en als ik maar één geluidje hoorde: hup, snel licht uit. Maar ik had een slimme vader (helaas!) want vanaf dat moment kwam 'ie altijd naar boven om aan het leeslampje te voelen of het aan was geweest!
Eigenlijk zou ik over ieder verhaal uit 'Ik droom dus' wel kort even iets willen vertellen, maar vertellen is verklappen en dan is de verrassing eraf. Daarom biecht ik alleen nog het volgende op: om 'Voor het geluk geboren' moest ik huilen (maar ik ben een sentimentele grrl) en van 'Jennifer Winkelman' kreeg ik kippevel, rillingen liever gezegd. (Van onbehaaglijkheid wel te verstaan!)
Ik heb twee weken lang iedere avond een verhaaltje van Margriet de Moor gelezen voor het slapen (vriend vóórgelezen: die viel in slaap. Dat kan De Moor ook op haar conto bijschrijven!) en dat kan ik iedereen aanraden.
Annemarie