Frans

Ben begonnen aan deze roman. Haalde 'm uit de bieb n.a.v. wat opmerkingen van Barber v/d Poll in haar column in de VK. Die triggerden m'n nieuwsgierigheid 't Is een ferme roman, 500 en zoveel pagina's. (En dat uit de bieb- niks voor mij, zo'n pil in korte tijd.) Twee motto's. ' Geef je ogen de kost, kijk' (Jules Verne); en 'Het oog volgt de wegen die in het werk voor hem gebaand zijn' van Paul Klee. En kijken lijkt de manier waarop de auteur werkt. Kijken naar mensen en de dingen waarmee ze zich omringen. In een preambule gaat 't over legpuzzels. Kleine stukjes, zelf zonder betekenis. De puzzelaar friemelt met die stukjes, zoekt naar verbanden.


"Vijf uur 's middags. Straks zal het exact vijf uur 's middags zijn in de kille novemberregen, als de bestelauto van boekverkoper Vollard (Etienne) die met hoge snelheid over de weg raast, in volle vaart een klein meisje aanrijdt dat zich plotseling voor zijn wielen gooit." 

Zo begint het mooie maar tragische boek, dat de Prix du livre Inter 2003 heeft gewonnen, een prijs die bepaald wordt door de luisteraars van Radio France Inter. 

Vollard is een grote, dikke boekverkoper, maar niet alleen dat: altijd al heeft hij boeken verslonden, en hij gaat gebukt onder de last van het niet kunnen vergeten van al die teksten. Als kind werd hij gepest, hij was een stil kind. 

Het meisje Eva dat hij aanrijdt, is een eenzaam, stil meisje, door haar moeder steeds weer meegenomen, nergens is ze thuis. Ze raakt in coma na de aanrijding, en zal nooit meer spreken. 


Aangemoedigd door Elma kocht ik laatst in Genève dit nieuwste boek van Nothomb. Het viel me niet tegen, maar het viel me ook niet mee. Het verhaal is enigszins bizar en ook weer niet. 


536 Pagina's maar liefst. Dit is mijn eerste Zola boek. Van mijn man gekregen en hoewel dit een vertaalde versie is wil hij mij dolgraag kennis laten maken met de Franse literatuur.

In hoeverre kan het lezen van een boek mijn eigen wereld eigenlijk beïnvloeden? De dag dat ik dit begon te lezen ging prompt mijn wasmachine kapot en werd ik genoodzaakt de natte stapel verder te doen met de hand zodat ik mij even Gervaise Macquart waande...

*****

Op de omslag staat geschreven:


Elke maandag moet ik met de tram naar cursus en elke maandag heeft die tram wel vertraging. Meestal heb ik wel iets te lezen bij me, maar niet die avond. Gelukkig was het studentenblad Ad Valvas achtergelaten. Daarin stond een interview met Fouad Laroui - Marokkaan, opgegroeid en gestudeerd in Parijs. Hij woont nu in Nederland.

"Vreemdeling: aangenaam' is een essay en het eerste dat hij zelf in het Nederlands heeft geschreven. Twee eerdere boeken, in het Frans geschreven, zijn vertaald uitgebracht: 'Judith en Jamal' en 'Kijk uit voor parachutisten'. In 'Vreemdeling: aangenaam' beschrijft hij de verschillende manieren waarop je vreemdeling kunt zijn en dat is soms absurd, soms een beetje treurig en soms vermakelijk. Ik denk dat hij een positie beschrijft die veel tweede generatie 'vreemdelingen' in ons land straks ook zullen krijgen.


De auteur:

Jacqueline Harpman (1940) is één van de weinige bekende Franstalige Belgische schrijfsters. (Naast Amélie Nothomb natuurlijk). Geboren in Brussel, verhuist zij op jonge leeftijd naar Casablanca waar zij een groot deel van haar jeugd doorbrengt. Toch keert ze met haar familie weer terug naar Brussel waar ze Medicijnen gaat studeren aan de ULB. Tuberculose strooit echter roet in het eten en het zal nog ettelijke jaren duren voordat zij daadwerkelijk haar studies voltooid heeft. Vanaf het moment dat ze kon schrijven was ze gepassioneerd door literatuur en de menselijke psyche. Deze twee elementen hebben eigenlijk haar hele leven en oeuvre beïnvloed. Ze is onder andere lid van de Association psychanalythique internationale en heeft in 1996 de Medicis prijs gekregen voor haar boek Orlanda, dat ik bij een volgende gelegenheid zal bespreken.


Twee charmante vertellingen, eigenlijk is het meer een dagboek. De verhaaltjes zijn erg klein. Eisjen schreef er destijds over: "Verder was het eerste verhaal "oer saai". Na een paar hoofdstukken had ik al door waar het boeketreeksonderwerp naar toe ging. Arme weduwe met kind, vind rijke echtgenoot en schenkt Sylvestre een schitterend boek - waar hij hevig naar op zoek is - omdat hij haar in haar arme tijd, via zijn huishoudster eten en hout voor de haard liet brengen." En zo verteld klinkt het ook erg saai, maar dat was niet mijn leeservaring. Voor mij was het een genot om deze verteller/schrijver aan het woord te "horen". Dat vond Eisjen trouwens ook: "Ik vond het boekje in de bieb in het Frans.


Emma is dood. Akelig realistisch (nieuw! geen zacht, hemels sterven in kaarslicht) is ze ten onder gegaan aan een hap arsenicum. Dat is nu twee dagen geleden en ik heb me er niet toe kunnen zetten om een ander boek te pakken.

Dames, het herlezen van Flauberts Madame Bovary is me niet in de kouwe kleren gaan zitten. Wat een magistraal boek! Wat een schrijfstijl! Die man was zijn tijd ver vooruit en deed dingen met taal, waarvan hij nog niet eens kon weten dat ze later in een ander (kunst)genre de normaalste zaak van de wereld zouden worden.

Het verhaaltje laat ik voor wat het is. Emma trouwt met Charles Bovary, een doodgoeie net-niet-dokter, verveelt zich te pletter, leest en leeft met romantische boekjes, neemt minnaars, richt haar man beroepsmatig en financieel ten gronde en pleegt na het uitspreken van het faillissement zelfmoord. So far, so good.


(maart 2005, nog niet vertaald)

Terwijl jullie aan het feesten waren in Schiedam, hield ik mij bezig met de literatuur :-))) Voilà, een heet van de persje (boek nog geen maand uit).

Annie Ernaux schrijft nu bijna dertig jaar en al even lang houdt zij zich
bezig met het zoeken naar de realiteit in het schrijven. Dat laatste moet je dan in brede zin opvatten, het schrijven, maar ook de stijl. Dat is niet altijd even aangenaam. De 14 op één na zwart-witte foto's in haar nieuwste boek, L'Usage de la photo, zou je dan ook gemakkelijk kunnen afdoen als onesthetisch en niet echt interessant. Het zijn binnenshuis genomen foto's, zonder mensen, die (onder)kleding laten zien of schoenen, in verlangen uitgegooid en in een compositie op een vloer terecht gekomen. Die 14 foto's begeleiden 14 teksten, beschrijvingen die zijn gemaakt door Annie Ernaux en haar partner Marc Marie. Van 6 maart 2003 tot 7 januari 2004.


In dit boek beschrijft Michèle Desbordes de laatste dertig jaar van het leven van de kunstenares Camille Claudel.


Subscribe to Frans