Op een feestje raakt Tony van der Meulen aan de praat met een vrouw, die hij van gezicht kent. Het gesprek gaat over levens die raar lopen en ineens zegt ze: "Toen ik twaalf was zei mijn zus tegen mij dat ze mijn zus niet was, maar mijn moeder" Omdat de journalist Van der Meulen van plan is een boek te gaan schrijven vraagt hij de vrouw of ze hem zijn levensverhaal wil vertellen en of hij daar een boek van mag maken. En zo ontstaat "de verzwegen moeder" , een soort historische fictie: het verhaal van de vrouw is echt, maar de namen zijn gefingeerd. Omdat de schrijver en zijn hoofdpersoon ongeveer van dezelfde leeftijd zijn, maakt Van der Meulen ook gebruik van zijn eigen jeugdherinneringen om de tijdsgeest neer te zetten. Ook de dialogen zijn verzonnen.
Maar dit is echt:
"Mijn zus is mijn biologische moeder, ik had ook nog een andere moeder, dat was eigenlijk mijn oma. Moeke noemde ik haar. Ze is altijd mijn moeder gebleven, ook toen ik wist dat ze het niet was."
en
"Ze hadden het thuis vaak over "ze" als ze het over mij hadden. Ook als ik er zelf bij was, alsof ik geen naam had. "
Zo heeft de hoofdpersoon in het boek ook geen naam. Tot haar twaalfde is 'ze' zich nergens van bewust: 'ze' is een nakomertje, en erg alleen, maar 'ze' is gelukkig, en kan goed met haar vader opschieten. Maar als de zin eenmaal gezegd is, is de bodem onder haar bestaan weg: ineens heeft 'ze' geen zussen meer, en geen broers. Wel heeft 'ze' een oma en opa "erbij" maar dat waren toch haar vader en moeder? Vragen heeft 'ze', heel veel, maar niemand wil er over praten. Zeker Maria niet, de zus die haar moeder is. Na die ene zin, zegt ze niets meer. In de loop der jaren komt 'ze' - vooral van een andere "zus" - mondjesmaat aan de weet, dat Maria aan het eind van de oorlog verliefd is geweest op een Canadees, en dat 'ze' daar het resultaat van is. De Canadees is met zijn regiment terug naar huis gegaan, en nooit meer teruggekomen. Maar hij zou wel van haar bestaan op de hoogte moeten zijn.
Als de zus ook nog verteld dat Maria eigenlijk vermoedt dat ze verkracht is ("Maar wist ik veel?) is 'ze' al volwassen en getrouwd, en heeft zelf kinderen. Maar nu wil 'ze' de waarheid weten: wie is haar vader? Hoe denkt hij over de hele toestand? En 'ze' gaat op zoek, naar Canada. Ze wil erkend worden, want zolang dat niet gebeurt, bestaat 'ze' niet..
Van der Meulen herhaalt vaak zinnen, en vertelt vaak hetzelfde in een andere vorm. Dit geeft goed aan hoezeer 'ze' met haar verleden in de knoop zit. Hoe 'ze' het maar niet los kan laten. Het verhaal geeft een beeld van de maatschappij van toen, de nuchterheid van een gezin dat verstand boven gevoel plaatst. Zo is het immers beter voor iedereen. Dat één de dupe wordt, ach, het verleden is voorbij. Praat er toch niet over"
Marjo