Ik heb niks met huisdieren. Als boerenkleindochter heb ik geleerd dat dieren op het erf leven en mensen binnen. Zeker ook door de antipathie van mijn moeder voor het niet-pratende wezen behoor ik inmiddels ook tot het gilde der 'huisdieronverschilligen'. Ik snap het echt niet. Wat is er nou lollig aan zo'n hond? Doe geen moeite om te reageren, mijn muur van onbegrip is te hoog :-) "Hij doet niks, hoor!" Waar heb je zo'n beest dan voor? Nog onbenulliger vind ik katten. "Zo lekker zelfstandig". Tsja, dat zijn mijn buren ook, maar die laat ik niet in mijn huis hun behoefte doen.
Dat ik hiermee op zielen trap, ik weet het. Misschien evenzozeer als ikzelf toen ik aan een collega desgevraagd meldde dat het niet goed met mijn moeder ging, nee, in de vakantie was zelfs gebleken dat ze niet meer beter zou worden. Zij moest mij toen vertellen dat zij ook een rotvakantie had gehad, haar kat was erg ziek geweest.
Enfin, boeken waarin huisdieren een prominente rol spelen: ik gooide ze al snel aan de kant. Anton Koolhaas, brrr. Beatrix Potter en Winnie de Pooh vind ik ook al op het randje trouwens. Minoes was de enige uitzondering op de regel. Zowaar kon ik (tijdelijk, helaas) het kattengejank in de nacht waarderen als ik maar aan de 'mauw-mauw-song' dacht.
En nu was daar dan Kat en Jong. Ware het niet dat Veronica zo werd geprezen, ik had het nooit gelezen. Maar nu kon ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen, toen ik verleden week in Amsterdam in de kinderboekwinkel op het spui? nieuwezijds? was. Terug in de trein heb ik GENOTEN. Vooral van het jochie Lucas, de wijze waarop hij zijn moeder beschermt, de namen die ze aan de katten geven en (oké, oké) van de katten zelf. Dank je wel, Veronica.
Ina